Zoerab Zjvania

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zoerab Zjvania
Zoerab Zjvania
Geboren 9 december 1963
Tbilisi, Georgische SSR, Sovjet-Unie
Overleden 3 februari 2005
Tbilisi, Georgië
Politieke partij Groene Partij, Burgerunie, Verenigde Democraten
Partner Nino Kadagidze
Handtekening Handtekening
Premier van Georgië
Aangetreden 18 februari 2004
Einde termijn 3 februari 2005
President Micheil Saakasjvili
Voorganger Avtandil Dzjorbenadze
Opvolger Zoerab Nogaideli
Minister van Staat van Georgië
Aangetreden 25 november 2003
Einde termijn 18 februari 2004
Spreker van het parlement van Georgië
Aangetreden 20 november 1999
Einde termijn 1 november 2001
Opvolger Nino Boerdzjanadze
Aangetreden 25 november 1995
Einde termijn 20 november 1999
Voorganger Edoeard Sjevardnadze
Parlementslid
Aangetreden 16 oktober 1992
Einde termijn 25 november 2003
Lid Staatsraad
Aangetreden 10 maart 1992
Einde termijn 16 oktober 1992
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Zoerab Zjvania (Georgisch: ზურაბ ჟვანია, Russisch : Зураб Виссарионович Жвания) (Tbilisi, 9 december 19633 februari 2005) was een prominent Georgisch politicus en parlementslid. Hij was vanaf 1992 parlementslid en vanaf 1995 zes jaar lang voorzitter van het parlement. Na de Rozenrevolutie en de val van president Edoeard Sjevardnadze in november 2003 was hij drie maanden staatsminister in het interim-kabinet. Daarna werd hij in februari 2004 premier van Georgië onder president Micheil Saakasjvili tot aan zijn dood als gevolg van koolmonoxidevergiftiging in februari 2005.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Zjvania werd in 1963 geboren in Tbilisi. In 1985 behaalde hij zijn diploma aan de Faculteit van Biologie van de Staatsuniversiteit van Tbilisi, waar hij tot 1992 werkte als laborant en wetenschappelijk medewerker.[1] In 1985 richtte hij met andere jongeren en met steun van bekende wetenschappers een milieubeweging op, die hij in 1988 van NGO transformeerde in een politieke partij.[2]

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

Met deze transformatie van zijn milieubeweging tot Groene Partij van Georgië belandde Zjvania in de nationale politiek en leidde deze partij tussen 1988 en 1993. Als oppositiegroep nam de partij deel aan de onafhankelijkheidsstrijd van Georgië. In september 1991 sloot de Groene Partij zich aan bij het verzet tegen de regering van de eerste president van Georgië, Zviad Gamsachoerdia, wat zijn climax had in een bloedige coup en de vlucht van Gamsachoeerdia op 6 januari 1992. Zjvania was in 1992-1993 medevoorzitter van de Europese Groene Partij,[1] waarmee hij de eerste Oost-Europese (co-)voorzitter van de pan-Europese partij was.[2] In voorjaar 1992 werd Edoeard Sjevardnadze, de vroegere Sovjetminister van Buitenlandse Zaken, door de leiders van de coup naar Georgië gehaald om de Staatsraad te leiden waar Zjvania zitting in nam. In datzelfde jaar werd Zjvania namens de Groene Partij in het eerste post-Sovjet parlement van Georgië gekozen.[3]

Burgerunie[bewerken | brontekst bewerken]

Sjevardnadze richtte in najaar 1993 de politieke partij Burgerunie op, waar Zjnania zich bij aansloot en tussen 1993 en 1995 algemeen secretaris was. Bij de parlementsverkiezingen op 25 november 1995 werd hij wederom in het parlement gekozen, nu namens de Burgerunie en werd hij voorzitter van het Georgische parlement, een functie die hij tot 2001 zou vervullen. Dit gold in het toenmalige presidentiele systeem als tweede machtigste positie in de Georgische politiek. Zjvania had verschillende hervormingsgerichte personen de partij binnengehaald die ook in het parlement zitting namen, waaronder Micheil Saakasjvili. Onder leiding van Zjvania slaagde het parlement erin de wetgeving te transformeren gebaseerd op principes van democratie, mensenrechten en markteconomie, zijn grootste verdienste. Het betekende dat Georgië vanaf dat moment de weg omhoog vond en aansluiting kreeg bij de internationale gemeenschap.[1]

