Kabinetsformatie Nederland 1977: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dajasj (overleg | bijdragen)
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website Geavanceerde mobiele bewerking
k wedstrijd afgelopen
(335 tussenliggende versies door 6 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Bestand:Kabinetsformatie, gesprek zetelverdeling vlnr Van A Van der Grinten , Wiege, Bestanddeelnr 929-4668.jpg|miniatuur|Van Agt (l) en Wiegel (r) in gesprek over de verdeling van ministersposten onder leiding van informateur Van der Grinten op 2 december 1977.]]
{{schrijfwedstrijd}}
Na de [[Tweede Kamerverkiezingen 1977|Tweede Kamerverkiezingen van 25 mei 1977]] vond een [[kabinetsformatie in Nederland|kabinetsformatie]] plaats in [[Nederland]]. Op 19 december 1977 resulteerde dit in het [[kabinet-Van Agt I]]. De coalitie werd gevormd door het [[Christen-Democratisch Appèl]] (CDA) en de [[Volkspartij voor Vrijheid en Democratie]] (VVD).
[[Bestand:Eerste kabinet Van Agt (1977-1981). De bewindslieden lopen na de beëdiging de trappen van Paleis Soestdijk op. Voorop lo - SFA003001466.jpg|thumb|De ministers van het [[kabinet-Van Agt I]] en koningin [[Juliana der Nederlanden|Juliana]] verlaten de trappen van het bordes van [[Paleis Soestdijk]] na het laten maken van de traditionele persfoto's.]]
[[Bestand:Verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer.ogv|thumb|thumbtime=307|[[Polygoonjournaal]] over de verkiezingscampagne]]
De '''Nederlandse kabinetsformatie van 1977''' vond plaats na de [[Tweede Kamerverkiezingen 1977|Tweede Kamerverkiezingen van 25 mei dat jaar]] en leidde tot het aantreden van het [[kabinet-Van Agt I]]. Met een lengte van 208 dagen is de formatie de op-drie-na langste uit de Nederlandse geschiedenis.


De eerste vijf maanden werd er onder [[formateur]] [[Joop den Uyl]] onderhandeld over een kabinet van [[Partij van de Arbeid (Nederland)|Partij van de Arbeid]] (PvdA), de grootste partij, CDA en [[Democraten 66]] (D'66). Viermaal liep dit vast, en werden [[informateur]]s gevraagd om de partijen bij elkaar te brengen. Na de vierde keer bleek de breuk definitief. Binnen een maand wist vervolgens het CDA tot een akkoord te komen met de VVD. Zes leden van de CDA-fractie — de [[CDA-loyalisten|loyalisten]] — stemden tegen het akkoord, maar gedoogden het kabinet wel waardoor het kabinet een meerderheid behield.
==Kabinet-Den Uyl==
[[Bestand:Dries van Agt 1977.png|thumb|CDA-lijsttrekker Dries van Agt tijdens de campagne van 1977]]
De verkiezingen waren al gepland toen op 22 maart 1977 het [[kabinet-Den Uyl]] viel. Dit kabinet was in 1973 tot stand gekomen als een gevolg van de zogenoemde [[Progressieve samenwerking in Nederland in de jaren 1970|progressieve samenwerking van de jaren zeventig]] en van de geslaagde poging van kabinetsinformateur [[Jaap Burger]] om individuele leden van twee confessionele partijen ([[Katholieke Volkspartij|KVP]] en [[Anti Revolutionaire Partij|ARP]]) op persoonlijke titel te laten toetreden tot het kabinet.


De formatie duurde 208 dagen en was toen de [[Lijst van kabinetsformaties in Nederland|langste Nederlandse kabinetsformatie]].{{efn|Sindsdien geëvenaard door de formaties in [[kabinetsformatie Nederland 2017|2017]] en [[kabinetsformatie Nederland 2021-'22|2021-'22]].}} Door de lange duur en de onverwachte uitkomst staat het bekend als de "moeder van alle formaties".
De beide confessionele fracties in de [[Tweede Kamer der Staten-Generaal|Tweede Kamer]] voelden zich vervolgens min of meer gedwongen het kabinet te gedogen, hoe zeer dit ook bemoeilijkt werd door enerzijds de neiging van de progressieve partijen ([[Partij van de Arbeid (Nederland)|PvdA]], [[Democraten '66|D'66]] en [[Politieke Partij Radikalen|PPR]]) om het kabinet vooral als "progressief" te presenteren (ook wel: "rood met een witte rand", waarbij D'66 en de PPR gemakshalve "rood" werden genoemd en de confessionelen de "witte rand" uitmaakten) , en anderzijds door het feit dat een derde confessionele partij ([[Christelijk-Historische Unie|CHU]]) niet deelnam aan het kabinet. Juist met deze partij, die deel uitmaakte van de oppositie, waren KVP en ARP in onderhandeling tot de oprichting van het [[Christen Democratisch Appèl|CDA]].


==Achtergrond==
Het kabinet-Den Uyl viel uiteindelijk over de [[grondpolitiek]], een van de vier grote maatschappijhervormingen die het kabinet, op basis van het gezamenlijk verkiezingsprogramma van de progressieven (''[[Keerpunt '72]]'') had aangekondigd. Daaraan voorafgaand was toenemende wrevel ontstaan tussen de progressieve partijen en hun christelijke partners over de drie andere hervormingsvoorstellen, terwijl ook het optreden van KVP-minister van Justitie [[Dries van Agt]] in toenemende mate de ergernis van de drie vooruitstrevende partijen had opgewekt. Zo verweet men hem zijn houding ten opzichte van [[abortus]] en zijn wankele optreden in de zaak van de veroordeelde oorlogsmisdadiger [[Pieter Menten]].
[[Bestand:Verkiezingscampagne voor de Tweede Kamer.ogv|miniatuur|Impressie van de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen door [[Polygoon Hollands Nieuws]].]]
=== Kabinet-Den Uyl ===
Het [[kabinet-Den Uyl]] onder leiding van premier [[Joop den Uyl]] had als coalitie PvdA, D'66 en [[Politieke Partij Radikalen]] (PPR). Die partijen hadden als onderdeel van de [[Progressieve samenwerking in Nederland in de jaren 1970|progressieve samenwerking]] voor de [[Tweede Kamerverkiezingen 1972]] een gezamenlijk regeerprogramma: [[Keerpunt 1972]]. Tijdens de [[kabinetsformatie Nederland 1972-'73|kabinetsformatie van 1972-'73]] was het hen gelukt om de [[confessionele partij]]en [[Christelijk-Historische Unie]] (CHU), [[Anti Revolutionaire Partij]] (ARP) en [[Katholieke Volkspartij]] (KVP) uit elkaar te spelen. Die laatste twee leverden ministers en [[Gedoogsteun|gedoogden]] het [[extraparlementair kabinet|extraparlementaire kabinet]].{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=12}}


In deze periode waren KVP, ARP en CHU bezig met een fusie tot het het [[Christen-Democratisch Appèl]] (CDA). De daadwerkelijke fusie vond pas plaats in 1980, maar de partijen wilden wel al één kandidatenlijst. Beoogd [[lijsttrekker]] was [[Vicepremier (Nederland)|vicepremier]] en minister van Justitie [[Dries van Agt]], afkomstig uit de KVP. Hij werd gewaardeerd binnen de partijen om zijn principiële opstelling in het [[Abortus in Nederland|abortusdebat]] en de manier waarop hij regelmatig de PvdA in het harnas had gejaagd.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=14-15}}
Ook de verhouding tussen de premier, [[Joop den Uyl]] (PvdA), en zijn vice-premier Van Agt had onder dit alles zwaar te lijden gehad. In de verkiezingsstrijd van 1977 werd Den Uyl gevraagd naar zijn oordeel over Van Agt, waarbij hij opmerkte: ''Men weet wel wat hem drijft, maar niet waarheen''.


De verhoudingen binnen het kabinet-Den Uyl waren slecht en het ''vechtkabinet'' viel uiteindelijk vlak voor de verkiezingen. De slechte verhoudingen waren alleen maar toegenomen toen [[opiniepeiling]]en in oktober 1976 lieten zien dat de PvdA er slecht voor stond. Dieptepunt was de persoonlijke aanval van PvdA-Kamerlid [[Aad Kosto]] op Van Agt in het debat op 23 februari 1977 over de [[zaak-Menten]]. Kosto noemde Van Agt een incapabele minister die ongeschikt was als politiek leider. Een maand later viel het kabinet na de [[kabinetscrisis over de grondpolitiek]], een van de vier grote maatschappijhervormingen die het kabinet op basis van Keerpunt '72 had aangekondigd.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=13-14}}
==De verkiezingen==
[[Bestand:1977 election poster PvdA.jpg|thumb|Verkiezingsposter van de PvdA]]
{{zie ook|Zie ook:[[Tweede Kamerverkiezingen 1977]]}}
Tot verbazing van velen, en niet in de laatste plaats van hemzelf, werd Dries van Agt aangewezen als lijstaanvoerder van de nieuwe fusiepartij CDA. Aan progressieve zijde waren Den Uyl en [[Jan Terlouw]] (D'66) de lijsttrekkers. De PPR had, mede met het zicht op voor die partij desastreuze peilingen, vooraf al besloten niet meer deel te nemen aan een progressief blok in een nieuw te vormen kabinet. De campagnes werden overigens twee dagen voor de verkiezingen stilgelegd naar aanleiding van de Molukse [[treinkaping bij De Punt]] en de gelijktijdig plaatsvindende [[gijzeling lagere school in Bovensmilde|gijzeling van de lagere school in Bovensmilde]].


=== Verkiezingen ===
De grote winnaar van deze verkiezingen was de PvdA, die tien zetels won en op 53 zetels uitkwam, met de leuze "Kies de minister-president". Ook de [[Volkspartij voor Vrijheid en Democratie|VVD]] (van 22 naar 28 zetels) en D'66 (van zes naar acht) deden het goed. Het CDA, dat voor het eerst deelnam, behaalde één zetel winst ten opzichte van het gezamenlijke resultaat van ARP, CHU en KVP in [[Tweede Kamerverkiezingen 1972|1972]].
{{zie hoofdartikel|Tweede Kamerverkiezingen 1977}}
[[Bestand:1977 election poster PvdA.jpg|miniatuur|upright=0.9|Verkiezingsposter van de PvdA|alt=Bovenaan de verkiezingsposter staat: "Kies de minister-president". Daaronder staat een kleine afbeelding van Den Uyl met de tekst "Den Uyl lijst 2". Onderaan staat in het rood "PvdA".]]


Voor de [[verkiezingscampagne]] hadden de drie grootste partijen — PvdA, CDA en VVD — hun eigen speerpunten. Het CDA deed bij deze verkiezingen voor het eerst met [[Tweede Kamerverkiezingen 1977/Kandidatenlijst/CDA|een gezamenlijke kandidatenlijst]] mee. Belangrijkste punten voor Van Agt waren de [[werkloosheid]], de [[inflatie]], [[abortus]] en [[Ethisch reveil|'het ethisch en geestelijk reveil']]. De samenwerking tussen PvdA, PPR en D'66 viel daarentegen uit elkaar, vanwege tegenvallende resultaten bij lokale verkiezingen en in de [[Opiniepeiling|peiling]]en. De PvdA probeerde met de [[verkiezingsleus]] 'Kies de minister-president, Kies Den Uyl' vooral campagne te voeren met Den Uyl als [[staatsman]]. [[Hans Wiegel]] was bij de VVD voor de tweede keer lijsttrekker. Met het motto "puin ruimen" richtte Wiegel zich vooral op de PvdA. De VVD ontzag het CDA met het oog op mogelijke samenwerking.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=15-16}}
Op de uitslagenavond zelf leek alles te wijzen op een voortzetting van het kabinet-Den Uyl, dat wil zeggen zonder de PPR (die vier van haar zeven zetels verloor) en met de CHU (die nu deel uitmaakte van het CDA).


Tijdens de verkiezingscampagne werden er al coalitievoorkeuren uitgesproken. PvdA hield vast aan een kabinet met een meerderheid van progressieve ministers. Het CDA verklaarde echter niet meer in een ongelijkwaardige positie met de PvdA te willen regeren, zoals tijdens het kabinet-Den Uyl. De PvdA eiste dat het CDA regeren met de VVD zou uitsluiten, wat Van Agt pareerde met de [[oneliner]]: "Wij maken geen buigingen naar links en geen buigingen naar rechts".{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=13}} D'66, wederom geleid door [[Jan Terlouw]], presenteerde zich als "redelijk alternatief" tussen PvdA en VVD, maar sloot een coalitie van CDA, VVD en D'66 uit.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=15}}
==Beoogde formatie van het kabinet-Den Uyl II==
[[Bestand:Jan Terlouw 1977.png|thumb|Jan Terlouw, partijleider van D'66]]
Op grond van de haar gegeven adviezen besloot koningin [[Juliana der Nederlanden|Juliana]] op 1 juni de leider van de PvdA aan te stellen als formateur van een kabinet dat geacht mocht worden het vertrouwen te genieten van het parlement. Hij zocht daartoe eerst de fracties van PvdA, CDA en D'66 aan. Namens de PvdA trad [[Ed van Thijn]] als onderhandelaar op, namens het CDA [[Dries van Agt]] en namens D'66 [[Jan Terlouw]].


