Aan de oever van de Rotte

Aan de oever van de Rotte is een Nederlands kinderliedje.
Liedtekst
[bewerken | brontekst bewerken]Het liedje kent talloze varianten en parodieën. Vrijwel al deze beginnen met of bestaan uit de volgende twee strofen:
- Aan den oever van de Rotte
- Tussen Delft en Overschie
- Zat een kikker luid te wenen
- Met een zuig'ling op haar knie
- Kijk eens jongen sprak de moeder
- Zie je gindse ooievaar
- 't Is de moordenaar van je vader
- Hij at hem op met huid en haar
Melodie
[bewerken | brontekst bewerken]Het liedje kan op drie melodieën gezongen worden: Oh My Darling, Clementine (gepubliceerd in 1887),[1] een Russisch volkslied over Stenka Razin (1883)[2] en Bij Sedan op de heuvel (ca. 1850).[3]
Geschiedenis en varianten
[bewerken | brontekst bewerken]Het liedje heette oorspronkelijk De bedroefde kikker en is geschreven door de Rotterdamse predikant Jan Jacob Lodewijk Luti (1831-1901). Het werd voor het eerst gepubliceerd in dagblad De Courant in 1904, drie jaar na zijn dood. In deze eerste versie, die bestaat uit acht strofen, is geen sprake van een ooievaar, maar van een ‘langpoot’.[4] In een versie gepubliceerd in 1919 is sprake van ‘een grooten grauwen reiger’.[5]
In de jaren 1920 is het liedje gereduceerd tot de twee hierboven aangehaalde strofen en wordt de ooievaar voor het eerst benoemd.[6] Niet lang daarna, echter, wordt het liedje uitgebreid met de vrij ondeugende strofe:
- Dierb’re moeder, sprak de kleine,
- Schrei toch niet, bedaar nu wat:
- Als ik groot ben bijt ik zeker
- Bei z’n beenen van z’n gat![7]
Van deze strofe bestaan verschillende varianten met allemaal een ‘minder kiesch woord in den laatsten regel’. Later – ergens in de tweede helft van de twintigste eeuw – werd deze strofe vervangen door de volgende strofe, die sindsdien ook in de meeste varianten voorkomt:
- Nota bene sprak de kleine
- Heeft die schooier dat gedaan
- Als ik later nog eens groot ben
- Zal ik hem op zijn falie slaan
Voor ‘nota bene’ wordt hierbij ook vaak het woord 'potverdorie' gebruikt. Andere woordkeuzes die soms aangetroffen worden zijn: ‘potverdikkie’, ‘wel verdorie’ en ‘potverdomme’ of het eufemistische ‘wel snotjantje'. In plaats van 'kikker' wordt regelmatig het ongebruikelijke synoniem 'kikvors' gebruikt.
Ook bestaat er een versie waarin het tafereel zich afspeelt aan de IJssel hoewel de tweede plaatsnaam onvindbaar is.[bron?] Deze versie is als volgt:
- Aan de oever van de IJssel
- Tussen De Steeg en Boven Nie(?)
- Zat een kikvors luid te wenen
- Met een kleintje op haar knie
- "Lieve jongen", zei de moeder,
- "Zie je daar die ooievaar
- Tis de moordenaar van je vader
- Hij vrat 'm op met huid en haar"
- "Lieve moeder", zei de kleine,
- "Heeft die rotzak dat gedaan
- Als ik later sterk en groot ben
- Zal ik 'm op z'n donder slaan!"
Dichterlijke vrijheden
[bewerken | brontekst bewerken]De oorsprong van de Rotte ligt in de huidige gemeente Lansingerland, bij de polder Honderdveertig Morgen nabij de buurtschap Kruisweg. De Rotte eindigt in Rotterdam Centrum. Hiermee komt de rivier op geen enkele wijze in de buurt van Delft of Overschie. Tussen beide plaatsen loopt de Delftse Schie.
In Trouw wees een oud-leraar aardrijkskunde niet alleen op deze topografische misser, maar ook op het feit dat een kikvors (kikker) niet met huid en haar kan worden opgegeten.[8]
Noten
- ↑ Aan de oever van de Rotte / Tussen Delft en Overschie (Nederlandse Liederenbank). Gearchiveerd op 9 oktober 2021.
- ↑ Jan van den Noort (2020) Rotte-R-Dam / Stenka Razin en de Rotte (Ook dit is de Rotte). Gearchiveerd op 9 oktober 2021.
- ↑ Aan de oevers van de Rotte / Tussen Delft en Overschie (Nederlandse Liederenbank). Gearchiveerd op 14 november 2021.
- ↑ J.L. Luti (30 juli 1904) ‘De bedroefde kikker’, De Courant, Bijvoegsel, [p. 1].
- ↑ "De treurende kikker", in: J. Hendrik van Balen (1919) De Kristallen Stad, Alkmaar: Gebr. Kluitman, p. 44-45. Zie delpher.nl.
- ↑ Bijvoorbeeld: Anoniem (31 juli 1926) ‘Een droeve zang van kikkerleed’, De Tribune, Voor den Zondag, [p. 4].
- ↑ Aangehaald in: Anoniem (12 april 1941) ‘De Ooievaar is er weer... Eenige wetenswaardigheden over Vadertje Langbeen’, Provinciale Noordbrabantsche en 's-Hertogenbossche Courant, derde blad, p. 1].
- ↑ Den Hartog, P.J., "Aan de wandelaar langs de Rotte", 4 maart 1995. Geraadpleegd op 28 november 2021.