Wikipedia:Humor en onzin/De verdwenen voet van Pan Lin

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een afgietsel van een afdruk gevonden in het Qin Ling Shan-gebergte
Een plaatselijke boer laat zijn souvenirs zien.
Een van de borden in het gebergte

De Verdwenen Voet van Pan Lin, ook wel Pan Lins voet of in Macau De Wraak van Pan Lin is de titel van een eeuwenoude Chinese legende. De oorsprong van de legende is onbekend. Wel is vastgesteld dat de legende zeer oud is aangezien hij genoemd wordt in verschillende manuscripten die dateren uit de 2e eeuw. De Chinese filosoof Laozi verwijst er in zijn geschrift De Lelie van de Hoop naar. Hij gebruikt het verhaal als vergelijking voor dwazen die ijdele hoop najagen.

Het verhaal van de Verloren Voet van Pan Lin is op het platteland van China nog steeds erg bekend. In het Qin Ling Shan-gebergte is de Voet zelfs een toeristentrekker. Uiteraard wordt de mythe gevoed door de plaatselijke bevolking, die veel verdienen aan de toeristen. Er staan borden in het gebergte met de tekst 'beware of the missing foot' en er zijn al veel meldingen geweest van 'foot-sightings', van mensen die claimen de voet te hebben gezien. Desondanks zijn er een hoop mensen, met name de inheemse bevolking van het gebergte, die overtuigd zijn van het bestaan van de Voet van Pan Lin. Naast een bron van inkomsten, dankzij toerisme, is de Voet ook het onderwerp van vele kindersprookjes en dorpsverhalen.

Hoewel er diverse versies bestaan, is de rode draad over het algemeen in ieder verhaal hetzelfde. De legende begint bij een arme boer uit 'het land van de zon', waarvan deskundigen menen dat het om Oost-Timor gaat.

Deze boer ondergaat vele tegenslagen. In sommige verhalen verliest hij zijn gezin aan hardnekkige rijstveld-koorts, maar in andere versies heeft het een religieuzere lading en vervloekt de achtogige schelpgodin Ramalan hem na een korte woordenwisseling over de gunstigste tijden om te oogsten. De boer, Pan Lin 潘臨, besluit vervolgens zijn geluk te zoeken door naar overwegend meer geurbaniseerde gebieden te trekken. Na vele omzwervingen, ook wel de Odyssee van de Chinese folklore genoemd, belandt Pan Lin in het zuid westen van China.

Het verhaal wil dat hij zich daar aansluit bij het Groot Genootschap van alchemisten, dat nog stamde van de tijd van Wang Mang en zich specialiseerde in alchemie van de keuken. Afkomstig van het platteland valt Pan Lin al snel op in het genootschap door zijn boerse gewoontes. Zo placht hij de etensresten die bij het koken verloren gaan in te wikkelen in deegresten. Zodoende ontdekt Pan Lin het recept voor de loempia. Zijn ideeën zijn echter zijn tijd te ver vooruit: het recept voor de loempia is erg controversieel.

Op een dag besluit een Confuciaanse priester de keuken van Pan Lin te bezoeken. Ongemerkt eet hij één van de deegresten op en overlijdt kort daarna. De exacte oorzaak wordt niet genoemd, maar Pan Lin wordt snel daarna vervolgd door de Confuciaanse elite. Na een korte tijd vogelvrij door het zuiden van China te hebben getrokken wordt Pan Lin in het Qin Ling Shan-gebergte gevangen genomen op de Grote witte piramide. Hij wordt naar de Confuciaanse hogepriester geleid, die hem echter bereid is een kans te geven zijn oude bestaan als alchemist weer op te pakken, op voorwaarde dat Pan Lin drie proeven doorstaat.

De proeven[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste proef is het plukken van drie bloesemblaadjes die aan een perzikboom groeien in een heilige tuin. Omdat iedereen door de heilige wachters van de tuin wordt geweerd vraagt Pan Lin de goden om hulp. Die maken hem onzichtbaar, zodat hij ongemerkt de tuin in kan komen. In sommige versies van de legende is de tuin op de rug van een reusachtige schildpad gevestigd. In deze versies wordt Pan Lin de tuin binnengelaten nadat hij van de schildpad wint in een spel schaak. Pan Lin keert terug naar de Confuciaanse tempel. In de meest gangbare versie van het verhaal vraagt een mus, in werkelijkheid een gezant van de goden, hem de goden te danken door aan hen te offeren. Pan Lin weigert dit te doen, omdat het niet zijn schuld is dat hij de proeven moet ondergaan en het niet meer dan logisch is dat de goden hem hierbij helpen.