=== Zetelverdeling ===
===Den Uyl eerste keer formateur===
[[Bestand:1977 Dutch General Election.svg|miniatuur|De zetelverdeling van de Tweede Kamer gedurende de kabinetsformatie. Zie de [[lijst van Tweede Kamerleden 1977-1981]] voor de precieze invulling.
Den Uyl stuitte bij zijn optreden als formateur meteen al op een aantal bezwaren die door Van Agt namens het CDA werden ingebracht. Zo verzette de CDA-leider zich tegen de deelname van D'66 aan de onderhandelingen. Voor een meerderheid in het parlement was die partij overbodig. Daarnaast claimde Van Agt, vooruitlopend op de inhoudelijke formatie, al op voorhand een gelijk aantal ministerszetels voor zijn partij, als voor de PvdA. Hij achtte dat op grond van de verkiezingsuitslag (de PvdA had 53 zetels verworven, het CDA 49) redelijk, temeer daar de PvdA de premier zou leveren voor de beoogde combinatie. De formateur besloot eerst de vier hervormingsvoorstellen van het eerste kabinet-Den Uyl in behandeling te nemen. Geen van deze maatschappijhervormingen was immers door dat kabinet tot stand gebracht. Na moeizaam overleg bereikten de drie partijen overeenstemming over de grondpolitiek (hoe, en op welke voorwaarden kan de overheid gronden onteigenen) en over de wet op de ondernemingsraden. Een struikelblok werd uiteindelijk de [[vermogensaanwasdeling]], een wettelijke regeling waarbij zogenoemde "overwinsten" in het bedrijfsleven weer aan werknemers ten goede zouden komen. Na dagenlange onderhandelingen kwamen de partijen er niet uit. Den Uyl besloot op 15 juli zijn opdracht terug te geven, of zoals dat toen nog heette, de koningin te verzoeken "zijn opdracht in beraad te mogen houden".
{{BeginKolommen}}
{{legenda|#BB5555|[[Communistische Partij van Nederland|CPN]] (2)}}
{{legenda|#DF111A|PvdA (53)}}
{{legenda|#FF3366|[[Pacifistisch Socialistische Partij|PSP]] (1)}}
{{legenda|#A21756|[[Democratisch Socialisten '70|DS'70]] (1)}}
{{legenda|#15803C|PPR (3)}}
{{legenda|#00AE41|D'66 (8)}}
{{NieuweKolom}}
{{legenda|#0D1E70|VVD (28)}}
{{legenda|#007C5E|CDA (49)}}
{{legenda|#6CBFD9|[[Reformatorische Politieke Federatie|RPF]] (1)}}
{{legenda|#7AA300|[[Boerenpartij (Nederland)|BP]] (1)}}
{{legenda|#EA5B0B|[[Staatkundig Gereformeerde Partij|SGP]] (3)}}
{{EindeKolommen}}]]
De PvdA won tien zetels en kwam uit op 53 zetels, de hoogste score tot dan toe door een partij. Het CDA behaalde 49 zetels, één zetel meer dan diens voorlopers in 1972. De fractie bestond na de verkiezingen uit 26 KVP'ers, 12 ARP'ers en 11 CHU'ers. De VVD won zes zetels en kwam uit op 28 zetels. D'66 steeg van zes naar acht zetels. De resterende partijen zakten van 31 naar twaalf zetels in totaal, en speelden geen betekenisvolle rol in de formatie.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=16}} Op basis van deze uitslag hadden PvdA en CDA al een meerderheid van 102 zetels. Aangevuld met D'66 zou dit zelfs 110 zetels zijn. Anderzijds had de combinatie van CDA en VVD een krappe meerderheid van 77 zetels.


===Informateur Albeda===
=== Gijzelingen ===
De verkiezingscampagne en de formatie werden onderbroken door gijzelingen door [[Molukkers|Zuid-Molukse]] jongeren. Twee dagen voor de verkiezingen [[treinkaping bij De Punt|kaapten zij een trein bij De Punt]] en [[gijzeling lagere school in Bovensmilde|gijzelden een lagere school in Bovensmilde]]. Door deze acties kwam de campagne grotendeels stil te liggen.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=16}} De gijzelingen zouden nog tot 11 juni 1977 — dus tijdens de formatie — duren. Het zorgde ervoor dat de PvdA haar verkiezingswinst niet kon vieren en dat de formatie pas later op gang kwam. Met name Van Agt als minister van Justitie was druk bezig met de gijzelingen en het Kamerdebat achteraf.
[[Bestand:Wil Albeda 1977 (1).jpg|thumb|Wil Albeda]]
Na het mislukken van de formatie-Den Uyl, adviseerde de PvdA-fractie de koningin om Van Agt te benoemen tot formateur om een centrum-rechts meerderheidskabinet te formeren. Het CDA kon samen met de VVD immers rekenen op 77 van de 150 Kamerzetels. Koningin Juliana nam dit advies over en gaf Van Agt de formatieopdracht. Deze, echter, verzocht de koningin ''de opdracht niet te behoeven aanvaarden''. Na verdere consultaties besloot de koningin op 20 juli de gereformeerde hoogleraar [[Wil Albeda]] (volgens Van Agt: ''een puike man'') te benoemen tot informateur. Zijn opdracht werd door de nieuw benoemde informateur zelf uitgelegd als die van een vroedvrouw: ''ik moet helpen iets tevoorschijn te halen wat er in principe al is, namelijk de wil om het eens te worden''. Nog niet eens een week had de informateur nodig om de gerezen moeilijkheden rond de vermogensaanwasdeling tot een goed einde te brengen.


== Formateur Den Uyl (1) ==
===Abortus als nieuw breekpunt===
[[Bestand:Den Uyl bij vertrek, Bestanddeelnr 929-2038.jpg|miniatuur|Den Uyl verlaat [[Paleis Huis ten Bosch]] waar hij gesproken heeft met koningin Juliana (31 mei 1977).]]
Op 28 juli trad Den Uyl opnieuw aan als formateur, met dezelfde opdracht die hij eerder in beraad had gehouden. Het regeerprogramma was nu voor een belangrijk deel - met name op sociaal-economisch terrein rond. Er wachtten echter nog enkele ''hete hangijzers''<ref>''heet hangijzer'' was in die dagen een uitdrukking voor een prangende en ingewikkelde kwestie. [[Wim Kan]] veroorloofde zich met betrekking tot de [[abortus]]kwestie het grapje: ''het hete hangijzer van de abortus is in de ijskast gezet''</ref>, waarvan de abortuskwestie als eerste door het CDA op de agenda werd gezet. Kernvraag bij de onderhandelingen was of de nieuwe regering zelf met een wet zou komen die abortus regelde, dan wel dat de regering een initiatief uit de Kamer zouden afwachten. Het eerste had de voorkeur van het CDA, omdat men hoopte aldus een (vrije) regeling van abortus tegen te gaan. Het CDA wist dat er in het parlement een meerderheid (ook de VVD was daar bijvoorbeeld voor) was voor een wettelijke regeling die abortus zou legaliseren. Daarom spitste zich de discussie daarnaast toe op het zogenoemde ''[[contraseign]]''. Zouden ministers - bijvoorbeeld die van CDA-huize - gedwongen zijn een eventueel initiatief-wetsontwerp uit de Tweede Kamer te contrasigneren? Op deze vraag sprong deze fase van de formatie stuk. Den Uyl gaf op 25 augustus opnieuw zijn opdracht terug.
Na gesprekken met haar vaste adviseurs{{efn|Dit waren [[Tweede Kamervoorzitter]] [[Anne Vondeling]] (PvdA), [[Eerste Kamervoorzitter]] [[Theo Thurlings]] (CDA) en [[Lijst van vice-presidenten van de Raad van State (Nederland)|vice-president van de Raad van State]] [[Marinus Ruppert]] (CDA).}} en de fractievoorzitters wees koningin [[Juliana der Nederlanden|Juliana]] Den Uyl aan als formateur. De PvdA-fractie had dit geadviseerd, hoewel sommige leden tot voorzichtigheid maanden.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=17}} Van Agt had eveneens geadviseerd Den Uyl aan te wijzen als formateur, omdat een informatieronde eerder tot verstarring zou leiden bij de CDA-fractie. Wiegel sprak zijn twijfels uit over de stabiliteit van een kabinet van PvdA en CDA gezien de val van het vorige kabinet. Hij wees ook op het feit dat CDA en VVD samen een meerderheid hadden.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=18}} Juliana gaf Den Uyl als uiteindelijke opdracht "een kabinet te vormen dat geacht mag worden het vertrouwen van het parlement te genieten". Den Uyl deelde mee dat hij streefde naar een meerderheidskabinet van PvdA, CDA en D'66, met een progressief karakter. Een groot deel van de CDA-fractie reageerde afwijzend op de interpretatie dat het een "progressief karakter" moest hebben.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=18-19}}


=== Onderhandelingsstrategieën ===
===Veringa lijmt===
[[Bestand:Ed van Thijn presenteert Dagboek van een onderhandelaar, verslag van kabinetsf, Bestanddeelnr 929-5777.jpg|miniatuur|Van Thijn op 16 februari 1978 met zijn ''Dagboek van een onderhandelaar'' over zijn ervaringen tijdens de formatie.]]
[[Bestand:Gerard Veringa 1971.jpg|thumb|Informateur Veringa]]
Voor de PvdA was kabinetsdeelname niet het belangrijkste en mocht kabinetsdeelname alleen plaatsvinden als zij het overwicht hadden. Deze strategie was opgeschreven in de notitie 'Wat te doen met tien zetels winst?' door [[Ed van Thijn]], die Den Uyl verving als PvdA-onderhandelaar. Hoofddoel was het voortzetten van het electorale succes bij de [[Provinciale Statenverkiezingen 1978]]. Een "zekere spanningsrelatie" met het CDA zou daar goed voor zijn, de zogenaamde "[[polarisatiestrategie]]" die de partij sinds 1966 hanteerde. Inhoudelijk moesten de hervormingsvoorstellen van het vorige kabinet bereikt worden, vastgehouden worden aan de norm van één procent groei per jaar van de [[collectieve sector]] en moest gegarandeerd worden dat een initiatiefontwerp over abortus bekrachtigd zou worden met een [[contraseign]]. Het partijbestuur en -congres hadden — tegen de zin van de fractie en Den Uyl — de [[meerderheidsstrategie]] opgelegd.<ref>{{citeer boek|first=Carla|last=Van Baalen|titel=Grote idealen, smalle marges|auteurlink=Carla van Baalen|uitgever=Boom|datum=2022|last2=Bos|first2=Anne|ISBN=9789024443994|pagina's=161-166}}</ref> Dit bepaalde dat PvdA evenveel ministers moest hebben als CDA en D'66 bij elkaar,<ref>{{citeer web|url=https://www.parlement.com/id/vhnnmt7munx8/verkiezingsjaar_1977#p3|titel=Verkiezingsjaar 1977|werk=[[parlement.com]]|bezochtdatum=2023-08-18}}</ref> om te voorkomen dat PvdA in de [[Ministerraad (Nederland)|ministerraad]] weggestemd kon worden. PvdA moest ook Justitie claimen om Van Agt buiten het kabinet te houden en nog een post naast Financiën in de sociaaleconomische driehoek krijgen. Van Thijns notitie lekte uit en stond op 9 juni in ''[[de Volkskrant]]'', wat het wantrouwen bij CDA voedde.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=19}}
De koningin benoemde hierop voormalig KVP-leider [[Gerard Veringa]] tot informateur. Deze voormalig minister van Onderwijs slaagde er binnen een week in de formatie opnieuw vlot te trekken, zij het op een formule die door verschillende fracties verschillend werd uitgelegd. Cruciaal in de oplossing van Veringa was de formulering dat ''kabinet (...) het besluit met betrekking tot het contraseign zal nemen in het licht van het advies van de [[Raad van State (Nederland)|Raad van State]] en de gebleken opvattingen over dit vraagstuk [dat van de abortus] bij de partijen wier geestverwanten in het kabinet zitting hebben, alsmede in het besef dat een wettelijke herziening van de regeling wenselijk is''. Deze formulering zou, later in het formatieproces, opnieuw aanleiding worden voor meningsverschillen tussen CDA en PvdA.


Voor het CDA lag de prioriteit eveneens niet bij het slagen van een kabinet, maar bij de vorming van eenheid binnen het CDA.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=47}} Binnen de fractie was er verdeeldheid over het regeren met de PvdA. ARP'ers onder leiding van [[Wim Aantjes]] waren voorstander, terwijl KVP'ers zoals [[Frans Andriessen]] en met name CHU'ers de confrontatie wilden aangaan. Uitgangspunt voor deelname aan een kabinet met PvdA was in ieder geval gelijkwaardigheid. Zo wilde het CDA evenveel ministersposten als PvdA. D'66 hoefde van hen sowieso niet in de coalitie — de partij was immers niet nodig voor meerderheid — dus vonden ze dat PvdA zelf voor D'66 ministersposten moest opgeven. Nog een plek voor PvdA in sociaaleconomische driehoek was onbespreekbaar, omdat Den Uyl als minister-president zich daar al voortdurend mee bemoeide. Als Van Agt niet in de Kamer wilde blijven, moest hij terug kunnen keren op Justitie. Het CDA wilde het liefst eerst abortus bespreken, en de hervormingsvoorstellen bespreken in een breder sociaaleconomisch kader.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=20}}
===Den Uyl en Veringa samen informateur===
Het optreden van informateur Veringa was in de kringen van de PvdA dusdanig goed bevallen dat men geen bezwaar had tegen de voortzetting van de informatieperiode onder leiding van Veringa en hun eigen voorman Den Uyl. De informateurs, die op 7 september van start gingen, stelden een uitgebreide agenda op van zaken die tot dan toe nog niet waren behandeld: buitenlandse zaken, energie, defensie, politie, democratisering, onderwijs, volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Niettemin kwam ook deze fase van de formatie maar moeizaam op gang. Op [[Prinsjesdag]] [[1977]] liet het demissionaire kabinet de koningin de [[Troonrede]] openen met de verzuchting: ''De lange duur van de kabinetsformatie, na een verkiezingsuitslag die toch door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de huidige omstandigheden begrijpelijke bezorgdheid.'' De informateurs boekten onderwijl voortgang bij het afhandelen van de inhoudelijke dossiers. Op 22 september bereikte men een overeenkomst over het toekomstig regeerakkoord.


