Mammogram

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mammografie van de rechterborst
Mammografie

Een mammogram of mammografie is een afbeelding van de borstklier door middel van röntgenstraling (van mamma - borst, γράφειν, graphein - schrijven). Een mammogram wordt praktisch uitsluitend gebruikt voor het vroegtijdig opsporen van borstkanker en monitoren van "genezen verklaarde" borstkankers.

Met een mammografie kan men tumoren en cysten in de borstklier opsporen. Doordat de techniek berust op X-stralen is het echter zeer moeilijk om een onderscheid te maken tussen goedaardige en kwaadaardige tumoren. In het algemeen kan men enkel het verschil zien tussen het vetweefsel van de borst en een tumor. Een tumor karakteriseert zich gelijkaardig als spierweefsel, dit bevat een hogere concentratie aan zuurstof-atomen dan vetweefsel, vetweefsel heeft op zijn beurt een grotere concentratie aan waterstof-atomen. Het is dit verschil in concentraties dat op de uiteindelijke foto ervoor zorgt dat een tumor zichtbaar wordt.

Aangezien er ook goedaardige tumoren bestaan die qua samenstelling nagenoeg identiek zijn aan kwaadaardige tumoren is een mammografie zeker geen sluitend bewijs van borstkanker. Wanneer men een tumor op de mammografie ontdekt zal men eerst verdere onderzoeken aanvatten die wel uitsluitsel kunnen geven over de goed- of kwaadaardigheid van de tumor.


Mammografie of mammografie en echografie

Om borstkanker te diagnosticeren kan je een mammografie laten nemen of een mammografie en echografie. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat op dit moment een aanvullende echografiescreening geen voordeel biedt. Hierdoor ontstaat er een groter aandeel fout-positieve uitslagen en worden er meer biopten genomen. Het onderzoek wees wel aan dat bij vrouwen met dichte borsten met mammografie en echografie drie keer meer borstkanker per 1000 vrouwen ontdekt werd dan met alleen mammografie. Voor hen is dit wel gunstig. Verder studies met een langere observatieperiode zijn ook nodig om de effecten op morbiditeit en mortaliteit te beoordelen.[1][2]

Screening[bewerken | brontekst bewerken]

In Nederland en België wordt aan vrouwen tussen bepaalde leeftijdsgrenzen (50-75 jaar) tweejaarlijks de gelegenheid geboden een mammografie te laten maken in het kader van een bevolkingsonderzoek voor vroegtijdige opsporing van borstkanker. Sommige studies twijfelen aan het nut van een dergelijke grootschalige screening. We moeten immers rekening houden met het feit dat bij elke mammografie we een dosis röntgenstraling door de borst sturen waar deze mogelijke schade kan aanrichten en dat niet elke vrouw evenveel kans heeft op het krijgen van borstkanker. Op dit moment houdt men zich aan de standaard van minstens jaarlijkse controle van de borst op knobbeltjes en om de 2 à 3 jaar een mammografie. Het is echter zeer belangrijk zodra de patiënt zelf een abnormaliteit aan de borst voelt om een arts te raadplegen. Hoe langer men wacht, hoe meer tijd men geeft aan het kwaadaardig weefsel om zich te verspreiden (de zogenoemde uitzaaiingen).

Procedure bij het ontdekken van een abnormaliteit aan de borst[bewerken | brontekst bewerken]

Bij het voelen van een knobbeltje in de borst is een mammografie over het algemeen het eerst in aanmerking komende nadere onderzoek. In veel ziekenhuizen zijn speciale mammografie-spreekuren waarbij in dezelfde sessie meteen ook een echografie en eventueel zelfs een proefpunctie kan worden verricht, zodat de periode van (soms martelende) onzekerheid voor de patiënten zo kort mogelijk duurt. Hier komt men echter van terug omdat dit hoge kosten met zich meedraagt. Men prefereert om eerst de mammografie uit te voeren en pas op basis van de resultaten eventuele verdere onderzoeken aan te vatten. De gebruikte technologieën in de radiologie zijn echter ook al sterk verbeterd waardoor de resultaten sneller beschikbaar zijn.