Sommige buitenstaanders meenden dat Sjevardnadze Zjvania kneedde voor opvolging, maar vanaf 1998 kwam de relatie tussen de twee steeds meer onder spanning te staan. Zjvania waarschuwde in juli 1998 dat corruptie en het falen van de regering om systeemhervormingen door te voeren, het land op 'de rand van de afgrond' hadden gebracht en dreigde met opstappen. Hierna kreeg Zjvania de ruimte om zijn protégé Saakasjvili een prominentere plaats in de Burgerunie te geven.[4] Na de parlementsverkiezingen van 1999 werd Zjvania weer tot parlementsvoorzitter gekozen. De herverkiezing in 2000 van Sjevardnadze luidde de val in van zijn bewind. In de zomer van 2001 verlieten hervormingsgezinde kabinetsleden zijn regering, scheurde de fractie van de Burgerunie en werd de positie van Zjvania als parlementsvoorzitter getart door de oppositie en overgelopen partijgenoten. Op 1 november 2001 werd hij door Sjevardnadze gedwongen ontslag te nemen als parlementsvoorzitter na verschillende politieke crises in de voorafgaande maanden.[5][4] Nino Boerdzjanadze volgde hem een week later op als voorzitter van het parlement.

Verenigde Democraten[bewerken | brontekst bewerken]

Hoofdrolspelers Rozenrevolutie

Zjvania verliet de Burgerunie in voorjaar 2002 na een mislukte poging partijvoorzitter te worden en richtte de politieke partij Verenigde Democraten op. Hij onderhield goede banden met Micheil Saakasjvili en zijn Verenigde Nationale Beweging, maar tot een fusie kwam het ondanks aankondigingen niet. Zjvania behield initieel afstand en koos ervoor bij de verkiezingen van 2003 met de nieuwe partij van Boerdzjanadze in zee te gaan.[4] Uiteindelijk wierpen Saakasjvili's bondgenoten zoals de Republikeinse Partij van Georgië in 2004 blokkades op tegen een fusie.[6]

De parlementsverkiezingen van 2 november 2003, die door Sjevardnadze's Burgerunie gewonnen zouden zijn, werden breed veroordeeld door lokale en internationale waarnemers en westerse bondgenoten zoals de Verenigde Staten.[7] Volgens de officiële uitslag behaalden Zjvania en Boerdzjanadze met hun lijstverbinding bijna 9% van de stemmen, oftewel 19 van de 235 zetels.[8][9] In reactie op de chaotische stembusgang en misstanden organiseerden Saakasjvili, Boerdzjanadze, Zjvania en andere oppositieleiders massaprotesten tegen Sjevardnadze.

Drie weken van grote volksprotesten volgden en resulteerden uiteindelijk in het aftreden van Shevardnadze op 23 november in wat de Rozenrevolutie is gaan heten. Parlementsvoorzitter Nino Boerdzjanadze werd op basis van een grondwettelijke bepaling de interim-president. Zjvania zelf werd staatsminister in de overgangsregering voorafgaand aan nieuwe presidentiële verkiezingen die op 4 januari 2004 werden gehouden. Deze werden door Saakasjvili gewonnen. Daags na de verkiezing kondigde Saakasjvili aan dat hij Zjvania als minister-president zou voordragen.[10]

Minister President[bewerken | brontekst bewerken]

Premier Zjvania op bezoek bij het Amerikaanse Department of Defense

Als premier van Georgië kreeg Zjvania meteen grote uitdagingen met de hervormingsdrift van Saakasjvili die hij eerder nog als "excessief radicalisme" bestempelde.[4] De zeer prominente pro-westerse koers van de regering leidde tot verschillende ontmoetingen tussen Zjvania en Amerikaanse kabinetsleden onder George W. Bush. Saakasjvili had beloofd het centrale gezag te herstellen in de afvallige gebieden Abchazië, Zuid-Ossetië en het afzijdige in zichzelf gekeerde Adzjarië. De regering richtte de pijlen eerst op laatstgenoemde wat in de winter en het voorjaar van 2004 tot een patstelling leidde. Uiteindelijk wist de regering onder leiding van Zjvania de Adzjaarse leider Aslan Abasjidze in mei 2004 geweldloos te ontzetten en de autonome republiek weer onder controle te krijgen.