[[Bestand:CDA-fractievergadering in verband met kabinetsformatie v.l.n.r. Aantjes, Van Ag, Bestanddeelnr 929-2641.jpg|miniatuur|CDA-fractievergadering op 12 juli 1977 in verband met de kabinetsformatie.
===Zetelverdeling===
Staand (v.l.n.r.): fractiemedewerker Joop van Rijswijk, fractiebestuursleden Peijnenburg, Van Agt en Andriessen.
[[Bestand:D66 voorzitter Zeevalking, Bestanddeelnr 931-6145.jpg|thumb|Henk Zeevalking: nieuwe D'66-minister van Justitie?]]
Zittend (v.l.n.r.): fractiesecretaris Kleisterlee en fractiebestuursleden Aantjes en Kruisinga.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=33}}]]
De informateurs rekenden het tot hun taak om, nu het regeerakkoord rond was, ook de gesprekken te leiden over de zetelverdeling binnen het te vormen kabinet. Hier kwam opnieuw het standpunt van het CDA naar voren dat die partij meende recht te hebben op evenveel zetels als de PvdA. Daartoe bracht het CDA de formule 7-7-x in, waarbij x (1 of 2) het aantal gedachte zetels voor D'66 was. Aan PvdA-zijde stuitte dit christendemocratisch verlangen op onoverkomelijke bezwaren. ''Wie heeft er nu eigenlijk de verkiezingen gewonnen'', vroeg men zich daar af, men meende aan de zetelverdeling in de Tweede Kamer een objectieve verdeelsleutel van 8-7-1 te kunnen ontlenen. Een bijkomende kwestie werd de vraag of Van Agt weer terug zou kunnen keren op Justitie. Bij de PvdA, en in mindere mate ook bij D'66, vond men van niet. In het voorgaande kabinet had Van Agt bij - het tegenhouden van - alle hervormingsvoorstellen als minister van Justitie een sleutelrol vervuld. Of het nu ging om de grondpolitiek, de ondernemingsraden, de vermogensaanwasdeling, of ook om abortus: Van Agt was in de ogen van de progressieven het gezicht van diegenen die de ambities van het progressieve kabinet-Den Uyl om zeep hadden gebracht. Van Agt mocht dus wel terugkeren in het kabinet, maar niet op het - voor nieuwe wetgevingstrajecten zo cruciale - departement van Justitie. Tussen de onderhandelaars en de informateurs wisselden allerlei lijstjes waarbij het ministerie van Justitie een sleutelrol speelde. Dan weer kreeg het CDA het ministerie van Justitie, maar zou een ander dan Van Agt het bezetten, dan weer kreeg bijvoorbeeld D'66 het departement toegewezen, waarbij Van Agts voormalige staatssecretaris [[Henk Zeevalking]] in beeld was als beoogd minister. In dat model zou Van Agt als vice-premier het ministerie van Binnenlandse Zaken gaan bezetten. In deze formatie van de onderhandelingen bood Van Agt zelfs aan zelf geheel van het politieke toneel te verdwijnen. Nadat zijn onderhandelingspartners dit met opluchting hadden aangehoord, kwam hij daar daags daarna weer op terug omdat zijn fractie hem dat had verboden. De patstelling rond zowel de verdeling van de zetels als de bezetting daarvan was inmiddels zo groot geworden dat de informateurs op 6 oktober hun opdracht teruggaven aan de koningin.
De verdeeldheid was niet alleen inhoudelijk, maar kwam ook voort uit persoonlijk ambities. Hoewel Van Agt bij de eerste fractievergadering gemakkelijk verkozen werd tot fractievoorzitter, legde het verkiezen van de vicefractievoorzitter de verdeeldheid bloot. Andriessen werd aanvankelijk verkozen boven Aantjes, die daarop woedend reageerde. De notulen van deze vergadering lekte vervolgens uit, waarna Van Agt Andriessen overhaalde om zich terug te trekken om de eenheid te bewaren. Ditmaal werd er geen verkiezing uitgeschreven, waarmee het vicevoorzitterschap toeviel aan de nummer twee op de lijst; Aantjes. CHU-voorman [[Roelof Kruisinga]] was verder vooral uit op een ministerspost, en nam daarover contact op met PvdA'ers. Ook Aantjes had veel contact met de PvdA. Andriessen had daarentegen van de drie het meeste contact met Van Agt.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=23-24}} CDA-beleidsmedewerker Joop van Rijswijk noteerde over de interne samenwerking: "In feite kent onze fractie een vierhoofdig leiderschap. Maar dit leiderscollectief put [...] uit in het elkaar beloeren en wantrouwen en in het samen voor de voeten lopen van de fractievoorzitter".{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=23-24}}


=== Interne PvdA-zaken ===
=== Onderhandelingen ===
[[Bestand:Den Uyl ontvangt fractievoorzitters CDA, PvdA en D66 in verband met kabinetsform, Bestanddeelnr 929-2443.jpg|miniatuur|Den Uyl ontvangt Terlouw, Van Agt, Van Thijn op 27 juni 1977, de eerste dag van de inhoudelijke onderhandelingen.]]
Onderwijl werd de PvdA van binnenuit onder druk gezet om zich in de onderhandelingen steviger op te stellen. Wie had hier nu eigenlijk de verkiezingen gewonnen, zo redeneerde men daar. De druk op onderhandelaar Van Thijn en op de fractie was groot, zowel vanuit het partijbestuur als vanuit de partijraad en het congres. Men wilde daar niets liever dan dat de verkiezingsresultaten een voor de PvdA meest gunstige vertaling kregen in de resultaten van de kabinetsformatie. Door partijorganen werden zowel onderhandelaar Van Thijn als beoogd premier Den Uyl vaak zwaar bekritiseerd.
In de eerste twee weken wisten de partijen tot overeenstemming te komen op drie van de vier hervormingsvoorstellen. Vanwege de gijzelingen en de afwikkeling daarvan begonnen pas op 27 juni de inhoudelijke onderhandelingen. Over de volgorde van te bespreken onderwerpen was in de weken daarvoor al discussie. Men begon uiteindelijk met de grondpolitiek, omdat het vorige kabinet daarover gevallen was. Het lukte de onderhandelaars dit slepende onderwerp binnen één avond zo goed als te regelen, met de overeenstemming op belangrijkste punten geregeld op 5 juli. Die dag bereikten ze ook overeenstemming over de [[vermogenswinstbelasting]] en op 8 juli over de [[Ondernemingsraad (Nederland)|ondernemingsraden]], twee van de andere hervormingsvoorstellen. Bij alle drie wist Van Agt belangrijke punten binnen te halen, tot onvrede van de linkerflank van PvdA.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=28-30}}


Voor PvdA was de druk vervolgens groter om te scoren bij de laatste van de vier hervormingsvoorstellen; de [[vermogensaanwasdeling]] (VAD). Op verzoek van het CDA werd dit gecombineerd met de discussie over het door Den Uyl opgestelde 'Memorandum betreffende het te voeren financiële, sociale en economische beleid' (ook wel Memo II). Daarin werden vier miljard aan [[bezuiniging]]en en [[loonmatiging]] voorgesteld, maar ook aantrekkelijke maatregelen voor de vakbeweging. Het CDA vond de bezuinigingen te weinig en geloofde niet in de voorgespiegelde loonmatiging. Werkgevers en het rechterdeel van de CDA-fractie waren ook ontevreden over de automatische [[prijscompensatie]]. Op 12 juli spraken de onderhandelaars weer over de VAD, waarbij Den Uyl de druk op D'66 en CDA opvoerde om snel akkoord te gaan. Van Agt kwam met negen wijzigingsvoorstellen op de VAD. Den Uyl nam drie van deze suggesties over, maar Van Agt bleef weigeren.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=30-34}}
=== Verdam en Vrolijk ===
Op 11 oktober werden de [[Commissaris van de Koning|commissarissen van de Koningin]] [[Koos Verdam]] ([[Utrecht (provincie)|provincie Utrecht]]) en [[Maarten Vrolijk]] ([[Zuid-Holland]]) door de koningin benoemd tot nieuwe informateurs. In de wandelgangen werden ze ´V2´ genoemd. Hun opdracht was om, hoewel zo natuurlijk niet geformuleerd, de geschillen over de zetelverdeling tot een goed einde te brengen. Na wekenlang onderhandelen, leek een akkoord bereikt. Het CDA zou zeven zetels krijgen (waaronder Justitie en Binnenlandse Zaken, dat laatste departement zou door Van Agt bezet worden), de PvdA eveneens zeven en D'66 twee. Daags na ommekomst van dit akkoord hield de PvdA partijraad, waar het akkoord vernietigend werd beoordeeld. Van Thijn en Den Uyl besloten hierop het standpunt van de partijraad in eerste instantie te negeren en eerst maar te bezien hoe de definitieve kabinetssamenstelling zou kunnen worden beoordeeld door het partijcongres.


Op 15 juli gaf Den Uyl vervolgens zijn opdracht terug. Den Uyl gaf aan "bitter teleurgesteld" te zijn, maar het beeld was dat hij te vroeg gestopt was. Van Agt verklaarde dat er een oplossing moest komen voor de VAD, omdat PvdA en CDA op elkaar aangewezen waren. Tegen zijn fractie gaf hij aan bereid te zijn een aantal eisen rond de VAD te laten vallen. De top van het CDA vermoedde druk vanuit vakbond [[Federatie Nederlandse Vakbeweging|FNV]], alsook een politieke manoeuvre, waarbij PvdA hoopte een betere onderhandelingspositie te hebben als een formatiepoging tussen CDA en VVD was mislukt.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=34}}
=== Formateur Den Uyl (3) ===
[[Bestand:Ed van Thijn presenteert Dagboek van een onderhandelaar, verslag van kabinetsf, Bestanddeelnr 929-5777.jpg|thumb|Ed van Thijn met zijn ''Dagboek van een onderhandelaar'' dat hij na de formatie publiceerde]]
Den Uyl werd op 26 oktober voor de derde keer door Juliana benoemd tot formateur. Daaraan voorafgaand had de PvdA nog getracht Van Agt milder te stemmen door hem een duoformateurschap aan te bieden, maar dit legde de Nijmeegse CDA-leider naast zich neer. In deze fase van de onderhandelingen ging het vooral om de personele bezetting van de departementen, waarbij de onderhandelingen uiteindelijk stuk liepen op de weigering van het CDA zich door de PvdA te laten voorschrijven welke ministers het voordroeg, en op het onbegrip van de PvdA dat het CDA voor een zo groot deel vooral als "rechts" bekendstaande kandidaten als [[Frans Andriessen]], [[Roelof Kruisinga]] en Van Agt zelf voordroeg. "Ik moet er zelf ook nog wel in kunnen geloven", verzuchtte Den Uyl aan het einde van zijn formatiepoging. Op dit moment had de poging om een kabinet te formeren reeds een recordlengte bereikt.


==Informateur Albeda==
==Totstandkoming van het kabinet-Van Agt I ==
[[Bestand:Persconferentie professor Wil Albeda, Bestanddeelnr 929-2843.jpg|miniatuur|Informateur Wil Albeda tijdens een persconferentie op 27 juli 1977.]]
{{Zie hoofdartikel|Kabinet-Van Agt I}}
Na de breuk werd Van Agt gevraagd als formateur, maar nam deze uiteindelijk niet aan. Zowel Vondeling, Van Thijn als Wiegel hadden Juliana geadviseerd Van Agt te benoemen tot formateur van een kabinet van VVD en CDA. Thurlings raadde dit juist af, omdat de mogelijkheden voor een kabinet van PvdA en CDA nog niet uitgeput waren. Ook Van Agt wilde eerst een lijmpoging door een informateur vanuit PvdA of CDA. Een ander kabinet onderzoeken was voor hem onwenselijk, omdat het grote kans van mislukken had en daarmee de onderhandelingspositie van CDA zou ondergraven. Desalniettemin nam Juliana het advies over van de meerderheid en gaf Van Agt op 18 juli de opdracht een kabinet te vormen. Dit tot ongenoegen van het CDA, die haar verdacht van onder een hoedje spelen met Den Uyl. Van Agt verzocht Juliana de opdracht niet te hoeven aannemen, waaraan Juliana gehoor gaf.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=34-35}}
[[Bestand:Hans Wiegel 1977.png|miniatuur|Hans Wiegel in 1977]]
Op 8 november werd de Nijmeegse rechtsgeleerde [[Wim van der Grinten]] door de koningin benoemd tot nieuwe informateur. Zijn opdracht luidde te onderzoeken of en op welke wijze er een kabinet tot stand zou kunnen komen dat een werkbare relatie zou kunnen onderhouden met het parlement. Van der Grinten onderzocht eerst of de mislukte formatie-Den Uyl voortgang zou kunnen ondervinden, maar al snel werd duidelijk dat de breuk definitief was. Een week na zijn aanstelling sloeg de informateur de weg in naar de vorming van een CDA-VVD-kabinet. Hierin werd hij geholpen door de uitstekende chemie die blijkbaar bestond tussen CDA-voorman Van Agt en VVD-leider [[Hans Wiegel]], wier gezamenlijk etentje in het Haagse etablissement ''Le Bistroquet'' werd vastgelegd door een fotograaf van ''[[Vrij Nederland]]''. Wiegel en Van Agt slaagden erin snel tot overeenkomst te komen, waarbij de akkoorden uit de eerdere fasen van de formatie als uitgangspunt dienden. ''Grosso modo'' bleef veel van wat al eerder tussen CDA en de progressieven tot stand gekomen was op het gebied van immateriële kwesties overeind, terwijl het sociaal-economisch beleid in rechtse richting werd bijgesteld.


