Algonkisch-Wakash talen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Algonkisch-Wakash talen (Engels: Algonquian-Wakashan languages), ook bekend als Almosaans of Algonkisch-Mosaans, is een hypothetische superfamilie die verschillende indiaanse taalfamilies omvat. De hypothese werd ontwikkeld door de Amerikaanse taalkundige Edward Sapir (1929). In zijn voorstel bestaat de familie uit de volgende talen en taalfamilies:

I. Algische talen (Algonkisch-Wiyot-Yurok talen)

A. Algonkische talen
B. Beothuk
C. WiyotYurok

II. Kootenai (ook bekend als Kutenai; een geïsoleerde taal)

III. Mosaans (Engels: Mosan languages)

A. Wakashtalen
B. Chimakuumtalen
C. Salishtalen

Kootenai is mogelijk in de verte verwant aan de Salishtalen, maar dit is niet aangetoond. De Mosaanse taalfamilie is zelf hypothetisch en wordt tegenwoordig meer gezien als een sprachbund in plaats van een taalfamilie.

Joseph Greenberg accepteerde Sapirs indeling en voegde de familie in zijn Amerindische hypothese onder de naam Almosaanse talen bij een nog grotere superfamilie, de Almosaans-Keresiouxtalen (Engels: Almosan-Keresiouan languages). Deze familie bestond naast de Algonkisch-Wakashtalen van Sapir uit de Caddotalen, de Irokese talen, de Kerestalen en de Sioux-Catawbatalen. Zowel Sapirs als Greenbergs voorstel heeft onder taalkundigen die zich met indiaanse talen bezighouden weinig aanhang.[1]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Lyle Campbell (2000), American Indian Languages: The Historical Linguistics of Native America. Oxford University Press, 327–328. ISBN 978-0-19-514050-7. Gearchiveerd op 12 oktober 2013. Geraadpleegd op 9 november 2012.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Campbell, Lyle. (1997). American Indian languages: The historical linguistics of Native America. New York: Oxford University Press. ISBN 0-19-509427-1.
  • Greenberg, Joseph H. (1987). Language in the Americas. Stanford: Stanford University Press.
  • Sapir, Edward. (1929). Central and North American languages. In The encyclopædia britannica: A new survey of universal knowledge (14 ed.) (Vol. 5, pp. 138–141). London: The Encyclopædia Britannica Company, Ltd.