Als laatste deel van hun Pommerenoffensief, veroverden de Sovjets op 20 maart het Duitse bruggenhoofd in Altdamm en trokken de Duitse troepen van het 3e Pantserleger naar de westelijke Oder-oever. In de daaropvolgende reorganisatie van de Duitse defensie werd het nieuwe korps de verdediging van de Oder bij Stettin toegewezen. Op 16 april startte het Rode Leger zijn offensief over de Oder. Het korps, met de Gruppe general Voigt, de 281e Infanteriedivisie en de 549e Volksgrenadierdivisie, werd niet meteen aangevallen, maar drie dagen later ging ook het 2e Wit-Russische Front hier in de aanval. Moeiteloos werd de Duitse verdediging doorbroken en de tankspitsen van maarschalk Rokossovski rukten op door Noord-Duitsland. Het korps moest onder druk van deze opmars terugtrekken door Mecklenburg-Vorpommern richting het Westen, richting de Elbe. Op 30 april was het korps bij Teterow en op 1-2 mei tussen Krakow am See en Bützow. Vervolgens ging het korps terug naar Wismar-Schwerin.
(de) Georg Tessin – Verbände und Truppen der deutschen Wehrmacht 1933-1945
(en) Kursietis, Andris J. (1999), The Wehrmacht at War 1939-1945; The Units and Commanders of the Ground Forces during World War II. Aspekt. ISBN 90-75323-38-7. Geraadpleegd op 29 november 2020.