Na verdeelde adviezen wees Juliana ARP'er [[Wil Albeda]] aan als informateur. De eerste ronde van adviezen op 19 juli leverde dusdanig verdeelde adviezen op, dat de koningin Van Thijn, Van Agt en Terlouw uitnodigde voor een gezamenlijk gesprek een dag later. Tijdens een vooroverleg die ochtend concludeerden de drie dat er nodeloze misverstanden waren ontstaan. Later die dag werd Wil Albeda aangewezen als informateur om de 'tijdens de formatie-Den Uyl gerezen meningsverschillen uit de weg te ruimen, opdat deze formatie hervat kan worden'. Albeda was een linkse en progressieve CDA'er, afkomstig uit de ARP en was als informateur in 1973 betrokken geweest bij de totstandkoming van het kabinet-Den Uyl.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=35-36}}
Op 19 december 1977, na een recordlange formatie, werd het kabinet-Van Agt I geïnstalleerd. Hans Wiegel trad in dat kabinet op als vicepremier.


Albeda wist binnen een week te komen tot een compromis en daarmee zijn opdracht af te ronden. Albeda beperkte zich daarbij tot het VAD, en liet Memo II buiten beschouwing. In het compromis leverde CDA fors en het compromis ging zelfs verder dan het voorstel van Den Uyl. Van Agt wilde nog in de conceptconclusies opnemen dat de VAD afhing van de behandeling van Memo II, maar dit blokkeerde Van Thijn. Toen Aantjes vernam dat die poging van Van Agt ingegeven was door Andriessen, riep hij woedend voor de pers en camera's dat hij maar naar huis ging als Van Agt toch alleen maar zaken wenste te doen met Andriessen. Binnen de CDA-fractie hadden vijf leden, waaronder Andriessen, op 28 juli bezwaar tegen het resultaat. Albeda adviseerde in zijn verslag van 26 juli om Den Uyl wederom formateur te maken. Den Uyl deed nog het voorstel om Albeda tot speciaal adviseur te maken, maar dit werd afgewezen door het CDA.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=37}}
== Literatuur (selectie) ==
* {{aut|R.B. Andeweg}}, {{aut|K.L.L.M. Dittrich}} en {{aut|Th. van der Tak}} Kabinetsformatie 1977, Rijksuniversiteit Leiden (1978)


== Formateur Den Uyl (2) ==
{{Appendix|2=
[[Bestand:Kabinetsformatie Den Uyl ontvangt fractieleiders met hun financiele deskundigen, Bestanddeelnr 929-2959.jpg|miniatuur|De onderhandelaars van PvdA, CDA, D'66 met informateur Den Uyl en hun fractiespecialisten op 5 augustus 1977.]]
* Fred Verbakel, ''Van Agt aan de macht. Of: hoe dat tweede kabinet Den Uyl er tòch niet kwam''. Leiden, Stichting Burgerschapskunde, 1978.
Op 28 juli werd Den Uyl wederom formateur met dezelfde opdracht. De gesprekken over Memo II werden voortgezet. Voor het eerst bij een kabinetsformatie werden de onderhandelaars vergezeld door een fractiespecialist; [[Dick Dolman]] (PvdA), Peijnenburg (CDA) en [[Erwin Nypels]] (D'66). Binnen een week kwamen ze op dit onderwerp tot conclusies, met de mogelijkheid tot extra bezuinigingen als het onvoldoende bleek. De CDA-fractie ging daarmee akkoord, ondanks vijf dissidenten waaronder Andriessen die onder meer de bezuinigingen niet ver genoeg vonden gaan.{{efn|Het betrof verder [[Harry Notenboom]], [[Wiel Bremen]], [[Kees van Dijk]] en [[Durk van der Mei]].}}{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=39}}
* Ed van Thijn, ''[https://www.dbnl.org/tekst/thij008dagb01_01/ Dagboek van een onderhandelaar. 25 mei - 11 november 1977]'' Amsterdam, Van Gennep, 1978 (volledige weergave via website Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren)

----
Bij de PvdA-fractie was ook veel kritiek, maar weigerde Van Thijn opnieuw te onderhandelen. Uiteindelijk stemden Duisenberg, Poppe en Spieker tegen. De eerste vond de bezuinigingen niet ver genoeg gaan, de laatste twee juist te ver. Ook buiten de fractie was er weerstand, waaronder kandidaat-bewindslieden die aangaven over dit memo later nog te willen heronderhandelen. Kritiek van ''[[de Volkskrant]]'' op het resultaat en Van Thijn leidde ertoe dat het partijbestuur zich meer met de formatie ging bemoeien.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=39-40}}
'''Noten'''

{{references}}
=== Abortus ===
[[Bestand:Kabinetsformatie Van Agt bij Den Uyl voor de deur (op achtergrond abortusdemons, Bestanddeelnr 929-3108.jpg|miniatuur|Van Agt komt aan op het Binnenhof op 17 augustus 1977. Op de achtergrond een demonstratie tegen een wettelijke regeling van abortus.|alt=Op de voorgrond betreedt Van Agt een gebouw op het Binnenhof in Den Haag. Op de achtergrond staan achter dranghekken ongeveer tien demonstranten. Op spandoeken staat: "Stop deze kindermoord", "Zowel links als rechts huidige wet handhaven!!" en "Als u vrede wilt, verdedig dan het leven."]]
Onder druk van het CDA was abortus het volgende onderwerp in de formatie. In de Tweede Kamer was daar met PvdA, VVD en D'66 weliswaar een meerderheid voor, maar Van Agt had in de campagne zich geprofileerd met het verzet ertegen. Een meerderheid van de fractie besloot dat Van Agt als unaniem standpunt van de fractie mocht uitdragen dat het CDA geen compromis op dit onderwerp accepteerde. Deze tactiek werd ondermijnd toen de notulen lekten naar Den Uyl en later ''[[De Tijd (Nederland)|De Tijd]]'', waaruit bleek dat een minderheid wel bereid was tot een compromis.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=41}}

[[Bestand:Kabinetsformatie demonstranten voor wettige regeling abortus, Bestanddeelnr 929-3124.jpg|miniatuur|links|Demonstranten voor een wettige regeling van abortus op het Binnenhof op 18 augustus 1977.|alt=Ongeveer dertig demonstranten staan achter dranghekken op het Binnenhof terwijl het regent. Op spandoeken staat onder meer "Laat de vrouw niet het kind van de rekening worden" en "Geen komprommissen, de vrouw moet beslissen".]]
Omdat inhoudelijke overeenstemming onmogelijk leek, probeerden de partijen tot een procedureafspraak te komen. PvdA wilde de afspraak dat een aangenomen initiatief gewoon voorzien zou worden van het contraseign van de bevoegde minister. Van Agt stelde voor om een beraadsgroep op te starten die binnen twee jaar een uitweg zou moeten zoeken. Zo lang die groep nog bezig was en de regering niet zich daarover had uitgesproken, zouden regeringsfracties geen steun mogen geven aan initiatieven op dit onderwerp. Beide partijen konden niet met de voorstellen van de ander leven. Het CDA concludeerde vervolgens dat het "helaas onwaarschijnlijk" was dat er een kabinet van PvdA, CDA en D'66 zou komen. Op 25 augustus leverde Den Uyl daarom zijn formateursopdracht in.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=42}}

== Informateur Veringa ==
[[Bestand:Kabinetsformatie informateur Veringa ontvangt fractieleiders CDA, PvdA en D66, , Bestanddeelnr 929-3310.jpg|miniatuur|Informateur Veringa met Van Agt, Terlouw, raadsadviseur Tjeenk Willink en Van Thijn op 1 september 1977.]]
Juliana liet zich wederom door haar vaste adviseurs en de fractievoorzitters adviseren. Van Thijn adviseerde om Den Uyl weer als formateur aan te stellen met een bredere opdracht waaronder de mogelijkheid van een [[minderheidskabinet]]. Wiegel stelde voor om een '[[Nederlands kabinet#Nationaal kabinet|nationaal kabinet]]' te vormen. Van Agt adviseerde een CDA-informateur aan te stellen met een brede opdracht, waaronder de mogelijkheid van een CDA-minderheidskabinet. Juliana nam het advies van Van Agt over, en benoemde op 26 augustus de door Van Agt genoemde [[Gerard Veringa]], staatsraad en voormalig KVP-leider.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=43}}

Ondanks een vertrouwelijke brief van Van Agt waarin hij aanstuurde op een CDA-minderheidskabinet, probeerde Veringa eerst of PvdA, CDA en D'66 niet toch konden komen tot een procedureafspraak rond abortus. Van Agt wilde gezichtsverlies voorkomen, en fluisterde een formule in bij Veringa waar de onderhandelaars zich in konden vinden. Het kabinet zou in die formule eerst zelf met een voorstel proberen te komen. Als dat niet voor 1 januari 1979 was gelukt, mocht het parlement een eigen initiatief aannemen. Het kabinet zou dan na het voorleggen aan de Raad van State besluiten over het contraseign. Het CDA ging akkoord met dit voorstel, hoewel zeven fractieleden waaronder Andriessen tegen waren.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=43-44}}

Op 2 september bracht Veringa verslag uit bij Juliana. Er ontstond ophef toen Van Thijn in een interview aangaf dat elk initiatief ongeacht de inhoud een wet zou worden. Het CDA was echter akkoord gegaan in de veronderstelling dat rekening met hen gehouden zou worden. Een maand lang werd er overleg gevoerd over het akkoord. Toegevoegd werd in het eindverslag van 8 oktober dat alle partijen zich voldoende in het wetsontwerp moesten kunnen vinden, maar dat een toekomstig kabinetslid het contrasigneren niet zou kunnen blokkeren.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=44}}

== Informateurs Den Uyl en Veringa ==
[[Bestand:Kabinetsformatie Den Uyl (l) toeschouwer bij onderonsje Veringa (l) en Van Agt, Bestanddeelnr 929-3757.jpg|miniatuur|Informateurs Den Uyl en Veringa met Van Agt op 4 oktober 1977.]]
Veringa gaf aan door te willen, maar tot onvrede van het CDA werd Den Uyl ook als informateur benoemd. Onder leiding van de informateurs sprak men verder over onderwerpen die gevoelig lagen, zoals de bouw van kerncentrales, begroting voor defensie en de positie van [[bijzonder onderwijs]]. De sfeer ging in die tijd achteruit tussen de onderhandelaars vanwege de lange duur. Van Agt relativeerde de lengte, waarop Den Uyl in de [[troonrede]] van 20 september Juliana liet uitspreken: "''De lange duur van de kabinetsformatie, na een verkiezingsuitslag die toch door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de huidige omstandigheden begrijpelijke bezorgdheid.''"{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=42-43}}

Op 21 september bereikten de onderhandelaars toch een akkoord. De fracties van PvdA en D'66 schaarden zich unaniem achter het akkoord. De partijraad van de PvdA stemde er ook mee in, zij het met moeite. Bij de CDA ging de fractie ook akkoord en stemden alleen drie CHU'ers tegen.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=46}}

===Verdeling ministersposten===
Na het afronden van het akkoord keerde het onderwerp van de ministersposten weer terug. Van Thijn eiste 8-7-1 ministersposten voor respectievelijk PvdA, CDA en D'66, maar PvdA wilde vooral ook Van Agt buiten het kabinet houden. Van Agt claimde 7-7-1, verwijzend naar gelijkwaardigheid, en gaf binnen zijn partij aan te willen terugkeren op Justitie. Terlouw wilde 7-7-2. Om de impasse te doorbreken, gunde Van Agt een tweede post aan D'66 mits deze 'minuscuul' en 'ondankbaar' waren. Na een patstelling gaf PvdA aan dat 7-7-2 alleen aanvaardbaar was als bepaalde CDA'ers niet in het kabinet zaten. Zo kon PvdA niet akkoord gaan met zowel Kruisinga, Andriessen én Van Agt in kabinet. Dit leidde niet tot een doorbraak.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=47-48}}

Op 3 oktober gaf Van Agt na een impasse aan niet beschikbaar te zijn voor kabinet en ook niet terug te keren als fractievoorzitter: "Ik ga het politieke bos in". Op deze manier wilde Van Agt Justitie behouden voor het CDA. Dit werd opgetogen ontvangen door Van Thijn. Toen Van Agt dit een dag later meldde aan zijn fractie, floten ze hem terug omdat dit vernederend en politiek onaanvaardbaar was. Na nog een poging tot onderhandelen waar men niet uit kwam, gaven de informateurs op 6 oktober hun opdracht terug.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=49-50}}

== Informateurs Verdam en Vrolijk ==
[[Bestand:Kabinetsformatie overzicht overleg, Bestanddeelnr 929-3995.jpg|miniatuur|Onderhandelingen op 20 oktober 1977. V.l.n.r. onderhandelaars Van Agt, Van Thijn, Terlouw, raadsadviseur [[Herman Tjeenk Willink]] en informateurs Verdam en Vrolijk.]]
Op 11 oktober benoemde Juliana de [[Commissaris van de Koning|commissarissen van de Koningin]] [[Koos Verdam]] ([[Utrecht (provincie)|Utrecht]], afkomstig uit de ARP) en [[Maarten Vrolijk]] ([[Zuid-Holland]], afkomstig uit de PvdA) tot informateurs. Impliciet was hun opdracht om de onderhandelingen voort te zetten. Dit leidde tot zeldzame kritiek, omdat ze tegen gegeven adviezen in ging. Van Agt had bijvoorbeeld rechtsere informateurs voorgesteld. Binnen het CDA was de verdenking dat Aantjes via Ruppert had aangestuurd op de persoon en de opdracht.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=50-51}}

