Arbeidsrecht (Nederland)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Boeken over het Nederlandse arbeidsrecht

Het arbeidsrecht regelt in Nederland de verhouding tussen werkgever en werknemer. Dit kan zowel individueel zijn als collectief (Collectieve Arbeidsovereenkomst CAO).

Iedereen die een arbeidsovereenkomst gesloten heeft, heeft te maken met het arbeidsrecht. Het is echter ook van toepassing als er er een overeenkomst is met een andere benaming, die inhoudelijk alle elementen van een arbeidsovereenkomst bevat. De overeenkomst hoeft niet schriftelijk te zijn, maar als er een meningsverschil tussen werknemer en werkgever ontstaat moet het bestaan van een arbeidsovereenkomst kunnen worden bewezen.

Ook daarbuiten kun je te maken krijgen met het arbeidsrecht, bijvoorbeeld wanneer je werkzaam bent als ambtenaar of werkt op basis van een uitzendovereenkomst.

Toepasselijke wetgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De basis voor het arbeidsrecht is neergelegd in boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (Bijzondere overeenkomsten), titel 10 (Arbeidsovereenkomst). In afdeling 11 van deze titel staan enkele bijzondere bepalingen met betrekking tot de uitzendovereenkomst.

Belangrijkste onderwerpen in Boek 7 BW[bewerken | brontekst bewerken]

De belangrijkste onderwerpen in het arbeidsrecht, vanaf artikel 7:610 zijn:

  • wanneer komt een arbeidsovereenkomst tot stand (inclusief het rechtsvermoeden na 3 maanden wekelijkse arbeid of ten minste 20 uur arbeid per maand)
  • wanneer is de arbeidsovereenkomst aangegaan voor onbepaalde tijd (de flexwet)
  • wanneer geldt een proeftijd
  • wat zijn de verplichtingen van werkgever en werknemer (goed werknemer- en werkgeverschap)
  • de loonbetalingsverplichtingen van de werkgever
  • de loondoorbetalingsverplichtingen gedurende 104 weken tijdens ziekte en de re-integratieverplichtingen van de werknemer
  • verlof
  • gelijke behandeling
  • hoe eindigt de arbeidsovereenkomst (van rechtswege door verstrijken van de termijn, opzegverboden, dringende reden, onverwijld opzeggen (ontslag op staande voet), opzegtermijn, ontbinding op verzoek van werknemer/werkgever aan de kantonrechter, schadevergoeding (kantonrechtersformule, ontslagvergunning UWV WERKbedrijf, collectief ontslag)

Andere wetgeving die betrekking heeft op het arbeidsrecht, is bijvoorbeeld de Arbeidsomstandighedenwet, de Arbeidstijdenwet, de Wet melding collectief ontslag, de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst. Toepasselijke EU-regelgeving is met name het EG-verdrag inzake recht van toepassing op verbintenissen uit overeenkomst. Ook fiscale wetgeving en socialezekerheidswetgeving zijn van invloed op de arbeidsrelatie.

De Wet van 4 juni 2015 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter verbetering van de naleving en handhaving van arbeidsrechtelijke wetgeving in verband met de aanpak van schijnconstructies door werkgevers (Wet aanpak schijnconstructies) richt zich tegen schijnconstructies door werkgevers, omdat deze werkenden en de schatkist kunnen benadelen, en tot oneerlijke concurrentie kunnen leiden.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Demonstratie in New York op de Dag van de Arbeid omstreeks 1905 - twee meiden met het opschrift "ban kinderslavernij uit"

De uitvinding van de (industriële) stoommachine in de 18e eeuw voerde ertoe dat bij de productie van goederen op grote schaal gebruik kon worden gemaakt van de arbeidsvermogen van machines. Waterkracht en windkracht werd al eeuwen ingezet als arbeidskracht, maar de techniek daarvan was niet verder ontwikkeld, dan dat men er alleen kleine machines mee kon aandrijven. In de loop van de middeleeuwen hadden handwerkers in de steden een zekere status weten te krijgen die hen beschermde tegen grote armoede. Ze werkten thuis of in werkplaatsen.

Vanwege de economische voordelen van het produceren met stoommachines, werden er grote fabrieken gebouwd door mensen die daarvoor voldoende geld hadden of een lening konden krijgen, dat was een kleine groep. In de fabrieken die ze bouwden konden honderden mensen werken. In het begin van deze periode van industrialisatie konden de contractspartijen vrij de voorwaarden voor werk bepalen. De regels van het feodale stelsel waren afgeschaft, en ook de gildes, waardoor veel economische en politieke macht voor de handwerkers verloten ging. Men omarmde de volledige contractsvrijheid, ofwel de vrijheid om te bepalen met wie en onder welke voorwaarden een overeenkomst wordt aangegaan. Het grote machtsverschil dat vaak bestond tussen werkgever en werknemer, en het ontbreken van sociaal of maatschappelijk bewustzijn bij de ondernemers, leidde tot grove misstanden. De Duitse groot-industrieel Friedrich Engels die in Manchester directeur was van een grote katoenweverij, liet in de 1840er jaren onderzoeken hoe de situatie van de arbeiders in Manchester was en ging ook zelf op onderzoek uit. Door naar de wijken te gaan waar de arbeiders woonden en de huizen te bekijken en mensen te interviewen. Hij publiceerde daar in 1845 een boek over dat een aanklacht was tegen de industrialisatie en de gevolgen ervan voor de arbeiders, Die Lage der arbeitenden Klasse in England. In Nederland werd in de 1860er jaren in opdracht van de Tweede Kamer een zelfde soort onderzoek uitgevoerd met vergelijkbare uitkomsten. In 1874 kwam op initiatief van de liberaal Van Houten een wet tot stand met regels rondom kinderarbeid (Kinderwetje van Van Houten), In 1889 volgde eenzelfde soort wet voor volwassenen. In 1891 gaf Willem Drucker de aanzet te komen tot een regeling voor de arbeidsovereenkomst. Zo werd geleidelijk aan de contractvrijheid van partijen door wetgeving beperkt en daarmee de positie van arbeiders verbeterd.

Aan het begin van de 20e eeuw groeide het maatschappelijke en politieke bewustzijn, dat het individuele probleem van elke arbeider een maatschappelijk probleem was en werden aanzetten gegeven voor wetgeving. Bij de omslag in denken hebben arbeidersorganisaties en hun activiteiten een grote rol gespeeld.

Aan het begin van de 21e eeuw is er bij het opstellen van overeenkomsten van werk van contractvrijheid maar weinig sprake meer. Werknemers genieten een verregaande bescherming, bijvoorbeeld op vlak van bescherming tegen ontslag, sociale zekerheid, arbeidsongevallen, enz. Deze ontwikkeling is een belangrijke factor geweest in de herverdeling van de welvaart.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]