Framboos

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Framboos
Framboos
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Fabiden
Orde:Rosales
Familie:Rosaceae (Rozenfamilie)
Geslacht:Rubus (Braam)
Ondergeslacht:Idaeobatus (Framboos)
Soort
Rubus idaeus
L. (1753)
Bloeiwijze
Loganbes
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Framboos op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De framboos (Rubus idaeus) is een bladverliezende plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De soort behoort evenals de gewone braam (Rubus fruticosus) tot het geslacht Rubus. Tot dit geslacht behoren meer dan zeshonderd soorten.

De framboos is een in heel Europa van nature voorkomende plant, die op open plaatsen in het bos en langs bosranden voorkomt en is als voedsel al sinds de vroegste tijden in gebruik. De teelt gaat terug tot de middeleeuwen.

De plant is een heester waarvan de stengels tot 2 meter lang kunnen worden. Elk jaar worden nieuwe stengels uit wortelopslag gevormd. Bij de zomerframboos dragen alleen de tweejarige stengels vrucht, waarna deze afsterven. Bij de herfstframboos dragen daarentegen de toppen van de eenjarige scheuten de vruchten. De framboos bestaat uit vele vruchtjes en is een verzamelsteenvrucht. In tegenstelling tot de braam laat de framboos makkelijk los van de bloembodem. De meeste rassen dragen rode vruchten, er zijn ook enkele rassen met gele vruchten.

Ecologie[bewerken | brontekst bewerken]

Frambozen groeien als pionierplant op open plekken in het bos. Eenmaal uit zaad opgekomen verbreidt de plant zich verder door wortelopslag.

Plantengemeenschap[bewerken | brontekst bewerken]

De framboos is een kensoort voor het onderverbond Circaeo-Alnenion van het verbond van els en gewone vogelkers (Alno-padion).

Teelt[bewerken | brontekst bewerken]

Door verschillende teeltmethoden toe te passen kan de oogst over een lange periode, van eind april tot eind december, gespreid worden.

  • Zomerframbozen. Door de zomerframbozen in een plastic tunnel te telen is de oogst met ongeveer een maand te vervroegen. Frambozen kunnen ook onder glas geteeld worden, zowel in potten als in de grond. Door de kas te verwarmen kan de oogst nog eens met een maand vervroegd worden.
    • Normale buitenteelt. Direct na de oogst worden de afgedragen stengels verwijderd. In het vroege voorjaar worden de nieuwe stengels aangebonden. Voor de buitenteelt worden 8-10 stengels per meter aangehouden, de rest van de stengels wordt weggesnoeid.
  • Herfstframbozen. Om een goede oogst in het najaar te krijgen worden in de late winter alle scheuten weggesnoeid. Door herfstframbozen in een verwarmde kas te telen kan de oogst tot eind december plaatsvinden. Bij de doorteelt worden in de winter alleen de afgedragen toppen verwijderd. In het voorjaar wordt dan van de onderste ogen geoogst.

Teelt van frambozen in Nederland:

Jaar hectaren
1997 46
2000 36
2001 31
2002 32
2003 31
2004 29
2005 30

Rassen[bewerken | brontekst bewerken]

Binnen het geslacht Rubus zijn vele soortkruisingen uitgevoerd. De meeste hybriden zijn voor de beroepsteelt niet belangrijk. Een klein aantal hybriden wordt echter wel op kleine schaal aangeplant, zoals de loganbes en de taybes. Ook het ras ' Silvan' is een soorthybride van de braam en de framboos. De rassen kunnen worden ingedeeld in twee groepen:

Zomerframbozen[bewerken | brontekst bewerken]