Ondanks een valse start, wisten de informateurs tot een resultaat te komen. Van Thijn stond bij aanvang op het punt in te stemmen met 7-7-2, toen de informateurs met een beargumenteerd voorstel voor 8-7-1 kwamen. Van Agt wees dit direct af, maar daardoor kon Van Thijn de volgende dag niet akkoord gaan met het voorstel 7-7-2 van de informateurs, waarvoor zij als enige argument aandroegen dat 8-7-1 niet haalbaar was. De onderhandelingen raakten daardoor weer vast, waarop de onderhandelaars halverwege de tweede week hun opdracht wilden teruggeven. Hiervan zagen zij af omdat de onderhandelaars nog aangaven dat het tweede kabinet-Den Uyl de bedoeling was.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=52}} Tijdens het 'eindgesprek' op 20 oktober met de informateurs stelde Van Agt voor Justitie aan D'66 af te staan, als enige post dan voor D'66, maar dat het CDA daar andere ministeries voor terugkreeg. Een pauze werd ingelast zodat Van Thijn Den Uyl kon consulteren. Na de pauze trok Van Agt echter zijn voorstel weer in, waardoor de onderhandelingen weer vast zaten. De informateurs besloten Van Thijn en Van Agt onder vier ogen verder te laten praten - een novum. Uiteindelijk kwamen zij op 24 oktober tot een akkoord waarbij CDA wel Justitie kreeg, maar Van Agt naar Binnenlandse Zaken ging en het 7-7-2 werd.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=52-53}}

[[Bestand:Buitengewoon congres PvdA in Den Haag Piet Reckman a het woord (koppen), Bestanddeelnr 929-4252.jpg|miniatuur|[[Piet Reckman]] aan het woord tijdens het buitengewoon congres van de PvdA op 5 november 1977.]]
Het resultaat werd slecht ontvangen binnen de PvdA. Terwijl Van Agt het vierde als succes, presenteerde Van Thijn het als een halve nederlaag. Het ging namelijk tegen de meerderheidsstrategie in. Dit sentiment werd versterkt door kritiek in ''de Volkskrant''. Met moeite wist Van Thijn het langs de partijraad en fractie (32 stemmen voor, 14 tegen) te krijgen, maar een motie van activist [[Piet Reckman]] waarin kabinetsdeelname onder deze voorwaarden werd afgewezen werd door de [[partijraad]] aangenomen.{{efn|53 voor, 35 tegen}} Gesteund door de fractie, waar inmiddels nog maar vijf leden tegen stemden, negeerden Den Uyl en Van Thijn de uitspraak van de partijraad. Het conflict met de partijraad zou beslecht moeten worden op het bijzondere partijcongres van 5 november.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=53-56}}

== Formateur Den Uyl (3) ==
Op aanraden van de informateurs benoemde Juliana Den Uyl op 26 oktober voor de derde keer als formateur. Van Agt droeg naast zichzelf onder meer [[Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman]] (Justitie), Kruisinga (Landbouw), [[Til Gardeniers]] (Volksgezondheid) en Andriessen (Economische Zaken) voor. Voor PvdA waren Kruisinga én Andriessen beide in kabinet niet acceptabel, vooral niet op Economische Zaken. Binnen het CDA speelde tegelijkertijd ook een conflict, waarbij [[Ruud Lubbers]] op Economische Zaken wilde. Den Uyl maakte daar handig gebruik van door Lubbers op Economische Zaken te plaatsen, waarna Gardeniers en Kruisinga aangaven geen minister te worden zonder Andriessen in kabinet. Onder druk van de KVP stuurde Lubbers een brief naar Den Uyl waarin hij aangaf daarvoor niet beschikbaar te zijn.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=57-58}} Van Agt wilde dat Den Uyl ten minste één veto zou inslikken. Al zijn voorstellen bevatten daarom ofwel Andriessen op Economische Zaken, of zowel Kruisinga en Andriessen in kabinet of Van Agt toch op Justitie. Den Uyl wees al deze voorstellen af. Op 4 november zei de CDA-fractie definitief nee tegen het voorstel van de formateur en gaf Den Uyl zijn opdracht terug.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=58}}

== Informateur Van der Grinten==
[[Bestand:Kabinetsformatie vlnr informateur Van der Grinten , Wiegel en Van Agt, Bestanddeelnr 929-4392.jpg|miniatuur|Van der Grinten (l), Wiegel (m) en Van Agt (r) op 15 november 1977.]]
Informateur [[Wim van der Grinten]] verkende zonder succes nog de mogelijkheid om PvdA, CDA en D'66 bij elkaar te brengen. De voormalige KVP-staatssecretaris was op voordracht van Van Agt benoemd om 'de mogelijkheden te onderzoeken om op de kortste termijn te geraken tot de vorming van een kabinet dat mag vertrouwen in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging te ondervinden'. Met diverse compromissen probeerde Van der Grinten een doorbraak te forceren, maar met de onderhandelaars concludeerde hij dat de 'invullingsproblematiek' onoplosbaar was. Van der Grinten onderzocht toen of PvdA met VVD wilde, maar Van Thijn wees dit af.

{{Externe media
| afbeelding1 = [https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=1941381&page=4&pos=120 Foto van Van Agt en Wiegel tijdens een gezamenlijk etentje in het Haagse etablissement ''Le Bistroquet'' op 16 november 1977.] Met deze foto werd bekend dat er gesprekken gevoerd werden tussen CDA en VVD. Het werd een van de bekendste foto's uit de Nederlandse politiek.
| audio1 =
| video1 =
| titel =
| width =
| align =
}}
}}
De gesprekken tussen CDA en VVD leidden vervolgens binnen een week tot een akkoord. Op 14 november startten de gesprekken tussen Van Agt en Wiegel. Op voordracht van Wiegel besloten ze te streven naar een kort en bondig akkoord. Ook Wiegels voorstel om de buitenwereld — inclusief hun fracties — er buiten te houden werd overgenomen. Zelfs raadsadviseur [[Herman Tjeenk Willink]] en directeur van de [[Rijksvoorlichtingsdienst]] [[Gijs van der Wiel]], die er tot dan toe altijd bij waren, werden weggestuurd.{{sfn|Sijpersma|2020|pp=400-401}} Al in het eerste gesprek lukte het ze om afspraken te maken over de WIR, de VAD, de ondernemingsraden en de verdeling van ministersposten. Delen van het akkoord met PvdA en D'66 werden overgenomen, zoals de abortusparagraaf. Wat daarbij hielp, was de goede sfeer tussen de partijleiders, in tegenstelling tot de gesprekken tussen Van Agt met Van Thijn en Den Uyl. Al op 22 november ging het conceptakkoord naar de fracties. VVD was snel akkoord, maar onder druk van ARP'ers zoals Aantjes en [[Jan Nico Scholten]] kwam het CDA met tientallen wijzigingsvoorstellen. Wiegel reageerde begripvol en men bereikte op 26 november een aangepast akkoord.

[[Bestand:Kabinetsformatie AR-dissidenten Scholten (l) en Aantjes, Bestanddeelnr 929-4728.jpg|thumb|ARP-dissidenten Scholten (l) en Aantjes op 7 december 1977.]]
De VVD-fractie ging op 28 november unaniem akkoord met het resultaat. Bij het CDA vond een uitvoerig overleg plaats wat doorging tot de vroege ochtend. De meerderheid stemde voor, maar zes fractieleden — Aantjes, [[Hans de Boer (politicus)|Hans de Boer]], [[Bouke Beumer]], [[Jan van Houwelingen (politicus)|Jan van Houwelingen]], Scholten (allen afkomstig uit ARP) en Dijkman (KVP) — stemden tegen. Zij gaven aan het kabinet wel te gedogen en kwamen bekend te staan als de [[CDA-loyalisten]]. Tijdens een fractieoverleg op 5 december sloot ook ARP'er [[Willem de Kwaadsteniet]] zich aan bij deze groep. Vanwege deze gedoogsteun ontstond enige commotie, omdat Van der Grintens opdracht was om te komen tot een parlementair meerderheidskabinet. PvdA maakten hier bezwaar tegen, maar dit had geen effect.

Op 2 december bereikten de partijen een principeakkoord over de verdeling van de ministersposten. Van Agt was beoogd premier, nadat [[Jelle Zijlstra]], [[Pierre Lardinois]], [[Jan van den Brink]] en [[Roelof Nelissen]] daarvoor hadden bedankt.{{sfn|Sijpersma|2020|p=413}} Wiegel was beoogd vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Op 6 december leverde Van der Grinten zijn eindverslag in.

== Formateur Van Agt ==
Wiegel, Van Agt en de vaste adviseurs van Juliana adviseerden om Van Agt aan te stellen als formateur. Juliana vroeg Van Agt nog of hij niet toch bereid was opnieuw te onderhandelen met PvdA en D'66, omdat 110 een bredere basis was dan 77. Van Agt gaf aan dat de overgrote meerderheid van zijn fractie daartoe niet bereid was. Toen op 8 december Van Agt de formateursopdracht kreeg, was Juliana volgens hem "merkbaar ongelukkig", omdat ze vreesde dat zijn kabinet wankel en van korte duur zou zijn.{{sfn|Van Merriënboer|2016|p=69}}

[[Bestand:Kabinet-Van Agt I.jpg|miniatuur|[[Bordesscène]] van kabinet-Van Agt op 19 december 1977.]]
Vervolgens werden door de partijen de ministerposten gevuld. Bij het CDA wilde Lubbers nog steeds Economische Zaken of Financiën, maar die eerste ging naar VVD en de tweede naar Andriessen. Alle andere posten wees hij vervolgens af, waardoor hij buiten het kabinet bleef. ARP mocht drie ministers leveren, maar de eerste keuzes van partijvoorzitter De Boer — Boersma, [[Bob Goudzwaard]] en De Gaay Fortman — trokken zich terug, die laatste vanwege de samenwerking met de VVD. Nog eens vijf ARP'ers weigerden de portefeuille van Justitie, waarop de partijloze jurist [[Job de Ruiter]] gevraagd werd en met terugwerkende kracht lid werd van ARP. Bij de VVD ging het vinden van een minister van Buitenlandse Zaken moeizaam. Twee kandidaten, waaronder oud-fractievoorzitter [[Edzo Toxopeus]] weigerden, waarna Wiegel uitkwam bij [[Chris van der Klaauw]]. Op 17 december hielden de ministers het [[constituerend beraad]] en op 19 december werden zij [[zuiveringseed|beëdigd]]. Op 28 december volgde de beëdiging van de staatssecretarissen. Alleen staatssecretaris van Defensie [[Wim van Eekelen]] volgde later, omdat minister van Defensie Kruisinga [[Ad Ploeg]] op die post had afgewezen.{{sfn|Van Merriënboer|2016|pp=70-72}}

== Nasleep ==
[[Bestand:Debat regeringsverklaring Tweede Kamer vlnr Wiegel Van Agt , Andriessen, Bestanddeelnr 929-5343.jpg|miniatuur|Debat over de regeringsverklaring op 19 januari 1978. V.l.n.r. Wiegel, Van Agt en Andriessen.]]

Na de formatie voegden zich nog een aantal (nieuwe) fractieleden zich bij de ''loyalisten'', hoewel ze zelden als blok optraden.<ref name="parlement.com loyalisten"/> Anderzijds verliet ARP'er [[Hannie van Leeuwen]] de Kamer omdat ze vond dat de loyalisten niet loyaal waren aan Van Agt.<ref>{{citeer boek|titel=Zeg maar Hannie|ISBN=9789066117945|voornaam=Ria|achternaam=Jaarsma|auteurlink=Ria Jaarsma|medeauteurs=Ter Veld, Elske|uitgever=Inmerc}}</ref> Het kabinet moest voortdurend met de loyalisten en andere kritische fractieleden overleggen of er wel een meerderheid was voor een standpunt. Een enkele keer stemden ze mee met de oppositie, maar dit leidde niet daadwerkelijk tot een [[kabinetscrisis]].<ref name="parlement.com loyalisten">{{citeer web|url=https://www.parlement.com/id/vihgfxjyhgnz/loyalisten_in_het_cda_1978_1981|titel=Loyalisten in het CDA (1978-1981)|werk=[[parlement.com]]|bezochtdatum=2023-08-06 |archiefurl=https://web.archive.org/web/20230806122204/https://www.parlement.com/id/vihgfxjyhgnz/loyalisten_in_het_cda_1978_1981|archiefdatum=2023-08-06}}</ref> Het kabinet wist de termijn af te maken tot de [[Tweede Kamerverkiezingen 1981|Tweede Kamerverkiezingen van 1981]].

== Bronnen ==
* {{citeer boek|voornaam=Rudy|achternaam=Andeweg|titel=Kabinetsformatie 1977|auteurlink=Rudy Andeweg|uitgever=Rijksuniversiteit Leiden|datum=1978|medeauteurs=Dittrich, K.L.L.M; Van der Tak, Theo}}
* {{Citeer hoofdstuk|achternaam=Van Merriënboer|voornaam=Jan|hoofdstuk = De moeder van alle formaties|titel=Kabinetsformaties 1977-2012|redacteur=[[Carla van Baalen|Van Baalen, Carla]]; Van Kessel, Alexander
|uitgever=[[Boom (uitgeverij)|Boom]]|plaats=Amsterdam|ISBN=9789461054661|NUR=680|pagina's=11-80|taal=nl|URL=https://dejaren70.pappenheimers.com/wp-content/uploads/2022/03/8.6-PDF-Kabinetsformatie-Van-Agt-I.pdf
|datum=2016|archiefurl=https://web.archive.org/web/20230726143726/https://dejaren70.pappenheimers.com/wp-content/uploads/2022/03/8.6-PDF-Kabinetsformatie-Van-Agt-I.pdf|archiefdatum=2023-07-26}}
* {{citeer boek|voornaam=Pieter|achternaam=Sijpersma|titel=Hans Wiegel|uitgever=[[Atlas Contact]]|datum=2020|pagina's=398-419|ISBN=9789045038254}}
* {{citeer boek|voornaam=Ed|achternaam=Van Thijn|auteurlink=Ed van Thijn|url=https://www.dbnl.org/tekst/thij008dagb01_01/|titel=Dagboek van een onderhandelaar. 25 mei - 11 november 1977|plaats=Amsterdam|uitgever=Van Gennep|datum=1978|archiefurl=https://web.archive.org/web/20230716002651/https://www.dbnl.org/tekst/thij008dagb01_01/|archiefdatum=2023-07-16|ISBN=9789060123751}}

== Referenties ==
{{references}}

== Noten ==
{{References|group=kleine-letter}}
{{Commonscat}}

{{Navigatie kabinetsformaties Nederland}}
{{Navigatie kabinetsformaties Nederland}}


[[Categorie:Nederlandse kabinetsformatie naar jaar|1977]]
[[Categorie:Nederlandse kabinetsformatie|1977]]
[[Categorie:Nederlandse politiek in 1977]]
[[Categorie:Nederlandse politiek in 1977]]

Versie van 1 nov 2023 10:04

Van Agt (l) en Wiegel (r) in gesprek over de verdeling van ministersposten onder leiding van informateur Van der Grinten op 2 december 1977.

