Benaderingstechniek Gevaarlijke Verdachten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Benaderingstechniek Gevaarlijke Verdachten (BtGV) is een procedure die door de politie in Nederland wordt ingezet als zij te maken krijgen met een persoon of personen die vuurwapengevaarlijk (kunnen) zijn.

Procedure[bewerken | brontekst bewerken]

Als de politie te maken heeft met een verdachte met een (nep)vuurwapen of een melding krijgt dat iemand met een vuurwapen loopt, dan wordt diegene benaderd met een gericht en geladen vuurwapen. De agenten geven een waarschuwing, bijvoorbeeld: "Als je naar je wapen grijpt, wordt er geschoten". Indien van toepassing schuilen de agenten intussen zoveel mogelijk achter hun autoportieren.

Wanneer mogelijk vuurwapengevaarlijke personen uit een voertuig gehaald moeten worden, wordt ook de zogeheten uitpraatprocedure toegepast. Daarbij krijgen de betrokkenen stapsgewijze gesproken opdrachten om uit de auto te komen, zodat de arrestatie zonder risico's kan verlopen.

Als de verdachte niet luistert naar de waarschuwing dan lost de politie een waarschuwingsschot. Dit is een schot in de lucht (niet gericht op de verdachte). Als de verdachte dan nog niet luistert, dan schiet de politie gericht op de verdachte.[1]