Gele frambozen
  • 'Glen Clova': Rijpt vroeg. Tamelijk grote iets lichtrode stevige vruchten met goede smaak. Een van de beste rassen.
  • 'Malling Delight': Rijpt vroeg. Geeft zeer grote vruchten met een zeer goede smaak. De vruchten zijn -mede door hun grootte- echter erg kwetsbaar.
  • 'Malling Promise': Rijpt vroeg. Middelgrote vruchten met goede smaak.
  • 'Malling Jewel': Rijpt vroeg. Lange rode vrucht.
  • 'Spica': Rijpt vroeg. De stevige tamelijk donkere vruchten smaken goed, maar zijn aan de kleine kant. Zeer geschikt voor verwerking.
  • 'Rode Radboud': Rijpt middentijds. Tamelijk grote vrij donkere vruchten met een matige smaak.
  • 'Jochems Roem': Rijpt middentijds. Grote helderrode vruchten, enigszins grofkorrelig, matige smaak. Minder geschikt voor verwerking. Vatbaar voor vruchtrot.
  • 'Tulameen': Rijpt middentijds. Grote stevige helderrode vruchten met een goede smaak. Een van de beste rassen.
  • 'Glen Ample': Rijpt middentijds. Grote lichtrode stevige vruchten met goede smaak.
  • 'Golden Everest': Rijpt middentijds. Geeft middelgrote tot tamelijk kleine vruchten die geel van kleur zijn (bij volledige rijpheid neigen ze naar oranje). Zoete smaak met weinig aroma. Vrij productief, maar slecht bewaarbaar.
  • 'Meeker': Rijpt middentijds. Donkerrood en dik fruit.
  • 'Marwé': Rijpt laat. Grote helderrode vruchten met matig goede smaak. Een van de beste rassen.
  • 'Schönemann': Rijpt laat. De stevige dof donkerrode vruchten zijn aan de kleine kant. Matige smaak. Zeer geschikt voor verwerking.
  • 'Sirius': Rijpt laat tot zeer laat. Stevige donkere vruchten met een matige grootte en een matige smaak. Geschikt voor verwerking.
  • 'Valentina': Een abrikooskleurige zomerframboos.

Herfstframbozen[bewerken | brontekst bewerken]

Frambozen
  • 'Autumn Bliss': Tamelijk grote tamelijk donkere vruchten met goede smaak. Een van de beste herfstrassen.
  • 'Galante': Grote dof helderrode vruchten met een goede smaak. Erg productief. Wordt met name gebruikt voor de teelt in tunnels en kassen en is dan tevens geschikt voor een doorteelt.
  • 'Polana': Pools ras met tamelijk grote vruchten met een prima kwaliteit.
  • 'Heritage': Stevige wat kleinere helderrode vruchten. Erg productief en goed van smaak.
  • 'Zefa Herbsternte'. Grote lang kegelvormige vruchten met een donkerrode tot paarsachtige kleur. Goede smaak. Vatbaar voor aantasting door virussen.
  • 'Golden Bliss': Is een geelvruchtige versie van Autumn Bliss.
  • 'Kiwi Gold': Is een geelvruchtige versie van Heritage.
  • 'Fallgold': Is ook een geelvruchtig ras. Geeft zachte vruchten met een zeer goede, zoete smaak. Niet buitengewoon productief. Niet gevoelig voor ziekten.
  • 'Polka': Grote, langwerpige en dieprode vruchten. Deze vruchten zijn goed van smaak en lang te bewaren.
  • 'HimboTop': Grote, donkerrode vruchten met een sterk aroma.
Herfstframboos Aroma Queen
  • 'AromaQueen': Grote, rode tot donkerrode vrucht met sterk frambozenaroma. Doorontwikkeling van Autumn Bliss.
  • 'Sugana': Doordrager.

Bloei en oogsttijd[bewerken | brontekst bewerken]

De bloei is van eind mei tot eind juni. De framboos kan zich zelf bestuiven, maar insectenbestuiving, met name door bijen en hommels, bevordert de vruchtzetting. Er zijn, afhankelijk van het ras, bij de zomerframbozen rijpe vruchten vanaf eind juni tot half augustus. Per ras duurt de oogst ongeveer vier weken. Het verschil in rijptijd tussen het vroegste en laatste ras is ongeveer twee weken. Bij de herfstframbozen zijn er rijpe vruchten vanaf begin augustus tot de eerste week van oktober soms zelfs tot de eerste nachtvorst en bij een doorteelt ook in mei tot half juli. Per ras duurt de oogst bij herfstframbozen zes tot acht weken.

