Intertekstualiteit

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Postmodernisme
Architectuur

New Urbanism · Vinex

Filosofie

Deconstructie · Posthumanisme · Poststructuralisme · Postkolonialisme · Postmarxisme

Kunst

Camp · Conceptuele kunst · Installatiekunst · Popart

Literatuur

Intertekstualiteit
Ironie · (Postmodernisme in Nederland)

Intertekstualiteit is het voorkomen in literaire teksten van echo's van andere (literaire) teksten, de invloed die uitgaat van vroegere teksten en op welke manier daar creatief mee wordt omgegaan. In die zin wordt de term sinds 1966 in de literatuurwetenschap gebruikt.

Het weefsel dat een tekst is, hangt weer met talrijke draden vast aan andere teksten. Het verst in deze visie gaat de Franse wijsgeer Jacques Derrida, volgens wie de hele (kenbare) werkelijkheid één grote tekst is: "Il n'y a pas de hors-texte".

Intertekstuele verbanden kunnen min of meer zichtbaar in de tekst aanwezig zijn: als citaat, als parodie of persiflage, als (literair) motto, als allusie. In sommige gevallen is de intertekstualiteit verborgen of wordt ze door de auteur zelfs ontkend (plagiaat).

De term is in 1966 in het westen geïntroduceerd door de Franse literatuurwetenschapster Julia Kristeva in haar bespreking van de Russische theoreticus Michail Bachtin. Bekend is haar stelling dat een tekst alleen kan worden begrepen in het licht van andere teksten. Daardoor kan alleen een lezer die deel uitmaakt van deze traditie de betekenis van deze tekst vaststellen. Deze definitie van intertekstualiteit ontleent veel aan het dialogisme zoals gedefinieerd door Bachtin.

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

  • "de woorden die Gij wakker leest (...) vrees niet de gedachte dat U door deze woorden werd gekust" (Leo Vroman, 'Voor wie dit leest') alluderen op het sprookje van Doornroosje
  • 'Ja' (een gedicht van K. Schippers) begint met "Ik heb je lief zoals je soms / gelijk een gouden zomerdag bent", een allusie op Shakespeares beroemde sonnet 'Shall I compare thee to a summer's day'
  • 'Het dwaze bijeen' (een gedicht van Tonnus Oosterhoff) bevat talrijke (al dan niet verbasterde) citaten uit en zinspelingen op 'Het lied der dwaze bijen' van Martinus Nijhoff
  • Hugo Claus' roman De geruchten verwerkt de theorie van René Girard over het zondebokmechanisme

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]