Lichtstroom

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De lichtstroom is een lichttechnische grootheid die het voor het menselijk oog waarneembare vermogen aan uitgestraald licht aangeeft. De eenheid waarin de lichtstroom wordt uitgedrukt is de lumen, afgekort als lm.

Fysische achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

De lichtstroom is de met de ooggevoeligheidskromme van het menselijk oog en het maximum van het fotometrisch stralingsequivalent genormeerde spectrale stralingsflux:

,

met

de spectrale stralingsflux. Daarbij wordt met de verschillende lichtgevoeligheid, afhankelijk van dag- of nachtzicht, rekening gehouden door middel van aangepaste waarden voor de lichtgevoeligheidskromme:

  • voor dagzicht, fotopische omstandigheden:
  • voor nachtzicht, scotopische omstandigheden:

Fotopische omstandigheden wil zeggen dat het oog geadapteerd is aan het licht: de pupil is klein, de maximale gevoeligheid ligt bij een golflengte van 555 nm (groen), kleuren worden goed waargenomen. Scotopische omstandigheden wil zeggen dat het oog aangepast is aan het donker: de pupil is groot, de maximale gevoeligheid ligt bij 505 nm (blauw-groen), kleuren worden niet of nauwelijks waargenomen.

Net als bij het begrip stralingsenergie wordt het product van lichtstroom en de tijd waarin deze wordt uitgestraald, de lichthoeveelheid of lichtenergie genoemd. De eenheid is lumen × seconde:

Specifieke lichtstroom of lichtrendement[bewerken | brontekst bewerken]

De verhouding tussen lichtstroom en het ervoor benodigde vermogen wordt de specifieke lichtstroom (of het lichtrendement) genoemd. Dit wordt uitgedrukt in de eenheid lumen per watt. Op de verpakking van een bepaald type spaarlamp van een bekend merk staat bijvoorbeeld dat hij 500 lumen levert bij een opgenomen vermogen van 8 watt. De specifieke lichtstroom is dan 500 lm/8 W = 62,5 lm/W.

Wegwijzer lichtgrootheden en -eenheden[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder volgt een lijst van lichtgrootheden en -eenheden.

naam (symbool)
(Engelse term)
definitie eenheid omrekening
Lichtsterkte (Iv)
(luminous intensity)
candela (cd)
Lichtstroom (Φ)
(luminous flux)
lumen (lm)
Specifieke lichtstroom
(of lichtrendement) (η, Φs)
(luminous efficacy)
lm/W
Verlichtingssterkte: (E)
(illuminance)
lux (lx)
Luminantie (L)
(luminance)
Lichtenergie (Qv)
(luminous energy)
lumenseconde (lm⋅s)
Ruimtehoek (Ω)
(solid angle)
steradiaal (sr)

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • HR Ris: Beleuchtungstechnik für Praktiker. 2. Auflage, VDE-Verlag GmbH, Berlin-Offenbach 1997, ISBN 3-8007-2163-5
  • Günter Springer: Fachkunde Elektrotechnik. 18. Auflage, Verlag Europa-Lehrmittel, Wuppertal 1989, ISBN 3-8085-3018-9
  • Wilhelm Gerster: Moderne Beleuchtungssysteme für drinnen und draussen. Compact Verlag, München 1997, ISBN 3-8174-2395-0
  • Horst Stöcker: Taschenbuch der Physik. 4. Auflage, Verlag Harry Deutsch, Frankfurt am Main 2000, ISBN 3-8171-1628-4