Ondertussen waren in maart nieuwe parlementsverkiezingen gehouden, waarin de partijen van Zjvania, Boerdzjandze en Saakasjvili een lijstverbinding hadden. Ze wonnen hiermee 66% van de stemmen en verkregen door de kiesdrempel van 7% een zeer grote meerderheid van 135 zetel in het tot 150 zetels gekrompen parlement.[8][9] In de daaropvolgende maanden liepen de spanningen met Zuid-Ossetië op nadat de regering de smokkel van goederen via Zuid-Ossetië aanpakte en ontstonden er geregeld gewapende confrontaties die tot een bijna-oorlog leidden. Een poging van de regering in augustus 2004 om de regio weer onder gezag te krijgen mislukte. Het conflict domineerde Zjvania's agenda de rest van het jaar met moeilijke onderhandelingen met de Zuid-Osseten om tot een vergelijk te komen over onder meer ontwapening in de conflictzone.[11]

Overlijden[bewerken | brontekst bewerken]

Graf Zjvania

In de vroege ochtend van 3 februari 2005 stierf Zjvania aan koolmonoxidevergiftiging door een slecht geventileerde gasverwarming in het appartement in Tbilisi van de vice-gouverneur van de regio Kvemo Kartli, Raoel Oespepov, die ook stierf.[12] Er werden geen bewijzen gevonden dat hun dood met een misdrijf te maken had, maar mensen uit zijn omgeving vermoedden dat hij was vermoord. De regering vroeg de Amerikaanse FBI onderzoek te doen om de geruchtenmachine te stillen.[13] De FBI concludeerde twee maanden later dat er geen sprake was van een misdrijf en dat de officiële lezing correct was.[14] Kort na Zjvania's dood werd zijn bondgenoot en vertrouweling Zoerab Nogaideli door Saakasjvili voorgedragen als nieuwe premier en droeg hem op een nieuw kabinet te vormen. Nogaideli startte zijn politieke carrière in de Groene Partij van Zjvania.[15]

Controverse[bewerken | brontekst bewerken]

In weerwil van het FBI onderzoek werden de samenzweringsverhalen echter versterkt door de zelfmoord van Giorgi Chelasjvili, een adviseur van de presidentiële staf,[16] en claims van Zjvania's broer dat de dood van de premier geen ongeluk was met de verwarming maar moord door koolmonoxide.[17] Het hoofd van het forensisch onderzoek werd een paar maanden later vermoord en de verdachte hiervan pleegde daarna zelfmoord. De dood van Zjvania leidde tot verschillende documentaires die het officiële onderzoek en doodsoorzaak betwistten.[18] In 2006 zei voormalig president Sjevardnadze in een interview met de Washington Post dat hij overtuigd was dat Zjvania vermoord was, maar dat hij geen idee had door wie.[19]

De zaak hield de gemoederen in Georgië nog jaren bezig, en leidde tot heropening van het onderzoek meteen nadat de Georgische Droom in 2012 de macht overnam van de partij van president Saakasjvili.[20] De broer van Zoerab Zjvania kwam namens Georgische Droom in het parlement en was de katalysator van dit hernieuwde onderzoek. Ook de algemene verbetenheid van de nieuwe machthebbers jegens Saakasjvili en zijn voormalige regering was een bepalende factor. De Georgische Droom premier Bidzina Ivanisjvili dreigde Saakasjvili in 2013 vlak voor zijn aftreden als president met vervolging in de zaak van Zjvania.[21] In 2015 werden twee bodyguards van Zjvania veroordeeld vanwege veronachtzaming van hun taak, maar werd een forensisch arts die autopsie op Zjvania had gepleegd vrijgesproken van verzaking.[22] Het jarenlange onderzoek naar de dood van Zjvania door de autoriteiten onder de Georgische Droom regering leverde geen bewijs op van een andere doodsoorzaak dan eerder vastgesteld noch van een samenzwering.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Zurab Zhvania van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.