Bács-Bodrog

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bács-Bodrog vármegye
Komitat Batsch-Bodrog
Historisch comitaat in Hongarije Vlag van Hongarije
Wapen van Bács-Bodrog vármegye Komitat Batsch-Bodrog
Locatie van Bács-Bodrog
Locatie van Bács-Bodrog
Coördinaten 45°46'NB, 19°7'OL
Algemeen
Oppervlakte 10.362 km²
Inwoners
(1910)
812.385
Hoofdplaats Zombor / Sombor
Bron: Hongaars Bureau voor Statistiek
Portaal  Portaalicoon   Hongarije

Bács-Bodrog (Duits: Komitat Batsch-Bodrog) was een historisch comitaat in het zuiden van het koninkrijk Hongarije. Dit comitaat bestond vanaf 1802 tot 1950 in zijn historische context, gebaseerd op twee eerdere comitaten: Bács en Bodrog die bestonden sinds de 11e eeuw en die een tijd ophielden te bestaan, nadat de Ottomanen het gebied in de zestiende eeuw veroverden en deel lieten uitmaken van het nieuwe Sandjak Szegedin tot 1699, toen de comitaten weer werden heropgericht. Het in 1802 gefuseerde comitaat Bács-Bodrog verdween weer tussen 1849 en 1860 en werd het gebied, een nieuw Oostenrijks kroonland, om de Hongaren te straffen voor de Hongaarse Revolutie van 1848, genaamd Vojvodschap Servië en Temesbanaat. Na 1860 bestond het comitaat Bács-Bodrog tot 1920 weer, na het verdrag van Trianon kwam het gebied aan het toen opgerichte fusiekoninkrijk van de Zuid-Slaven, het Koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen, later bekend als Joegoslavië. Van dit historisch comitaat liggen de noordelijke gebieden nog steeds in Hongarije en het midden en zuiden in Servië, meer specifiek in Vojvodina. Het kasteel waar het gebied naar vernoemd is Fort van Bač / Bács / Batsch ligt in het zuiden van het comitaat en is het best bewaarde fort van Vojvodina.

Ligging[bewerken | brontekst bewerken]

Kaart van het comitaat in 1890

Het comitaat grensde aan de Kroatische-Slavonische comitaten Syrmië en Virovitica (Verőce), de Hongaarse comitaten Baranya, Pest-Pilis-Solt-Kiskun, Csongrád en Torontál. De Donau vormde de zuidelijke en het grootste deel van de westelijke grens op een stuk van het riviertje de Sirdok na en de oostgrens werd door de Tisza (Theiß / Tisa) begrenst. Het had vlak landschap, wegens de rivierdalen van de verschillende rivieren. In het gebied lagen ook enkele meren. Het comitaat was grotendeels een deltagebied en moerassig. Verder liepen er enkele kleinere rivieren door het gebied. Het gebied was uiterst vruchtbaar in tarwe, die op grote schaal werd geëxporteerd, wijn, tabak en rijk aan vee, wild en vis. Hout was er echter weinig te vinden.

Districten[bewerken | brontekst bewerken]

Stoeldistrict Hoofdplaats
Apatin Apatin
Bácsalmás Bácsalmás
Baja Baja / Frankenstadt
Hódság Hódság, het huidige Odžaci / Hodschag
Kúla Kúla, het huidige Kula / Wolfsburg
Óbecse Óbecse, het huidige Bečej / Altbetsche
Palánka Bácspalánka, het huidige Bačka Palanka / Plankenburg
Titel Titel
Topolya Topolya, het huidige Bačka Topola
Újvidék Újvidék, het huidige Novi Sad / Neusatz an der Donau
Zenta Zenta, het huidige Senta
Zombor Zombor, het huidige Sombor
Zsablya (Józseffalva) Zsablya, het huidige Žabalj / Josefsdorf
Stadsdistrict
Baja Baja / Frankenstadt
Szabadka Szabadka, het huidige Subotica / Maria-Theresiopel
Újvidék Újvidék, het huidige Novi Sad / Neusatz an der Donau
Zombor Zombor, het huidige Sombor

De zuidelijke en middelste districten liggen tegenwoordig in Servië, de noordelijke districten zijn nog steeds onderdeel van Hongarije en maken deel uit van het in 1950 opgerichte comitaat Bács-Kiskun, dat bestaat uit delen van de historische comitaten Bács-Bodrog en het zuidelijke deel van Pest-Pilis-Solt-Kiskun. De Hongaarse deelgebieden zijn de stad Baja en het gelijknamige district, het district Bácsalmás en het noorden van het district Szabadka / Subotica / Maria-Theresiopol.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]