Reguliere gouverneursverkiezingen vonden plaats in de staten New Jersey en Virginia. In New Jersey streed zittend gouverneur Phil Murphy (Democratische Partij) voor een tweede ambtstermijn en nam hij het op tegen de RepublikeinJack Ciattarelli. In Virginia, waar het gouverneurs niet is toegestaan om twee aaneengesloten termijnen te dienen, was zittend Democratisch gouverneur Ralph Northam niet opnieuw verkiesbaar. In zijn plaats nam partijgenoot en oud-gouverneur Terry McAuliffe het op tegen Republikein Glenn Youngkin.
In Californië vond geen reguliere verkiezing plaats, maar een recall-verkiezing. Deze vond plaats op 14 september en moest beslissen over het al dan niet aanblijven van de zittende Democratische gouverneur Gavin Newsom en over wie zijn eventuele opvolger moest worden. De verkiezing was in gang gezet door tegenstanders van Newsom, die ontevreden waren met het door hem gevoerde beleid (in het bijzonder omtrent de coronapandemie) en uiteindelijk voldoende steun en handtekeningen wisten te behalen. Een soortgelijke recall-verkiezing voor een gouverneur was in de Verenigde Staten pas drie keer eerder voorgekomen: in North Dakota (1921), Californië (2003) en Wisconsin (2012). Newsom, die in 2018 verkozen werd en aantrad in januari 2019, won de recall-verkiezing met gemak. Hij werd zodoende niet afgezet en mocht zijn termijn, die nog liep tot januari 2023, voltooien.[1]