Bij het vaststellen van een tumor wordt met een echografie de bloeddoorstroming van het weefsel onderzocht en indien de resultaten opnieuw wijzen in de richting van een kwaadaardige tumor wordt een biopsie van de tumor genomen. Dit sample wordt dan uitgebreid onderzocht en biedt zekerheid over het al dan niet kwaadaardig zijn van het weefsel.

Procedure bij het nemen van een mammografie[bewerken | brontekst bewerken]

Bij een mammografie wordt gebruikgemaakt van röntgenapparatuur. Tijdens een mammografie gaat de patiënte met ontbloot bovenlichaam voor het röntgenapparaat staan. De röntgenlaborant legt de borst op een steunplaat, waarna de borst zo plat mogelijk wordt aangedrukt door een andere plaat. Dit kan onaangenaam of zelfs pijnlijk zijn maar is nodig om een optimale beeldkwaliteit te krijgen. Bij veel mensen bestaat het verkeerde idee dat men dit doet om zo weinig mogelijk lucht tussen de bron en de detector te hebben. Maar in werkelijkheid doet men dit om het grootste probleem bij x-stralen radiografie, [verstrooiing] aan de materie, op te lossen. Het is namelijk zo dat hoe meer lichaam de straling moet doorkruisen, hoe meer deze kan verstrooien en deze verstrooiingen geven dan vals-positieve inslagen op de detector.

Van elke borst worden één of meerdere foto's gemaakt. Hoeveel foto's doorgaans gemaakt worden hangt af van onder andere de grootte van de borsten.

Risico's[bewerken | brontekst bewerken]

Sommige studies stellen dat vrouwen met een genetische of familiaire predispositie voor borstkanker, die sowieso al een verhoogde kans op borstkanker hebben, een nog hoger risico krijgen op borstkanker door de straling die wordt opgelopen bij de mammografie.[3] Om deze reden moet bij deze groep extra voorzichtig omgegaan worden met mammografie, met name wanneer zij nog jong zijn. De artsen moeten dan ook een moeilijke afweging maken tussen het uitvoeren van een mammografie, wat een dosis straling inhoudt, of het niet uitvoeren van een mammografie bij een groep die al een hoger risico op borstkanker hebben. De standaard is op dit moment om deze vrouwen toch nog extra te monitoren en men beveelt voor deze groep een mammografie om de 2 jaar aan.

Mammogrammen zijn minder effectief bij het ontdekken van tumoren bij jonge vrouwen. Met name bij vrouwen in de leeftijd van 20 tot 50 jaar, waarvan het klierweefsel vaak nog compact is, kan dit leiden tot fout-positieve uitslagen, wat aanleiding kan geven tot onrust en kan leiden tot onnodige biopsie.[4] In de leeftijdscategorie 40 tot 50 jaar is het voordeel van mammografie nog relatief klein ten opzichte van de risico's. Om deze reden adviseerde een Amerikaanse wetenschappelijke adviescommissie in 2009 dat mammografie niet automatisch vanaf het veertigste levensjaar moest plaatsvinden en dat artsen de risico's en voordelen met hun patiënten zouden moeten bespreken.[4] Mammografie is zinvoller bij oudere vrouwen omdat borstweefsel bij het ouder worden verandert, maar ook bij deze categorie komen behoorlijk hoge percentages fout-positieve (Engels: false positive) uitslagen voor. In een Nederlands onderzoek bleek 60% van alle afwijkende mammografieën in deze leeftijdscategorie fout-positief.[5]

Alternatieven[bewerken | brontekst bewerken]

Een alternatieve borstkankertest, genaamd "medische thermografie" ook wel bekend als "infraroodscreening" kan met name bij vrouwen die nog niet in de overgang zijn, en die nog compact klierweefsel hebben, een bruikbaar alternatief zijn.[6][7] Ook bij vrouwen met borstprotheses, voor wie mammografie problemen oplevert, zou deze onderzoeksmethode een zinvol alternatief kunnen zijn.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Mammography van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.