Eesten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Ast (oven))
Een tot woonhuis omgebouwd eesthuis in Kent

Eesten is een onderdeel van het moutingsproces, waarbij groenmout, meestal ontstaan uit gerst, bij hogere temperatuur wordt gedroogd. Het werkwoord eesten is afgeleid van het zelfstandig naamwoord eest, dat droogoven aanduidt. Ook een droogvloer wordt eest of ast genoemd.

Ook boekweit en cichorei werd gedroogd in een ast.

Achtergrond en werking[bewerken | brontekst bewerken]

Omdat het groenmout door zijn hoog vochtgehalte gevoelig is voor schimmels wordt het vochtgehalte via eesten tot 5% teruggebracht waardoor het groenmout voor later gebruik kan worden bewaard. Eesten stopt het kiemproces van het groenmout.

Opbouw[bewerken | brontekst bewerken]

Klassieke opbouw[bewerken | brontekst bewerken]

Het eesten gebeurt in een mouttoren waarbij het groenmout wordt opengespreid op een geperforeerde eestvloer. Rook, afkomstig van een eesthaard, wordt onder de eestvloer via een rookkanaal verspreid. Bij ongeveer 55°C wordt het groenmout gedurende 12 uur gedroogd. Voor rookbier kan beuken- of eikenhout verbrand worden.

Opbouw met warmtewisselaar[bewerken | brontekst bewerken]

Een warmtewisselaar maakt het mogelijk om de verwarming ook met fossiele brandstoffen uit te voeren. Het vuur verwarmt een metalen plaat onder de moutlagen, terwijl de rook afgevoerd wordt. Hierdoor kan de schadelijke rook niet met het mout in contact komen.

Ast[bewerken | brontekst bewerken]

Het gebouw waar deze handeling wordt uitgevoerd wordt een ast genoemd naar de term ast van de droogvloer. Men kan deze bewoording in vele plaatselijke geografische omschrijvingen terugvinden.

Cultuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • De novelle "Het leven en de dood in den ast" uit 1926 van Stijn Streuvels beschrijft de zware arbeid in de cichorei-eest. Chicorei werd gedroogd en gebrand voor gebruik als koffievervanger.

Boekweit[bewerken | brontekst bewerken]

Eest op de Damgård Mølle

Boekweit werd vroeger gemalen op een grutmolen. Dit was een rosmolen met een eest voor het drogen van de boekweit. De eest werd oorspronkelijk gestookt met de boekweitdoppen, maar later met cokes. De gruttensteen dopte daarna de boekweit tot grutten.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

Becuwe F., 'De Moutast. Vurig erfgoed in West-Vlaanderen', Alveringem, 2018, Mout- & Brouwhuis de Snoek, Vlaams brouwbedrijf in historisch perspectief nr. 23,126 pp.