Achterste schedelgroeve

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bovenaanzicht van de onderste schedelhelft. De achterste schedelgroeve is geel gekleurd.

De achterste schedelgroeve (Latijn: fossa cranii posterior), bij sommige dieren ook wel fossa cranii caudalis genoemd, is dat deel van de schedelholte waarop de kleine hersenen of cerebellum rusten. Van de drie hersengroeven (voorste, middelste en achterste) is deze het meest naar achteren en het laagst gelegen. De achterste schedelgroeve wordt omgeven door het achterhoofdsbeen (os occipitale), het slaapbeen (os temporale) en het wiggenbeen (os sphenoidale).

Openingen[bewerken | brontekst bewerken]

In het schedelbot dat de achterste schedelgroeve omgeeft bevinden zich verschillende openingen. Van voor naar achter zijn dat: