Albert II van Saksen-Wittenberg

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Albert II van Saksen-Wittenberg (circa 1285 - Passau, 19 mei 1342) was van 1320 tot aan zijn dood prins-bisschop van Passau. Hij behoorde tot het huis der Ascaniërs.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Albert II was de derde zoon van keurvorst Albrecht II van Saksen uit diens huwelijk met Agnes, dochter van Rooms-Duits koning Rudolf I van Habsburg.

Voorbestemd voor een geestelijke loopbaan, werd Albert kanunnik in Mainz en pastoor van de Stephansdom in Wenen. In 1320 werd hij door paus Johannes XXII tot bisschop van Passau benoemd. In Passau liet hij de Neumarkt, die in 1298 was verwoest, weer opbouwen en verkocht hij het stadhuis opnieuw aan de burgers van de stad. In de troonstrijd tussen Lodewijk de Beier en Alberts Habsburgse neef Frederik de Schone om de functie van Rooms-Duits koning, koos de bisschop van Passau de zijde van Frederik, die hij in 1322 ook ondersteunde in de Slag bij Mühldorf.

Albert II van Saksen-Wittenberg stierf in mei 1342 en werd bijgezet in de Dom van Passau.