De tweede proef is het doden van drie heksen die zich overdag voordoen als kraanvogels. De heksen houden zich schuil in een moeras. Eenmaal aangekomen blijkt echter dat er een enorme groep kraanvogels in het moeras huist. Wederom roept Pan Lin de hulp van de goden in. Ditmaal schenken zij hem een paar uilenogen, waarmee hij in het donker kan kijken. Hij wacht tot de nacht aanbreekt en de heksen in hun ware gedaantes terugveranderen, waarna hij hen achtervolgt en doorboort met zijn pijlen. Pan Lin keert terug naar de Confuciaanse tempel, wederom zonder te offeren.

De derde proef bestaat uit het plukken van de roos van Baosheng Dadi 保生大帝, de god-dokter die het leven beschermt en zelfs de doden tot leven kan wekken. De roos is zo groot, dat hij alleen blad voor blad kan worden geplukt. Maar iedere keer dat Pan Lin een blad plukt groeit er op hetzelfde moment een ander blad aan. Ook dit keer roept Pan Lin de goden aan, maar hulp blijft uit. Zeven jaar brengt Pan Lin door bij de roos van Baosheng Dadi, totdat er door een aardbeving een rotsblok de bloem van de roos scheidt. In plaats van de goden te danken vervloekt hij ze omdat ze hem zeven jaar hebben laten wachten. Zelfingenomen keert hij terug naar de Confuciaanse tempel.

Dood van Pan Lin[bewerken | brontekst bewerken]

De Confuciaanse hogepriester verklaart dat de manier waarop Pan Lin de roos heeft geplukt niet geldig is, omdat hij feitelijk de roos niet heeft geplukt, maar dat het rotsblok de roos van de rots heeft gescheiden. Pan Lin faalt dus en de hogepriester concludeert dat hij zijn straf moet ondergaan. In werkelijkheid gaat het hier dus om de straf van de goden, die hem hielpen zonder dankbaarheid te mogen ontvangen. Welke versie van het verhaal men ook aanhangt, de straf is altijd zeer wreed. In sommige versies krijgt Pan Lin een zuurbad of een Chinese watermarteling, in andere wordt hij gezevendeeld door zeven runderen tijdens een ritueel oogstfeest. Het eindigt echter altijd met het besluit van de hogepriester de verschillende lichaamsdelen door het hele rijk tentoon te stellen, iets waarvan men zegt dat Eduard I van Engeland zich erdoor liet inspireren, toen hij besloot de lichaamsdelen van de Schotse patriot William Wallace tentoon te stellen. De rechtervoet wordt naar het Qin Ling Shan-gebergte gebracht, maar verdwijnt op mysterieuze wijze.

Het is de rechtervoet, die onderwerp is van vele mythes en volksverhalen. Zo zou de 'Voet van Pan Lin' soms door de bossen van het gebergte dwalen en afdrukken achterlaten. Ook zijn er mensen, met name de plaatselijke bevolking, die beweren dat het originele recept van de eerste loempia op de voet staat getatoeëerd en dat degene die deze bemachtigt een rijk en succesvol persoon zal worden. Dit zijn echter mythes, vergelijkbaar met die van de yeti en het monster van Loch Ness. Desondanks geloven veel mensen in de voet en zijn er al vele expedities geweest waarbij werd geprobeerd de voet te vinden.

Sommige versies, met name die uit Macau hebben het over de wraak van Pan Lin. Het betreft hier de wraak, die de voet zou nemen op de aanhangers van Confucius, door de loop van water in beekjes iets te veranderen en door de grond ongelijk te maken. Hiermee verstoort de voet de verhoudingen tussen de elementen rond de huizen van de aanhangers van Confucius, waardoor deze niet langer voldoen aan de feng shui en zouden instorten. Dit bijgeloof is een verklaring, die in Macau vaak wordt aangevoerd voor het instorten van gebouwen.

Categorie:Chinese mythologie