Na de Tweede Kamerverkiezingen van 25 mei 1977 vond een kabinetsformatie plaats in Nederland. Op 19 december 1977 resulteerde dit in het kabinet-Van Agt I. De coalitie werd gevormd door het Christen-Democratisch Appèl (CDA) en de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD).

De eerste vijf maanden werd er onder formateur Joop den Uyl onderhandeld over een kabinet van Partij van de Arbeid (PvdA), de grootste partij, CDA en Democraten 66 (D'66). Viermaal liep dit vast, en werden informateurs gevraagd om de partijen bij elkaar te brengen. Na de vierde keer bleek de breuk definitief. Binnen een maand wist vervolgens het CDA tot een akkoord te komen met de VVD. Zes leden van de CDA-fractie — de loyalisten — stemden tegen het akkoord, maar gedoogden het kabinet wel waardoor het kabinet een meerderheid behield.

De formatie duurde 208 dagen en was toen de langste Nederlandse kabinetsformatie.[a] Door de lange duur en de onverwachte uitkomst staat het bekend als de "moeder van alle formaties".

Achtergrond

Impressie van de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen door Polygoon Hollands Nieuws.

Kabinet-Den Uyl

Het kabinet-Den Uyl onder leiding van premier Joop den Uyl had als coalitie PvdA, D'66 en Politieke Partij Radikalen (PPR). Die partijen hadden als onderdeel van de progressieve samenwerking voor de Tweede Kamerverkiezingen 1972 een gezamenlijk regeerprogramma: Keerpunt 1972. Tijdens de kabinetsformatie van 1972-'73 was het hen gelukt om de confessionele partijen Christelijk-Historische Unie (CHU), Anti Revolutionaire Partij (ARP) en Katholieke Volkspartij (KVP) uit elkaar te spelen. Die laatste twee leverden ministers en gedoogden het extraparlementaire kabinet.[1]

In deze periode waren KVP, ARP en CHU bezig met een fusie tot het het Christen-Democratisch Appèl (CDA). De daadwerkelijke fusie vond pas plaats in 1980, maar de partijen wilden wel al één kandidatenlijst. Beoogd lijsttrekker was vicepremier en minister van Justitie Dries van Agt, afkomstig uit de KVP. Hij werd gewaardeerd binnen de partijen om zijn principiële opstelling in het abortusdebat en de manier waarop hij regelmatig de PvdA in het harnas had gejaagd.[2]

De verhoudingen binnen het kabinet-Den Uyl waren slecht en het vechtkabinet viel uiteindelijk vlak voor de verkiezingen. De slechte verhoudingen waren alleen maar toegenomen toen opiniepeilingen in oktober 1976 lieten zien dat de PvdA er slecht voor stond. Dieptepunt was de persoonlijke aanval van PvdA-Kamerlid Aad Kosto op Van Agt in het debat op 23 februari 1977 over de zaak-Menten. Kosto noemde Van Agt een incapabele minister die ongeschikt was als politiek leider. Een maand later viel het kabinet na de kabinetscrisis over de grondpolitiek, een van de vier grote maatschappijhervormingen die het kabinet op basis van Keerpunt '72 had aangekondigd.[3]

Verkiezingen

Zie Tweede Kamerverkiezingen 1977 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Bovenaan de verkiezingsposter staat: "Kies de minister-president". Daaronder staat een kleine afbeelding van Den Uyl met de tekst "Den Uyl lijst 2". Onderaan staat in het rood "PvdA".
Verkiezingsposter van de PvdA

Voor de verkiezingscampagne hadden de drie grootste partijen — PvdA, CDA en VVD — hun eigen speerpunten. Het CDA deed bij deze verkiezingen voor het eerst met een gezamenlijke kandidatenlijst mee. Belangrijkste punten voor Van Agt waren de werkloosheid, de inflatie, abortus en 'het ethisch en geestelijk reveil'. De samenwerking tussen PvdA, PPR en D'66 viel daarentegen uit elkaar, vanwege tegenvallende resultaten bij lokale verkiezingen en in de peilingen. De PvdA probeerde met de verkiezingsleus 'Kies de minister-president, Kies Den Uyl' vooral campagne te voeren met Den Uyl als staatsman. Hans Wiegel was bij de VVD voor de tweede keer lijsttrekker. Met het motto "puin ruimen" richtte Wiegel zich vooral op de PvdA. De VVD ontzag het CDA met het oog op mogelijke samenwerking.[4]

Tijdens de verkiezingscampagne werden er al coalitievoorkeuren uitgesproken. PvdA hield vast aan een kabinet met een meerderheid van progressieve ministers. Het CDA verklaarde echter niet meer in een ongelijkwaardige positie met de PvdA te willen regeren, zoals tijdens het kabinet-Den Uyl. De PvdA eiste dat het CDA regeren met de VVD zou uitsluiten, wat Van Agt pareerde met de oneliner: "Wij maken geen buigingen naar links en geen buigingen naar rechts".[5] D'66, wederom geleid door Jan Terlouw, presenteerde zich als "redelijk alternatief" tussen PvdA en VVD, maar sloot een coalitie van CDA, VVD en D'66 uit.[6]

Zetelverdeling

De zetelverdeling van de Tweede Kamer gedurende de kabinetsformatie. Zie de lijst van Tweede Kamerleden 1977-1981 voor de precieze invulling.
 CPN (2)
 PvdA (53)
 PSP (1)
 DS'70 (1)
 PPR (3)
 D'66 (8)
 VVD (28)
 CDA (49)
 RPF (1)
 BP (1)
 SGP (3)

De PvdA won tien zetels en kwam uit op 53 zetels, de hoogste score tot dan toe door een partij. Het CDA behaalde 49 zetels, één zetel meer dan diens voorlopers in 1972. De fractie bestond na de verkiezingen uit 26 KVP'ers, 12 ARP'ers en 11 CHU'ers. De VVD won zes zetels en kwam uit op 28 zetels. D'66 steeg van zes naar acht zetels. De resterende partijen zakten van 31 naar twaalf zetels in totaal, en speelden geen betekenisvolle rol in de formatie.[7] Op basis van deze uitslag hadden PvdA en CDA al een meerderheid van 102 zetels. Aangevuld met D'66 zou dit zelfs 110 zetels zijn. Anderzijds had de combinatie van CDA en VVD een krappe meerderheid van 77 zetels.

Gijzelingen

De verkiezingscampagne en de formatie werden onderbroken door gijzelingen door Zuid-Molukse jongeren. Twee dagen voor de verkiezingen kaapten zij een trein bij De Punt en gijzelden een lagere school in Bovensmilde. Door deze acties kwam de campagne grotendeels stil te liggen.[7] De gijzelingen zouden nog tot 11 juni 1977 — dus tijdens de formatie — duren. Het zorgde ervoor dat de PvdA haar verkiezingswinst niet kon vieren en dat de formatie pas later op gang kwam. Met name Van Agt als minister van Justitie was druk bezig met de gijzelingen en het Kamerdebat achteraf.

Formateur Den Uyl (1)

Den Uyl verlaat Paleis Huis ten Bosch waar hij gesproken heeft met koningin Juliana (31 mei 1977).

Na gesprekken met haar vaste adviseurs[b] en de fractievoorzitters wees koningin Juliana Den Uyl aan als formateur. De PvdA-fractie had dit geadviseerd, hoewel sommige leden tot voorzichtigheid maanden.[8] Van Agt had eveneens geadviseerd Den Uyl aan te wijzen als formateur, omdat een informatieronde eerder tot verstarring zou leiden bij de CDA-fractie. Wiegel sprak zijn twijfels uit over de stabiliteit van een kabinet van PvdA en CDA gezien de val van het vorige kabinet. Hij wees ook op het feit dat CDA en VVD samen een meerderheid hadden.[9] Juliana gaf Den Uyl als uiteindelijke opdracht "een kabinet te vormen dat geacht mag worden het vertrouwen van het parlement te genieten". Den Uyl deelde mee dat hij streefde naar een meerderheidskabinet van PvdA, CDA en D'66, met een progressief karakter. Een groot deel van de CDA-fractie reageerde afwijzend op de interpretatie dat het een "progressief karakter" moest hebben.[10]

Onderhandelingsstrategieën

Van Thijn op 16 februari 1978 met zijn Dagboek van een onderhandelaar over zijn ervaringen tijdens de formatie.

Voor de PvdA was kabinetsdeelname niet het belangrijkste en mocht kabinetsdeelname alleen plaatsvinden als zij het overwicht hadden. Deze strategie was opgeschreven in de notitie 'Wat te doen met tien zetels winst?' door Ed van Thijn, die Den Uyl verving als PvdA-onderhandelaar. Hoofddoel was het voortzetten van het electorale succes bij de Provinciale Statenverkiezingen 1978. Een "zekere spanningsrelatie" met het CDA zou daar goed voor zijn, de zogenaamde "polarisatiestrategie" die de partij sinds 1966 hanteerde. Inhoudelijk moesten de hervormingsvoorstellen van het vorige kabinet bereikt worden, vastgehouden worden aan de norm van één procent groei per jaar van de collectieve sector en moest gegarandeerd worden dat een initiatiefontwerp over abortus bekrachtigd zou worden met een contraseign. Het partijbestuur en -congres hadden — tegen de zin van de fractie en Den Uyl — de meerderheidsstrategie opgelegd.[11] Dit bepaalde dat PvdA evenveel ministers moest hebben als CDA en D'66 bij elkaar,[12] om te voorkomen dat PvdA in de ministerraad weggestemd kon worden. PvdA moest ook Justitie claimen om Van Agt buiten het kabinet te houden en nog een post naast Financiën in de sociaaleconomische driehoek krijgen. Van Thijns notitie lekte uit en stond op 9 juni in de Volkskrant, wat het wantrouwen bij CDA voedde.[13]

Voor het CDA lag de prioriteit eveneens niet bij het slagen van een kabinet, maar bij de vorming van eenheid binnen het CDA.[14] Binnen de fractie was er verdeeldheid over het regeren met de PvdA. ARP'ers onder leiding van Wim Aantjes waren voorstander, terwijl KVP'ers zoals Frans Andriessen en met name CHU'ers de confrontatie wilden aangaan. Uitgangspunt voor deelname aan een kabinet met PvdA was in ieder geval gelijkwaardigheid. Zo wilde het CDA evenveel ministersposten als PvdA. D'66 hoefde van hen sowieso niet in de coalitie — de partij was immers niet nodig voor meerderheid — dus vonden ze dat PvdA zelf voor D'66 ministersposten moest opgeven. Nog een plek voor PvdA in sociaaleconomische driehoek was onbespreekbaar, omdat Den Uyl als minister-president zich daar al voortdurend mee bemoeide. Als Van Agt niet in de Kamer wilde blijven, moest hij terug kunnen keren op Justitie. Het CDA wilde het liefst eerst abortus bespreken, en de hervormingsvoorstellen bespreken in een breder sociaaleconomisch kader.[15]

CDA-fractievergadering op 12 juli 1977 in verband met de kabinetsformatie. Staand (v.l.n.r.): fractiemedewerker Joop van Rijswijk, fractiebestuursleden Peijnenburg, Van Agt en Andriessen. Zittend (v.l.n.r.): fractiesecretaris Kleisterlee en fractiebestuursleden Aantjes en Kruisinga.[16]

De verdeeldheid was niet alleen inhoudelijk, maar kwam ook voort uit persoonlijk ambities. Hoewel Van Agt bij de eerste fractievergadering gemakkelijk verkozen werd tot fractievoorzitter, legde het verkiezen van de vicefractievoorzitter de verdeeldheid bloot. Andriessen werd aanvankelijk verkozen boven Aantjes, die daarop woedend reageerde. De notulen van deze vergadering lekte vervolgens uit, waarna Van Agt Andriessen overhaalde om zich terug te trekken om de eenheid te bewaren. Ditmaal werd er geen verkiezing uitgeschreven, waarmee het vicevoorzitterschap toeviel aan de nummer twee op de lijst; Aantjes. CHU-voorman Roelof Kruisinga was verder vooral uit op een ministerspost, en nam daarover contact op met PvdA'ers. Ook Aantjes had veel contact met de PvdA. Andriessen had daarentegen van de drie het meeste contact met Van Agt.[17] CDA-beleidsmedewerker Joop van Rijswijk noteerde over de interne samenwerking: "In feite kent onze fractie een vierhoofdig leiderschap. Maar dit leiderscollectief put [...] uit in het elkaar beloeren en wantrouwen en in het samen voor de voeten lopen van de fractievoorzitter".[17]

Onderhandelingen

Den Uyl ontvangt Terlouw, Van Agt, Van Thijn op 27 juni 1977, de eerste dag van de inhoudelijke onderhandelingen.

