Beslag (voedsel)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Pannenkoekenbeslag

Beslag is een basisproduct in de keuken voor de bereiding van zeer uiteenlopende soorten voedsel. Het bestaat in principe uit meel en water of een andere vloeistof (melk, bier) waaraan eventueel zout en ei worden toegevoegd. Anders dan deeg is beslag vloeibaar en wordt het niet gekneed, maar geroerd.

Het gebruik van beslag gebeurt op verschillende manieren:

  • Het beslag wordt in een hete koekenpan of op een ander heet oppervlak gegoten en gebakken.
  • Een eetbaar product zoals fruit of vis, wordt in het beslag ondergedompeld en vervolgens gefrituurd.
  • Het beslag wordt in een vorm gegoten en in een oven gebakken
  • Het beslag wordt in kleine delen in kokend water gegoten, gekookt tot het een vaste vorm heeft en vervolgens in een oven afgebakken.

Voor beslag wordt meel gebruikt van diverse graansoorten (tarwe, rijst, maïs, sorghum etc) en van andere zetmeelrijke gewassen zoals cassave. Door kort te mengen en geen vet te gebruiken wordt het activeren van gluten tegengegaan, waardoor het eindproduct niet zo stevig en "taai" wordt als bij deegsoorten het geval is. Door water te vervangen door bier blijft meer lucht in het beslag achter.

Gebruik van beslag[bewerken | brontekst bewerken]

Koreaanse Jeon of jun

Beslag om eerst te koken, dan af te bakken in de oven[bewerken | brontekst bewerken]

Beslag om direct te bakken in de oven[bewerken | brontekst bewerken]

Beslag om in koekenpan te bakken[bewerken | brontekst bewerken]

Beslag om producten mee te frituren[bewerken | brontekst bewerken]