Afwilliet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Afwilliet
Afwilliet uit de Crestmore Quarry, Riverside County, Californië
Mineraal
Chemische formule Ca3(SiO3OH)2·2H2O
Kleur kleurloos of wit
Streepkleur wit
Hardheid 3 tot 4 (Mohs)
Gemiddelde dichtheid 2,63
Glans glasglans
Opaciteit doorzichtig
Breuk schelpvormig
Splijting perfect {101}, goed {100}
Habitus Prismatisch, tabulair, massief
Kristaloptiek
Kristalstelsel Monoklien
Ruimtegroep Cc
Eenheidscel a = 16.278(1), b = 5.6321(4)
c = 13.236(1) [Å]; β = 134.9°; Z = 4
Brekingsindices nα = 1.617 nβ = 1.620 nγ = 1.634
Dubbele breking δ = 0.0167
Optische oriëntatie twee-assig (+); 2V = 50 tot 56°
Overige eigenschappen
Vergelijkbare mineralen Nesosilicaten
Bijzondere kenmerken Piëzo-elektrisch; gemakkelijk oplosbaar in fluorwaterstof (HF) en HCl.
Lijst van mineralen
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Afwilliet (Afwillit of Afwillita) met formule Ca3[{Si(OH)6}|SiO4] is een mineraal dat bestaat uit calcium, silicium, zuurstof en waterstof. Het is genoemd naar Alpheus Fuller Williams, een voormalige officier van De Beers. Om precies te zijn werd het gevonden in de "Dutoitspanmijn" in Zuid-Afrika, op een diepte van 150 tot 225 meter, in een doleriet-insluitsel. Het werd in 1925 geanalyseerd en beschreven door John Parry en Frederick Wright, die het naar de ontdekker noemden. Volgens de classificatie van Strunz behoort het tot de nesosilicaten met extra ionen.

Vorming en vindplaatsen[bewerken | brontekst bewerken]

Afwilliet ontstaat in gebroken aders van het mineraal spurriet. jenniet, afwilliet, oyeliet en calciet zijn eveneens mineralen die ontstaan in lagen binnen spurrietaders. Afwilliet en spurriet ontstaan door contactmetamorfose van kalksteen. Contactmetamorfose wordt veroorzaakt door de interactie van gesteente met hitte en/of vloeistoffen van in de nabijheid kristalliserend silicaatmagma. Afwilliet en calciet ontstaan door binnengedrongen vocht. Jenniet is feitelijk een aangepast afwilliet, beide ontstaan uit calciumsilicaten door bevochtiging. Laboratoriumonderzoek liet zien dat afwilliet ontstaat bij een temperatuur beneden 200°C, gewoonlijk rond 100 °C.

Vindplaatsen[bewerken | brontekst bewerken]

Afwilliet-kristalgroep uit de Campomorto-groeve, Montalto di Castro, Italië (grootte: 1,03 mm)

Afwilliet kon als zeldzame mineraalvorm op slechts rond de 30 plaatsen worden gevonden (per 2013). De typelocatie is de "Dutoitspanmijn" nabij Kimberley, Zuid-Afrika; in dat land is het ook gevonden in de "N'Chwaning mijnen" bij Kuruman en in de "Wesselmijn" bij Hotazel in de mangaanlagen van de Kalahari.

In Duitsland is het mineraal gevonden bij de Zeilberg in Beieren en op meerdere plaatsen in de Vulkaaneifel. De enig bekende vindplaats in Oostenrijk is de basaltgroeve in Klöch in zuidoost Steiermark.

Andere bekende vindplaatsen zijn onder andere Ceyrat in Frankrijk, Inishcrone in Ierland en Scawt Hill in County Antrim, Noord-Ierland. Er zijn meerdere vindplaatsen in Italië. In Roemenië Oravița en Racoș (Harghita). In Israel komt het voor in de „Hatrurim Formatie“ in de Negev en bij de Ajalonrivier. In Japan in de groeven „Mihara“ en „Fuka“ in de prefectuur Okayama; voorts in Tokatoka in Nieuw-Zeeland. In Rusland in de Beneden-Toengoeska, en in het Joko-Dovirenskijmassief bij het Bajkalmeer. In de Verenigde Staten bij de Sky Blue Hill in Riverside County (Californië) en de "Pea Ridge Mine" bij Sullivan (Missouri).

Structuur en eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Afwilliet heeft een complexe monoklinische structuur en de silicoon viervlakken in de kristalstructuur worden bijeengehouden door waterstofbruggen.

Het heeft bovendien een prismatische kristalstructuur. Onder een microscoop ziet afwilliet eruit als wollastoniet, dat tot dezelfde groep hoort.

Afwilliet is samengesteld uit dubbele ketens die bestaan uit calcium en silicoon, die aan elkaar verbonden zijn bij de randen en hoeken. Dit vormt laagjes parallel aan het miller index [-101] vlak. De laagjes worden bijeengehouden door waterstofbruggen.

Voorkomen in beton[bewerken | brontekst bewerken]

Afwilliet is een van de calciumsilicaten die ontstaan als Portland cement zich gaat zetten tot beton. De cement krijgt zijn sterkte door het vochtig worden van de di- en tri- calciumsilicaten.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]