Hr.Ms. Zwaardvis (1972)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Vlag
Vlag
Hr.Ms. Zwaardvis
Vlag
Vlag
Indienststelling onderzeeboot "Zwaardvis" bij de RDM te Rotterdam (18-8-1972)
Overzicht
Naamsein S806
Geschiedenis
Kiellegging 14 juli 1966
Tewaterlating 2 juli 1970
In dienst gesteld 18 augustus 1972
Uit dienst gesteld 1994
Algemene kenmerken
Waterverplaatsing 2.350 ton (boven water) / 2.620 ton (onder water)
Afmetingen 66,9 m x 8,4 m
Bemanning 65
Techniek en uitrusting
Machinevermogen 5100 pk, (diesel-elektrisch), 3 Werkspoor RUB 215x12 dieselgeneratoren
Snelheid 13 knopen (boven water) 20 knopen (onder water)
Bewapening 6 x 21 inch torpedo (wapen)buizen
Portaal  Portaalicoon   Marine

De Hr.Ms. Zwaardvis (S806) was een Nederlandse onderzeeboot van de Zwaardvisklasse. De boot werd gebouwd door de Rotterdamse scheepswerf RDM. Van 1989 tot 1990 werd de Zwaardvis gemoderniseerd.[1]

Ernstige averij in 1973[bewerken | brontekst bewerken]

Op 17 juli 1973 ontstond 's nachts op de Noordzee op 20 zeemijl buiten de kust van het Korsfjord bij Stavanger ernstige averij waarbij het leven van de bemanning in gevaar is geweest. Via de snuiver kwam ongeveer 40 ton zeewater in de machinekamer terecht waarbij het schip onbestuurbaar op ongeveer 50 meter diepte terechtkwam. De bemanning slaagde erin om de ballasttanks met lucht te vullen waardoor het schip weer bovenwater kwam. Het schip werd eerst naar Haakonsvern nabij Bergen en later naar Den Helder gesleept. Na onderhoud op de werf van de RDM werd het schip op 1 juli 1974 weer in gebruik genomen.

Verkoop en sloop[bewerken | brontekst bewerken]

Na het uit dienst nemen van de Zwaardvis verkocht de Nederlandse staat het schip samen met Hr. Ms. Tijgerhaai in 1995 aan RDM Technology Holding onder voorwaarde dat de schepen in 2000 zouden worden ontmanteld als ze niet aan een betrouwbare koper werden verkocht. Potentiële kopers waren Indonesië, Egypte en Maleisië. Geen van de drie wilde uiteindelijk de boten kopen. Maar in verband met een mogelijke verkoop lagen de boten inmiddels wel al in een Maleise haven.[1] Het Nederlandse ministerie van defensie was bang dat de scheepswerf in Lumut haar vordering voor onderhoud en liggeld via de rechter zou verhalen door de verkoop van de schepen. De Nederlandse staat wilde verhinderen dat de boot of onderdelen, zoals torpedobuizen of radar, in onbevoegde handen zouden geraken. Daarop werd in 2005 een rechtszaak aangespannen tegen RDM. Op 17 augustus kwam de rechter met de uitspraak dat RDM voor oktober 2005 met de sloop van de boten begonnen zou moeten zijn of dat de boten in november 2005 terug moesten zijn in Nederland.[2] Na de uitspraak van de rechter werden de duikboten in 2006 in opdracht van de Nederlandse staat in Maleisië gesloopt en werden de kosten daarvan, 1,4 miljoen euro, verhaald op RDM.[3]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie S806 Hr.Ms. Zwaardvis (submarine, 1972) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.