In de eerste twee weken wisten de partijen tot overeenstemming te komen op drie van de vier hervormingsvoorstellen. Vanwege de gijzelingen en de afwikkeling daarvan begonnen pas op 27 juni de inhoudelijke onderhandelingen. Over de volgorde van te bespreken onderwerpen was in de weken daarvoor al discussie. Men begon uiteindelijk met de grondpolitiek, omdat het vorige kabinet daarover gevallen was. Het lukte de onderhandelaars dit slepende onderwerp binnen één avond zo goed als te regelen, met de overeenstemming op belangrijkste punten geregeld op 5 juli. Die dag bereikten ze ook overeenstemming over de vermogenswinstbelasting en op 8 juli over de ondernemingsraden, twee van de andere hervormingsvoorstellen. Bij alle drie wist Van Agt belangrijke punten binnen te halen, tot onvrede van de linkerflank van PvdA.[18]

Voor PvdA was de druk vervolgens groter om te scoren bij de laatste van de vier hervormingsvoorstellen; de vermogensaanwasdeling (VAD). Op verzoek van het CDA werd dit gecombineerd met de discussie over het door Den Uyl opgestelde 'Memorandum betreffende het te voeren financiële, sociale en economische beleid' (ook wel Memo II). Daarin werden vier miljard aan bezuinigingen en loonmatiging voorgesteld, maar ook aantrekkelijke maatregelen voor de vakbeweging. Het CDA vond de bezuinigingen te weinig en geloofde niet in de voorgespiegelde loonmatiging. Werkgevers en het rechterdeel van de CDA-fractie waren ook ontevreden over de automatische prijscompensatie. Op 12 juli spraken de onderhandelaars weer over de VAD, waarbij Den Uyl de druk op D'66 en CDA opvoerde om snel akkoord te gaan. Van Agt kwam met negen wijzigingsvoorstellen op de VAD. Den Uyl nam drie van deze suggesties over, maar Van Agt bleef weigeren.[19]

Op 15 juli gaf Den Uyl vervolgens zijn opdracht terug. Den Uyl gaf aan "bitter teleurgesteld" te zijn, maar het beeld was dat hij te vroeg gestopt was. Van Agt verklaarde dat er een oplossing moest komen voor de VAD, omdat PvdA en CDA op elkaar aangewezen waren. Tegen zijn fractie gaf hij aan bereid te zijn een aantal eisen rond de VAD te laten vallen. De top van het CDA vermoedde druk vanuit vakbond FNV, alsook een politieke manoeuvre, waarbij PvdA hoopte een betere onderhandelingspositie te hebben als een formatiepoging tussen CDA en VVD was mislukt.[20]

Informateur Albeda

Informateur Wil Albeda tijdens een persconferentie op 27 juli 1977.

Na de breuk werd Van Agt gevraagd als formateur, maar nam deze uiteindelijk niet aan. Zowel Vondeling, Van Thijn als Wiegel hadden Juliana geadviseerd Van Agt te benoemen tot formateur van een kabinet van VVD en CDA. Thurlings raadde dit juist af, omdat de mogelijkheden voor een kabinet van PvdA en CDA nog niet uitgeput waren. Ook Van Agt wilde eerst een lijmpoging door een informateur vanuit PvdA of CDA. Een ander kabinet onderzoeken was voor hem onwenselijk, omdat het grote kans van mislukken had en daarmee de onderhandelingspositie van CDA zou ondergraven. Desalniettemin nam Juliana het advies over van de meerderheid en gaf Van Agt op 18 juli de opdracht een kabinet te vormen. Dit tot ongenoegen van het CDA, die haar verdacht van onder een hoedje spelen met Den Uyl. Van Agt verzocht Juliana de opdracht niet te hoeven aannemen, waaraan Juliana gehoor gaf.[21]

Na verdeelde adviezen wees Juliana ARP'er Wil Albeda aan als informateur. De eerste ronde van adviezen op 19 juli leverde dusdanig verdeelde adviezen op, dat de koningin Van Thijn, Van Agt en Terlouw uitnodigde voor een gezamenlijk gesprek een dag later. Tijdens een vooroverleg die ochtend concludeerden de drie dat er nodeloze misverstanden waren ontstaan. Later die dag werd Wil Albeda aangewezen als informateur om de 'tijdens de formatie-Den Uyl gerezen meningsverschillen uit de weg te ruimen, opdat deze formatie hervat kan worden'. Albeda was een linkse en progressieve CDA'er, afkomstig uit de ARP en was als informateur in 1973 betrokken geweest bij de totstandkoming van het kabinet-Den Uyl.[22]

Albeda wist binnen een week te komen tot een compromis en daarmee zijn opdracht af te ronden. Albeda beperkte zich daarbij tot het VAD, en liet Memo II buiten beschouwing. In het compromis leverde CDA fors en het compromis ging zelfs verder dan het voorstel van Den Uyl. Van Agt wilde nog in de conceptconclusies opnemen dat de VAD afhing van de behandeling van Memo II, maar dit blokkeerde Van Thijn. Toen Aantjes vernam dat die poging van Van Agt ingegeven was door Andriessen, riep hij woedend voor de pers en camera's dat hij maar naar huis ging als Van Agt toch alleen maar zaken wenste te doen met Andriessen. Binnen de CDA-fractie hadden vijf leden, waaronder Andriessen, op 28 juli bezwaar tegen het resultaat. Albeda adviseerde in zijn verslag van 26 juli om Den Uyl wederom formateur te maken. Den Uyl deed nog het voorstel om Albeda tot speciaal adviseur te maken, maar dit werd afgewezen door het CDA.[23]

Formateur Den Uyl (2)

De onderhandelaars van PvdA, CDA, D'66 met informateur Den Uyl en hun fractiespecialisten op 5 augustus 1977.

Op 28 juli werd Den Uyl wederom formateur met dezelfde opdracht. De gesprekken over Memo II werden voortgezet. Voor het eerst bij een kabinetsformatie werden de onderhandelaars vergezeld door een fractiespecialist; Dick Dolman (PvdA), Peijnenburg (CDA) en Erwin Nypels (D'66). Binnen een week kwamen ze op dit onderwerp tot conclusies, met de mogelijkheid tot extra bezuinigingen als het onvoldoende bleek. De CDA-fractie ging daarmee akkoord, ondanks vijf dissidenten waaronder Andriessen die onder meer de bezuinigingen niet ver genoeg vonden gaan.[c][24]

Bij de PvdA-fractie was ook veel kritiek, maar weigerde Van Thijn opnieuw te onderhandelen. Uiteindelijk stemden Duisenberg, Poppe en Spieker tegen. De eerste vond de bezuinigingen niet ver genoeg gaan, de laatste twee juist te ver. Ook buiten de fractie was er weerstand, waaronder kandidaat-bewindslieden die aangaven over dit memo later nog te willen heronderhandelen. Kritiek van de Volkskrant op het resultaat en Van Thijn leidde ertoe dat het partijbestuur zich meer met de formatie ging bemoeien.[25]

Abortus

Op de voorgrond betreedt Van Agt een gebouw op het Binnenhof in Den Haag. Op de achtergrond staan achter dranghekken ongeveer tien demonstranten. Op spandoeken staat: "Stop deze kindermoord", "Zowel links als rechts huidige wet handhaven!!" en "Als u vrede wilt, verdedig dan het leven."
Van Agt komt aan op het Binnenhof op 17 augustus 1977. Op de achtergrond een demonstratie tegen een wettelijke regeling van abortus.

Onder druk van het CDA was abortus het volgende onderwerp in de formatie. In de Tweede Kamer was daar met PvdA, VVD en D'66 weliswaar een meerderheid voor, maar Van Agt had in de campagne zich geprofileerd met het verzet ertegen. Een meerderheid van de fractie besloot dat Van Agt als unaniem standpunt van de fractie mocht uitdragen dat het CDA geen compromis op dit onderwerp accepteerde. Deze tactiek werd ondermijnd toen de notulen lekten naar Den Uyl en later De Tijd, waaruit bleek dat een minderheid wel bereid was tot een compromis.[26]

Ongeveer dertig demonstranten staan achter dranghekken op het Binnenhof terwijl het regent. Op spandoeken staat onder meer "Laat de vrouw niet het kind van de rekening worden" en "Geen komprommissen, de vrouw moet beslissen".
Demonstranten voor een wettige regeling van abortus op het Binnenhof op 18 augustus 1977.

Omdat inhoudelijke overeenstemming onmogelijk leek, probeerden de partijen tot een procedureafspraak te komen. PvdA wilde de afspraak dat een aangenomen initiatief gewoon voorzien zou worden van het contraseign van de bevoegde minister. Van Agt stelde voor om een beraadsgroep op te starten die binnen twee jaar een uitweg zou moeten zoeken. Zo lang die groep nog bezig was en de regering niet zich daarover had uitgesproken, zouden regeringsfracties geen steun mogen geven aan initiatieven op dit onderwerp. Beide partijen konden niet met de voorstellen van de ander leven. Het CDA concludeerde vervolgens dat het "helaas onwaarschijnlijk" was dat er een kabinet van PvdA, CDA en D'66 zou komen. Op 25 augustus leverde Den Uyl daarom zijn formateursopdracht in.[27]

Informateur Veringa

Informateur Veringa met Van Agt, Terlouw, raadsadviseur Tjeenk Willink en Van Thijn op 1 september 1977.

Juliana liet zich wederom door haar vaste adviseurs en de fractievoorzitters adviseren. Van Thijn adviseerde om Den Uyl weer als formateur aan te stellen met een bredere opdracht waaronder de mogelijkheid van een minderheidskabinet. Wiegel stelde voor om een 'nationaal kabinet' te vormen. Van Agt adviseerde een CDA-informateur aan te stellen met een brede opdracht, waaronder de mogelijkheid van een CDA-minderheidskabinet. Juliana nam het advies van Van Agt over, en benoemde op 26 augustus de door Van Agt genoemde Gerard Veringa, staatsraad en voormalig KVP-leider.[28]

Ondanks een vertrouwelijke brief van Van Agt waarin hij aanstuurde op een CDA-minderheidskabinet, probeerde Veringa eerst of PvdA, CDA en D'66 niet toch konden komen tot een procedureafspraak rond abortus. Van Agt wilde gezichtsverlies voorkomen, en fluisterde een formule in bij Veringa waar de onderhandelaars zich in konden vinden. Het kabinet zou in die formule eerst zelf met een voorstel proberen te komen. Als dat niet voor 1 januari 1979 was gelukt, mocht het parlement een eigen initiatief aannemen. Het kabinet zou dan na het voorleggen aan de Raad van State besluiten over het contraseign. Het CDA ging akkoord met dit voorstel, hoewel zeven fractieleden waaronder Andriessen tegen waren.[29]

Op 2 september bracht Veringa verslag uit bij Juliana. Er ontstond ophef toen Van Thijn in een interview aangaf dat elk initiatief ongeacht de inhoud een wet zou worden. Het CDA was echter akkoord gegaan in de veronderstelling dat rekening met hen gehouden zou worden. Een maand lang werd er overleg gevoerd over het akkoord. Toegevoegd werd in het eindverslag van 8 oktober dat alle partijen zich voldoende in het wetsontwerp moesten kunnen vinden, maar dat een toekomstig kabinetslid het contrasigneren niet zou kunnen blokkeren.[30]

Informateurs Den Uyl en Veringa

Informateurs Den Uyl en Veringa met Van Agt op 4 oktober 1977.

Veringa gaf aan door te willen, maar tot onvrede van het CDA werd Den Uyl ook als informateur benoemd. Onder leiding van de informateurs sprak men verder over onderwerpen die gevoelig lagen, zoals de bouw van kerncentrales, begroting voor defensie en de positie van bijzonder onderwijs. De sfeer ging in die tijd achteruit tussen de onderhandelaars vanwege de lange duur. Van Agt relativeerde de lengte, waarop Den Uyl in de troonrede van 20 september Juliana liet uitspreken: "De lange duur van de kabinetsformatie, na een verkiezingsuitslag die toch door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de huidige omstandigheden begrijpelijke bezorgdheid."[31]

Op 21 september bereikten de onderhandelaars toch een akkoord. De fracties van PvdA en D'66 schaarden zich unaniem achter het akkoord. De partijraad van de PvdA stemde er ook mee in, zij het met moeite. Bij de CDA ging de fractie ook akkoord en stemden alleen drie CHU'ers tegen.[32]

Verdeling ministersposten

Na het afronden van het akkoord keerde het onderwerp van de ministersposten weer terug. Van Thijn eiste 8-7-1 ministersposten voor respectievelijk PvdA, CDA en D'66, maar PvdA wilde vooral ook Van Agt buiten het kabinet houden. Van Agt claimde 7-7-1, verwijzend naar gelijkwaardigheid, en gaf binnen zijn partij aan te willen terugkeren op Justitie. Terlouw wilde 7-7-2. Om de impasse te doorbreken, gunde Van Agt een tweede post aan D'66 mits deze 'minuscuul' en 'ondankbaar' waren. Na een patstelling gaf PvdA aan dat 7-7-2 alleen aanvaardbaar was als bepaalde CDA'ers niet in het kabinet zaten. Zo kon PvdA niet akkoord gaan met zowel Kruisinga, Andriessen én Van Agt in kabinet. Dit leidde niet tot een doorbraak.[33]

Op 3 oktober gaf Van Agt na een impasse aan niet beschikbaar te zijn voor kabinet en ook niet terug te keren als fractievoorzitter: "Ik ga het politieke bos in". Op deze manier wilde Van Agt Justitie behouden voor het CDA. Dit werd opgetogen ontvangen door Van Thijn. Toen Van Agt dit een dag later meldde aan zijn fractie, floten ze hem terug omdat dit vernederend en politiek onaanvaardbaar was. Na nog een poging tot onderhandelen waar men niet uit kwam, gaven de informateurs op 6 oktober hun opdracht terug.[34]

Informateurs Verdam en Vrolijk

Onderhandelingen op 20 oktober 1977. V.l.n.r. onderhandelaars Van Agt, Van Thijn, Terlouw, raadsadviseur Herman Tjeenk Willink en informateurs Verdam en Vrolijk.

