Andrew Watson (Schots voetballer)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Andrew Watson (1856))
Andrew Watson
Andrew Watson
Persoonlijke informatie
Volledige naam Andrew Watson
Geboortedatum 24 mei 1856
Geboorteplaats Brits-Guiana
Overlijdensdatum 8 maart 1921
Overlijdensplaats Londen, Engeland
Lengte 183 cm
Senioren
Seizoen Club W (G)
????-1874
1874–1880
1880–1882
1882–1884
1884–1885
1875–1887
1887–1892
Vlag van Schotland Maxwell FC
Vlag van Schotland Parkgrove FC
Vlag van Schotland Queen's Park
Vlag van Engeland Swifts
Vlag van Engeland Corinthians
Vlag van Schotland Queen's Park
Vlag van Engeland Bootle
Interlands
1881–1882 Vlag van Schotland Schotland 3(0)
Portaal  Portaalicoon   Voetbal

Andrew Watson (Brits-Guiana, 24 mei 1856Londen, 8 maart 1921) was een Schots voetballer die gezien wordt als de eerste kleurling die voetbal speelde op een internationaal niveau.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Watson was de zoon van de Schotse suikerplanter Peter Watson en een Brits-Guianese vrouw. Samen met zijn vader en oudere zus Annetta kwamen ze naar Groot-Brittannië. Nadat hij bij twee clubs speelde ging hij in 1880 voor Queen's Park spelen, in die tijd nog een club met naam en faam. Met de club won hij de Scottish Cup, en werd zo de eerste donkere speler die een grote trofee won. Nadat hij nog voor Swifts en Corinthians speelde keerde hij terug naar Queen's Park. In 1887 ging hij voor Bootle FC spelen in de buurt van Liverpool. Het is onbekend of hij betaald werd bij Bootle, indien wel, is hij de eerste donkere profspeler ter wereld, en niet Arthur Warton.

Hij speelde drie interlands, twee tegen Engeland en één tegen Wales. Schotland won alle drie de wedstrijden met grote voorsprong. Omdat hij in 1882 naar Londen verhuisde eindigde zijn interlandcarrière omdat enkel spelers uit de Schotse competitie geselecteerd werden destijds. Het zou tot 1975 duren vooraleer Schotland opnieuw een speler met een donkere huidskleur als international kreeg.

In 1877 trouwde hij met Jessie Armour en kreeg een zoon Rupert en dochter Agnes met haar, maar in 1882 overleed ze, waarna de kinderen in Glasgow opgevoed werden door hun grootouders. In 1887 hertrouwde hij met Eliza Tyler en kreeg ook met haar twee kinderen, Henry in 1888 en Phyllis in 1891. Hij stierf in 1921 aan een longontsteking.