Albrecht VI van Beieren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Albrecht VI van Beieren (München, 26 februari 1584 – aldaar, 5 juli 1666) was hertog in Beieren (niet: hertog van Beieren)[1] als negende kind van de 10 kinderen van hertog Willem V van Beieren en prinses Renata van Lotharingen. Hij is een telg uit het hertogelijk geslacht van Wittelsbach.

Door zijn huwelijk in 1612 met Mechtilde van Leuchtenberg, de laatste gravin uit het geslacht der landgraven van Leuchtenberg, werd Albrecht eveneens landgraaf van Leuchtenberg. Albrecht noemde zich vrij snel hertog van Leuchtenberg of ook hertog van Beieren-Leuchtenberg[2]. Hij bleef hertog van Beieren-Leuchtenberg van 1612 tot 1650. In 1650 deed Albrecht een ruil met zijn oudste broer Maximiliaan, de hertog-keurvorst van Beieren. Albrecht schonk het hertogdom Beieren-Leuchtenberg weg aan Maximiliaans tweede zoon Maximiliaan-Filip Hiëronymus; in ruil kreeg Albrecht het graafschap Haag.

Albrecht VI van Beieren-Leuchtenberg

Beierse politiek van vader en broer[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn vader Willem V had door de Keulse oorlog verhinderd dat het prins-aartsbisdom Keulen protestants werd. Hierdoor konden de Wittelsbachers de Keulse prins-bisschop zelf benoemen, bij voorkeur hun eigen familieleden. Zijn broer hertog Maximiliaan I zette de katholieke politiek in het Heilige Roomse Rijk verder. Tijdens de Dertigjarige Oorlog beloonde keizer Ferdinand II zijn broer met de nieuwe titel van keurvorst van Beieren. Vele jaren lang bleef zijn broer kinderloos en Albrecht bereidde zijn zoon Karl voor op de troon van Beieren. Zijn broer kreeg alsnog kinderen doch Karl bleef aan het hof. Albrecht voedde zijn twee andere zonen op voor klerikale functies.

Kinderen[bewerken | brontekst bewerken]

Albrecht en Mechtilde hadden vijf kinderen:

  • Maria Renate (1616-1630)
  • Karl Johann Franz (1618-1640), opgevoed als kroonprins van Beieren bij zijn Oom , hertog Maximiliaan
  • Ferdinand Willem (1620-1629)
  • Maximiliaan Hendrik (1621-1688), prins-aartsbisschop van Keulen, prins-bisschop van Luik, prins-bisschop van Hildesheim en prins-abt van Stavelot-Malmedy
  • Albert Sigismund van Beieren (1623-1685), prins-bisschop van Freising en prins-bisschop van Regensburg

Belang voor de Lage Landen[bewerken | brontekst bewerken]

Een pro-Beierse politiek van Albrecht in de kerkelijke staten Keulen en Luik zou een pro-Franse politiek worden. Zijn zoon Maximiliaan Hendrik liet een Franse doortocht door Luik toe, wat het rampjaar 1672 zou worden voor de Noordelijke Nederlanden[3].