Op 11 oktober benoemde Juliana de commissarissen van de Koningin Koos Verdam (Utrecht, afkomstig uit de ARP) en Maarten Vrolijk (Zuid-Holland, afkomstig uit de PvdA) tot informateurs. Impliciet was hun opdracht om de onderhandelingen voort te zetten. Dit leidde tot zeldzame kritiek, omdat ze tegen gegeven adviezen in ging. Van Agt had bijvoorbeeld rechtsere informateurs voorgesteld. Binnen het CDA was de verdenking dat Aantjes via Ruppert had aangestuurd op de persoon en de opdracht.[35]

Ondanks een valse start, wisten de informateurs tot een resultaat te komen. Van Thijn stond bij aanvang op het punt in te stemmen met 7-7-2, toen de informateurs met een beargumenteerd voorstel voor 8-7-1 kwamen. Van Agt wees dit direct af, maar daardoor kon Van Thijn de volgende dag niet akkoord gaan met het voorstel 7-7-2 van de informateurs, waarvoor zij als enige argument aandroegen dat 8-7-1 niet haalbaar was. De onderhandelingen raakten daardoor weer vast, waarop de onderhandelaars halverwege de tweede week hun opdracht wilden teruggeven. Hiervan zagen zij af omdat de onderhandelaars nog aangaven dat het tweede kabinet-Den Uyl de bedoeling was.[36] Tijdens het 'eindgesprek' op 20 oktober met de informateurs stelde Van Agt voor Justitie aan D'66 af te staan, als enige post dan voor D'66, maar dat het CDA daar andere ministeries voor terugkreeg. Een pauze werd ingelast zodat Van Thijn Den Uyl kon consulteren. Na de pauze trok Van Agt echter zijn voorstel weer in, waardoor de onderhandelingen weer vast zaten. De informateurs besloten Van Thijn en Van Agt onder vier ogen verder te laten praten - een novum. Uiteindelijk kwamen zij op 24 oktober tot een akkoord waarbij CDA wel Justitie kreeg, maar Van Agt naar Binnenlandse Zaken ging en het 7-7-2 werd.[37]

Piet Reckman aan het woord tijdens het buitengewoon congres van de PvdA op 5 november 1977.

Het resultaat werd slecht ontvangen binnen de PvdA. Terwijl Van Agt het vierde als succes, presenteerde Van Thijn het als een halve nederlaag. Het ging namelijk tegen de meerderheidsstrategie in. Dit sentiment werd versterkt door kritiek in de Volkskrant. Met moeite wist Van Thijn het langs de partijraad en fractie (32 stemmen voor, 14 tegen) te krijgen, maar een motie van activist Piet Reckman waarin kabinetsdeelname onder deze voorwaarden werd afgewezen werd door de partijraad aangenomen.[d] Gesteund door de fractie, waar inmiddels nog maar vijf leden tegen stemden, negeerden Den Uyl en Van Thijn de uitspraak van de partijraad. Het conflict met de partijraad zou beslecht moeten worden op het bijzondere partijcongres van 5 november.[38]

Formateur Den Uyl (3)

Op aanraden van de informateurs benoemde Juliana Den Uyl op 26 oktober voor de derde keer als formateur. Van Agt droeg naast zichzelf onder meer Wilhelm Friedrich de Gaay Fortman (Justitie), Kruisinga (Landbouw), Til Gardeniers (Volksgezondheid) en Andriessen (Economische Zaken) voor. Voor PvdA waren Kruisinga én Andriessen beide in kabinet niet acceptabel, vooral niet op Economische Zaken. Binnen het CDA speelde tegelijkertijd ook een conflict, waarbij Ruud Lubbers op Economische Zaken wilde. Den Uyl maakte daar handig gebruik van door Lubbers op Economische Zaken te plaatsen, waarna Gardeniers en Kruisinga aangaven geen minister te worden zonder Andriessen in kabinet. Onder druk van de KVP stuurde Lubbers een brief naar Den Uyl waarin hij aangaf daarvoor niet beschikbaar te zijn.[39] Van Agt wilde dat Den Uyl ten minste één veto zou inslikken. Al zijn voorstellen bevatten daarom ofwel Andriessen op Economische Zaken, of zowel Kruisinga en Andriessen in kabinet of Van Agt toch op Justitie. Den Uyl wees al deze voorstellen af. Op 4 november zei de CDA-fractie definitief nee tegen het voorstel van de formateur en gaf Den Uyl zijn opdracht terug.[40]

Informateur Van der Grinten

Van der Grinten (l), Wiegel (m) en Van Agt (r) op 15 november 1977.

Informateur Wim van der Grinten verkende zonder succes nog de mogelijkheid om PvdA, CDA en D'66 bij elkaar te brengen. De voormalige KVP-staatssecretaris was op voordracht van Van Agt benoemd om 'de mogelijkheden te onderzoeken om op de kortste termijn te geraken tot de vorming van een kabinet dat mag vertrouwen in voldoende mate steun in de volksvertegenwoordiging te ondervinden'. Met diverse compromissen probeerde Van der Grinten een doorbraak te forceren, maar met de onderhandelaars concludeerde hij dat de 'invullingsproblematiek' onoplosbaar was. Van der Grinten onderzocht toen of PvdA met VVD wilde, maar Van Thijn wees dit af.

Externe afbeelding
Foto van Van Agt en Wiegel tijdens een gezamenlijk etentje in het Haagse etablissement Le Bistroquet op 16 november 1977. Met deze foto werd bekend dat er gesprekken gevoerd werden tussen CDA en VVD. Het werd een van de bekendste foto's uit de Nederlandse politiek.

De gesprekken tussen CDA en VVD leidden vervolgens binnen een week tot een akkoord. Op 14 november startten de gesprekken tussen Van Agt en Wiegel. Op voordracht van Wiegel besloten ze te streven naar een kort en bondig akkoord. Ook Wiegels voorstel om de buitenwereld — inclusief hun fracties — er buiten te houden werd overgenomen. Zelfs raadsadviseur Herman Tjeenk Willink en directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst Gijs van der Wiel, die er tot dan toe altijd bij waren, werden weggestuurd.[41] Al in het eerste gesprek lukte het ze om afspraken te maken over de WIR, de VAD, de ondernemingsraden en de verdeling van ministersposten. Delen van het akkoord met PvdA en D'66 werden overgenomen, zoals de abortusparagraaf. Wat daarbij hielp, was de goede sfeer tussen de partijleiders, in tegenstelling tot de gesprekken tussen Van Agt met Van Thijn en Den Uyl. Al op 22 november ging het conceptakkoord naar de fracties. VVD was snel akkoord, maar onder druk van ARP'ers zoals Aantjes en Jan Nico Scholten kwam het CDA met tientallen wijzigingsvoorstellen. Wiegel reageerde begripvol en men bereikte op 26 november een aangepast akkoord.

ARP-dissidenten Scholten (l) en Aantjes op 7 december 1977.

De VVD-fractie ging op 28 november unaniem akkoord met het resultaat. Bij het CDA vond een uitvoerig overleg plaats wat doorging tot de vroege ochtend. De meerderheid stemde voor, maar zes fractieleden — Aantjes, Hans de Boer, Bouke Beumer, Jan van Houwelingen, Scholten (allen afkomstig uit ARP) en Dijkman (KVP) — stemden tegen. Zij gaven aan het kabinet wel te gedogen en kwamen bekend te staan als de CDA-loyalisten. Tijdens een fractieoverleg op 5 december sloot ook ARP'er Willem de Kwaadsteniet zich aan bij deze groep. Vanwege deze gedoogsteun ontstond enige commotie, omdat Van der Grintens opdracht was om te komen tot een parlementair meerderheidskabinet. PvdA maakten hier bezwaar tegen, maar dit had geen effect.

Op 2 december bereikten de partijen een principeakkoord over de verdeling van de ministersposten. Van Agt was beoogd premier, nadat Jelle Zijlstra, Pierre Lardinois, Jan van den Brink en Roelof Nelissen daarvoor hadden bedankt.[42] Wiegel was beoogd vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken. Op 6 december leverde Van der Grinten zijn eindverslag in.

Formateur Van Agt

Wiegel, Van Agt en de vaste adviseurs van Juliana adviseerden om Van Agt aan te stellen als formateur. Juliana vroeg Van Agt nog of hij niet toch bereid was opnieuw te onderhandelen met PvdA en D'66, omdat 110 een bredere basis was dan 77. Van Agt gaf aan dat de overgrote meerderheid van zijn fractie daartoe niet bereid was. Toen op 8 december Van Agt de formateursopdracht kreeg, was Juliana volgens hem "merkbaar ongelukkig", omdat ze vreesde dat zijn kabinet wankel en van korte duur zou zijn.[43]

Bordesscène van kabinet-Van Agt op 19 december 1977.

Vervolgens werden door de partijen de ministerposten gevuld. Bij het CDA wilde Lubbers nog steeds Economische Zaken of Financiën, maar die eerste ging naar VVD en de tweede naar Andriessen. Alle andere posten wees hij vervolgens af, waardoor hij buiten het kabinet bleef. ARP mocht drie ministers leveren, maar de eerste keuzes van partijvoorzitter De Boer — Boersma, Bob Goudzwaard en De Gaay Fortman — trokken zich terug, die laatste vanwege de samenwerking met de VVD. Nog eens vijf ARP'ers weigerden de portefeuille van Justitie, waarop de partijloze jurist Job de Ruiter gevraagd werd en met terugwerkende kracht lid werd van ARP. Bij de VVD ging het vinden van een minister van Buitenlandse Zaken moeizaam. Twee kandidaten, waaronder oud-fractievoorzitter Edzo Toxopeus weigerden, waarna Wiegel uitkwam bij Chris van der Klaauw. Op 17 december hielden de ministers het constituerend beraad en op 19 december werden zij beëdigd. Op 28 december volgde de beëdiging van de staatssecretarissen. Alleen staatssecretaris van Defensie Wim van Eekelen volgde later, omdat minister van Defensie Kruisinga Ad Ploeg op die post had afgewezen.[44]

Nasleep

Debat over de regeringsverklaring op 19 januari 1978. V.l.n.r. Wiegel, Van Agt en Andriessen.

Na de formatie voegden zich nog een aantal (nieuwe) fractieleden zich bij de loyalisten, hoewel ze zelden als blok optraden.[45] Anderzijds verliet ARP'er Hannie van Leeuwen de Kamer omdat ze vond dat de loyalisten niet loyaal waren aan Van Agt.[46] Het kabinet moest voortdurend met de loyalisten en andere kritische fractieleden overleggen of er wel een meerderheid was voor een standpunt. Een enkele keer stemden ze mee met de oppositie, maar dit leidde niet daadwerkelijk tot een kabinetscrisis.[45] Het kabinet wist de termijn af te maken tot de Tweede Kamerverkiezingen van 1981.

Bronnen

Referenties

  1. Van Merriënboer 2016, p. 12.
  2. Van Merriënboer 2016, pp. 14-15.
  3. Van Merriënboer 2016, pp. 13-14.
  4. Van Merriënboer 2016, pp. 15-16.
  5. Van Merriënboer 2016, p. 13.
  6. Van Merriënboer 2016, p. 15.
  7. a b Van Merriënboer 2016, p. 16.
  8. Van Merriënboer 2016, p. 17.
  9. Van Merriënboer 2016, p. 18.
  10. Van Merriënboer 2016, pp. 18-19.
  11. Van Baalen, Carla, Bos, Anne (2022). Grote idealen, smalle marges. Boom, pp. 161-166. ISBN 9789024443994.
  12. Verkiezingsjaar 1977. parlement.com. Geraadpleegd op 18 augustus 2023.
  13. Van Merriënboer 2016, p. 19.
  14. Van Merriënboer 2016, p. 47.
  15. Van Merriënboer 2016, p. 20.
  16. Van Merriënboer 2016, p. 33.
  17. a b Van Merriënboer 2016, pp. 23-24.
  18. Van Merriënboer 2016, pp. 28-30.
  19. Van Merriënboer 2016, pp. 30-34.
  20. Van Merriënboer 2016, p. 34.
  21. Van Merriënboer 2016, pp. 34-35.
  22. Van Merriënboer 2016, pp. 35-36.
  23. Van Merriënboer 2016, p. 37.
  24. Van Merriënboer 2016, p. 39.
  25. Van Merriënboer 2016, pp. 39-40.
  26. Van Merriënboer 2016, p. 41.
  27. Van Merriënboer 2016, p. 42.
  28. Van Merriënboer 2016, p. 43.
  29. Van Merriënboer 2016, pp. 43-44.
  30. Van Merriënboer 2016, p. 44.
  31. Van Merriënboer 2016, pp. 42-43.
  32. Van Merriënboer 2016, p. 46.
  33. Van Merriënboer 2016, pp. 47-48.
  34. Van Merriënboer 2016, pp. 49-50.
  35. Van Merriënboer 2016, pp. 50-51.
  36. Van Merriënboer 2016, p. 52.
  37. Van Merriënboer 2016, pp. 52-53.
  38. Van Merriënboer 2016, pp. 53-56.
  39. Van Merriënboer 2016, pp. 57-58.
  40. Van Merriënboer 2016, p. 58.
  41. Sijpersma 2020, pp. 400-401.
  42. Sijpersma 2020, p. 413.
  43. Van Merriënboer 2016, p. 69.
  44. Van Merriënboer 2016, pp. 70-72.
  45. a b Loyalisten in het CDA (1978-1981). parlement.com. Gearchiveerd op 6 augustus 2023. Geraadpleegd op 6 augustus 2023.
  46. Jaarsma, Ria, Ter Veld, Elske. Zeg maar Hannie. Inmerc. ISBN 9789066117945.

Noten

  1. Sindsdien geëvenaard door de formaties in 2017 en 2021-'22.
  2. Dit waren Tweede Kamervoorzitter Anne Vondeling (PvdA), Eerste Kamervoorzitter Theo Thurlings (CDA) en vice-president van de Raad van State Marinus Ruppert (CDA).
  3. Het betrof verder Harry Notenboom, Wiel Bremen, Kees van Dijk en Durk van der Mei.
  4. 53 voor, 35 tegen
Zie de categorie 1977 cabinet formation in the Netherlands van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.