Alfred Schaffer (dichter)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Alfred Schaffer
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Geboren 16 september 1973
Geboorteplaats Leidschendam
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep dichter
universitair docent
Werk
Jaren actief 1999 – heden
Genre poëzie
Bekende werken Mens Dier Ding
Uitgeverij De Bezige Bij
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Alfred Schaffer (Leidschendam, 16 september 1973) is een Nederlands dichter. Hij is de zoon van een Arubaanse moeder en een Nederlandse vader.

Korte biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Na de afronding van zijn studie Nederlandse taal- en letterkunde en Film- en theaterwetenschappen aan de Universiteit Leiden verhuisde Schaffer in 1996 naar Zuid-Afrika, waar hij in 2002 aan de Universiteit van Kaapstad promoveerde op het proefschrift De geschiedenis van een jonge god: mythe, primordialiteit en de representatie van de archetypische adolescent en jonge man in werken uit de moderne Afrikaanse literatuur en de wereldliteratuur.[1] Aan diezelfde universiteit werd hij docent Moderne Nederlandse letterkunde.

Van 2007 tot 2010 was hij fondsredacteur bij De Bezige Bij in Amsterdam.[2] Alfred Schaffer was tevens redacteur van het tijdschrift Bunker Hill, dat in 2008 werd opgeheven.[3] Hij keerde in 2011 terug naar Zuid-Afrika en werd docent bij de vakgroep Afrikaans en Nederlands van de Universiteit Stellenbosch. Hij is ook medewerker voor poëzie van De Groene Amsterdammer en de Zuid-Afrikaanse dagbladen Die Burger en Beeld.

Zijn poëziedebuut was in 2000 de bundel Zijn opkomst in de voorstad, die bekroond met de Jo Peters Poëzieprijs. Al snel volgde de erkenning als een van de oorspronkelijkste dichters in het Nederlands taalgebied.[4] Daarna volgden acht dichtbundels waarvan de meeste bekroond werden met literaire prijzen (vaak meer dan een) of daarvoor werden genomineerd. Drie prijzen werden aan Schaffer toegekend voor de bundel Mens Dier Ding (2014).

In samenwerking met Antjie Krog gaf Schaffer in 2005 een bloemlezing uit van Afrikaanse moderne poëzie, Stemme 3. Ook stelde hij een bloemlezing samen met werk van Elisabeth Eybers onder de titel My radarhart laat niks ontglip. Hij vertaalde poëzie van het Afrikaans naar het Nederlands van Floris Brown en Ronelda Kamfer en (samen met Robert Dorsman en Jan van der Haar) van Antjie Krog.

In het studiejaar 2017-2018 was Schaffer gastschrijver aan de Universiteit Leiden.[5] Hij hield in dat kader op 2 november 2017 ook de Albert Verwey-lezing onder de titel Gedicht, vertel me een verhaal over poëzie en engagement.[6]

Eind 2020 werd bekendgemaakt dat de P.C. Hooft-prijs 2021 aan Alfred Schaffer zal worden uitgereikt.[7] De jury noemde hem "een dichter die zonder met de modes mee te waaien midden in deze tijd staat", met een oeuvre dat "volstrekt oprecht en zonder pretentie is" en dat "zich onderscheidt door een sprankelende veelstemmigheid".[8] In maart 2021 werd bekendgemaakt dat ook de Vlaamse Herman de Coninckprijs aan Schaffer is toegekend.[9]

Werken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Zijn opkomst in de voorstad (2000)
  • Dwaalgasten (2002)
  • Definities en hallucinaties (bibliofiele uitgave 2003)
  • Geen hand voor ogen (2004)
  • De muziek die ons toekomt (bibliofiele uitgave 2005, opgenomen in Schuim)
  • Schuim (2006)
  • Kooi (2008)
  • Bezoek (bibliofiele uitgave 2012)
  • Mens Dier Ding (2014)
  • Postuum. Een lofzang (2016)
  • Wie was ik. Strafregels (2020)

Prijzen[bewerken | brontekst bewerken]

Nominaties
  • C. Buddingh'-prijs 2001 voor Zijn opkomst in de voorstad
  • VSB Poëzieprijs 2003 voor Dwaalgasten
  • VSB Poëzieprijs 2004 voor Geen hand voor ogen
  • Paul Snoekprijs 2007 voor Schuim
  • VSB Poëzieprijs 2008 voor Kooi

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]