Zetten (druktechniek)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Loden letters
Drukpers rond 1520
Specimen van een set fonts van letterontwerper William Caslon in Chambers' Cyclopaedia (1728)
Typograaf aan een Linotype-zetmachine
Diatype zetmachine
FIlmfragmenten van drukkerij E.J. Brill waar in 1973 boeken machinaal werden gezet met een mono-typemachine, die de letters ponsde in een rol papier. Deze ponsband stuurde het letterraam van de gietmachine aan, die de letters giet en in regels onder elkaar zet.

Zetten is het eerste proces in de reeks processen uit de boekdrukkunst. Bij het zetten wordt ervoor gezorgd dat de lettertekens en bijbehorende karakters (en de afbeeldingen) op de juiste plaats in de drukvorm terechtkomen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Een van de technieken die deel uitmaken van de boekdrukkunst, die werd uitgevonden door Johannes Gutenberg uit Mainz, is het zetten van tekst uit loden letters.

De zetter had in de zetterij beschikking over meerdere kasten (laden) met loden letters in allerlei soorten en maten. Deze kasten waren op een gestandaardiseerde manier ingedeeld in kleine vakken, zodat de zetter die 'aan de bok' werkte blindelings de juiste letter kon pakken. Kleine letters lagen in de onderste kast, hoofdletters in de kast daarboven. Zo ontstonden de begrippen onderkast (kleine letter) en bovenkast (hoofdletter).

De zetter kon het zetsel op een proefpers of degelpers afdrukken om het resultaat te bekijken en correcties te kunnen uitvoeren. Daarna werd de eigenlijke oplage gedrukt in de drukkerij.

Bij het uit elkaar nemen van het zetsel, het distribueren, werd er zorgvuldig op gelet dat iedere letter weer in de juiste kast en in het juiste vakje terechtkwam.

Het handzetten werd aan het begin van de twintigste eeuw naar de achtergrond gedrongen door de komst van de zetmachine. Machinezetten gebeurde door het via een toetsenbord ingeven van tekst die letter voor letter uit een gietvorm (matrijs) werd gegoten in zogenoemde Monotype-machines. Een tweede methode, in dezelfde periode ontwikkeld, giet na toetsenbordcommando's gehele regels; de zogenoemde Linotype-methode. Beide methoden zijn tot de jaren zeventig in de westerse wereld in gebruik gebleven.

Hedendaags zetten[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf de jaren zestig kwam het fotografisch zetten (fotozetten) op, dat een regelrechte voorloper is van het hedendaagse laserzetten. Door de opkomst van de computer op de werkplek is de tekstinvoer geheel gedigitaliseerd en vergt het zetten van zelfs een gehele krantenpagina nog slechts twee minuten. Deze nieuwe methode van zetten die nu door de meeste drukkers wordt toegepast wordt desktop publishing genoemd. De meest gebruikte drukmethode werd offsetdruk. Bedrijven die de films voor de drukplaten voorbereiden worden nog steeds lithografische bedrijven genoemd.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • P.J. van der Vaart, Opmerkingen over het zetten van Tabel- en smoutwerk naar gedrukte en geschreven copy, Doetinchem, 1909
  • P.J. van der Vaart, Reclame-drukwerk, Doetinchem, 1909
  • L. Ronner (directeur Amsterdamsche Grafische School), Handzetten, handboek voor den leer-meester-gezel en den leerling 1920 (tweede druk 1926) pagina 145 tot/met 256.
  • A.H.G. Blankenstein, S. Budde, N. Valstar, Ad. Wetzer, Uniforme leerstof Zetten, uitgave n.v. drukkerij Edecea, Hoorn, 1e druk 1936, totaal 5 edities, ingedeeld in 4 leerjaren.
  • A.H.G.Blankenstein, Zetkunst, uitgave: drukkerij Nieuw Leven nv. Den Haag, 1940
  • Letterzetten, vaktheorie, Vereniging tot bevordering van de vakopleiding in het boekdrukkers-. rasterdiepdruk- en chemiegrafisch bedrijf, z.j. (tweede druk: 1967)
  • (de) Sepp Dußler, Fritz Kolling: Moderne Setzerei. Pullach, 1974, ISBN 3-7940-8703-8.
  • (de) Hans-Jürgen Wolf: Geschichte der graphischen Verfahren. Ein Beitrag zur Geschichte der Technik. Dornstadt, 1990, ISBN 3-980-0257-4-8.