Artikel 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Wetsartikel Verplichting tot eerbiediging van de rechten van de mens
Land Raad van Europa
Wet Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
Hoofdstuk I
Artikel 1

Artikel 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verplicht staten om mensenrechten van hun burgers te respecteren. Het verdrag heeft rechtsgelding in alle staten die het verdrag hebben ondertekend, te weten de lidstaten van de Raad van Europa, daaronder België en Nederland.[1]

Tekst[bewerken | brontekst bewerken]

Artikel 1 – Verplichting tot eerbiediging van de rechten van de mens

De Hoge Verdragsluitende Partijen verzekeren een ieder die ressorteert onder haar rechtsmacht de rechten en vrijheden die zijn vastgesteld in de Eerste Titel van dit Verdrag.

Toepasbaarheid[bewerken | brontekst bewerken]

De garanties van het EVRM gelden ten aanzien van een ieder, ongeacht diens nationaliteit, die onder de jurisdictie van een verdragsstaat valt. [2]

  • op het gehele territoir van de lidstaat[2][3]
  • bij acties van diplomaten en consulaire medewerkers buiten het territoir, op schepen en in vliegtuigen die de vlag van de lidstaat voeren.[3]
  • bij militaire actie buiten het eigen territoir.[3]

Jurisprudentie[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder een niet representatieve lijst met mijlpaal-arresten van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) betreffende Artikel 1.

  1. In het Marckx-arrest bepaalde het EHRM dat een staat niet alleen moet afzien van een inbreuk op de in de Conventie vervatte rechten, maar soms ook actief moet optreden om een inbreuk te voorkomen.[2]
  2. In het arrest Šečić v. Croatia[4] bepaalde het ECHR dat staten maatregelen moeten nemen zodat privépersonen geen personen mishandelen en dergelijke mishandelingen moeten onderzoeken.[2]