Bertha Elisabeth van Osselen-van Delden

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bertha Elisabeth van Delden
Algemene informatie
Geboren 27 april 1847
Geboorteplaats Diepenheim
Overleden 4 juni 1936
Overlijdensplaats Heerde
Land Vlag van Nederland Nederland
Beroep kinderboekenschrijfster
Handtekening Handtekening
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Bertha Elisabeth van Osselen-van Delden (Diepenheim, 27 april 1847Heerde, 4 juni 1936) was een Nederlandse kinderboekenschrijfster.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Bertha Elisabeth van Delden werd in 1847 geboren als dochter van mr. Jan van Delden en Cecilia Susanna Kerkhoven. Haar vader werd in 1848 burgemeester van Hardenberg. Haar moeder was een dochter van Johannes Kerkhoven en Antje van der Hucht, bewoners van het landgoed "Het Hunderen" in Twello.[1] Haar tweelingbroer August was architect en directeur van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Haar broer Eduard was fotograaf.

Van Delden trouwde op 4 mei 1868 te Deventer met notaris Johannes Corstianus van Osselen. Zij vestigden zich in Putten, waar zij het landhuis "Nieuw Hunderen" lieten bouwen. Hier werden hun vijf kinderen geboren, waarvan de oudste direct na de geboorte overleed. Hun dochter Hedwig Cecile Albertine van Osselen werd kunstschilderes. In 1874 verhuisde het gezin met de notarispraktijk naar Nunspeet waar zij het huis "De Bunterhoek" lieten bouwen. Haar man kreeg een oogkwaal en werd blind.

Van Osselen-van Delden ging zich toeleggen op het schrijven van kinderboeken. Haar boeken verschenen in de periode vanaf 1891 en werden regelmatig herdrukt ook na haar overlijden in 1936. Haar eerste boek "Hansje Rozengaarde" beleefde in 1922 een vijfde druk, ‘t Jodinnetje van Elspeet in 1950 een zesde druk en "De schaapskooi op de Elspeter heide" werd eveneens in 1950 voor de vierde maal gedrukt.[2] Een aantal van haar verhalen werd geïllustreerd door haar achternicht Anna Wijthoff.

Na het overlijden van haar man in 1896 verhuisde Van Osselen-Van Delden naar Amsterdam en vervolgens naar Den Haag. Van 1901 tot 1924 woonde ze in Apeldoorn. Daarna woonde ze in bij een van haar dochters in Villa Rozenhof in Heerde. Zij overleed in juni 1936 op 89-jarige leeftijd in Heerde.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

Bobo - geschiedenis van een aap (2e druk 1907)
  • Hansje Rozengaarde, 1e druk 1891, 5e druk 1922
  • Baas Willem, 1e druk 1893, 3e druk 1920
  • De kleine Frits, 1e druk 1894, 4e druk 1922
  • 't Jodinnetje van Elspeet, 1e druk 1895, 6e druk 1950
  • Arthur's viool, 1e druk 1896, 3e druk 1914
  • Frank en Paula, 1e druk 1897, 3e druk 1916
  • Corrie en de kaboutertjes, 1e druk 1898, 3e druk 1923
  • 's Winters op Beukenwoud, 1e druk 1899, 3e druk 192?
  • De familie Dolijn, 1e druk 1900, 2e druk 1911
  • Twee vrinden, 1e druk 1902, 2e druk 1914
  • De familie Godard, 1e druk 1903, 2e druk 1917
  • Nijenheuvel, 1e druk 1904, 2e druk 1917
  • Bobo, 1e druk 1905, 2e druk 1907 en herdrukken in 1921 en 1955
  • Grootmoeder en kleinzoon, 1e druk 1905, 2e druk 1919
  • De schaapskooi op de Elspeeter heide, 1e druk 1906, 4e druk 1950
  • De Moore's, 1e druk 1907, 3e druk 1950
  • De lastige ekster, 1e druk 1908, 2e druk 1920
  • Het meisje uit Amerika, 1e druk 1909, 2e druk 1921
  • Adam en Lili, 1e druk 1912, 2e druk 192?
  • Philip de schaapherder, 1915

Daarnaast schreef en vertaalde zij diverse prentenboeken en sprookjes.