Vermeerdering[bewerken | brontekst bewerken]

De framboos wordt vegetatief vermeerderd door wortelstekken, zomerstekken en afleggen, maar kan ook vermeerderd worden via zaad. Om de eigenschap van de moederplant en dus het ras te behouden, moet deze echter op vegetatieve wijze worden vermeerderd.

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Bavarois van frambozen
Frambozen

Van de framboos worden alleen de vruchten gegeten. De vruchten hebben een specifieke smaak en zijn afhankelijk van het ras lichtrood tot donkerrood gekleurd. Ook komen rassen voor met geelgekleurde vruchten. Frambozen worden zowel vers gegeten als verwerkt in frambozenjam, vruchten op siroop, tot bavarois, tot sap, tot puree en saus. Ze worden ook als losse vruchten ingevroren.

Van de bladeren kan thee worden getrokken. Hiervoor dienen ze, na het plukken, eerst te worden gedroogd op een droge en luchtige plaats.

Medicinale werking[bewerken | brontekst bewerken]

De bloemen werden door Dodonaeus in een mengsel met honing aanbevolen tegen onder meer ooginfecties. De framboos wordt ook gebruikt in medicijnen voor kinderen om er een lekker smaakje aan te geven.

Bestanddelen[bewerken | brontekst bewerken]

Zoals alle vruchten heeft ook de framboos een lage pH-waarde, die varieert van 3,0 tot 3,65. Een liter frambozensap bevat 12-19 g zuur (gemiddeld 15,5 g), waarvan citroenzuur het hoofdbestanddeel is. Verder komen als organische zuren nog appelzuur en iso-citroenzuur voor. De framboos bevat gemiddeld 8,15% suiker bestaande uit glucose, fructose en sacharose in ongeveer gelijke hoeveelheden. De Brix-waarde is 8,5-11,5°. Verder zitten in frambozen vooral vitamine C, maar ook de vitaminen B2 en B6 komen erin voor. Daarnaast bevatten frambozen 1% eiwit en 7% koolhydraten. De energie-inhoud van 100 g is 134 kJ.

Daarnaast blijkt dat de framboos een hoog gehalte aan gezondheidsbevorderende stoffen, zogenaamde antioxidanten, heeft. Ongeveer de helft van de anti-oxidantwerking wordt vermoedelijk veroorzaakt door ellagitannines, maar de positieve invloed hiervan is niet bewezen.[1]

Ziekten en beschadigingen[bewerken | brontekst bewerken]

Virusziek frambozenblad van Schönemann

Frambozen zijn zeer vatbaar voor het mozaïekvirus. Bij de beroepsteelt wordt virusvrij plantmateriaal aangeplant. De aanplant wordt zo lang mogelijk virusvrij gehouden. Frambozen bij volkstuinders zijn bijna allemaal besmet met het virus.

De frambozenkever (Byturus tomentosus) kan in de beroepsteelt makkelijk worden bestreden.[bron?] Wordt er geen bestrijding toegepast dan kan tussen de bloembodem en de vrucht de larve van de frambozenkever voorkomen. Bij het plukken kruipt de larve snel uit de vrucht weg en valt op de grond. Veel mensen kijken dan ook tijdens het plukken in de vrucht alvorens de framboos op te eten. De frambozenschorsgalmug (Resseliella theobaldi) kan veel schade aanrichten.

larve van de frambozenkever
Frambozenkever

Van de schimmelziekten kan grauwe schimmel (Botryotinia fuckeliana) die vruchtrot veroorzaakt, stengelsterfte (Leptosphaeria coniothyrium), stengelvlekkenziekte (Elsinoe veneta), twijgsterfte (Didymella applanata), wortelsterfte (Phytophthorae fragariae var. rubi) en meeldauw (Sphaerotheca aphani) op framboos voorkomen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Rubus idaeus op Wikimedia Commons.