Bieslook
Bieslook IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2013) | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||
Bieslook met bloemknoppen | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Allium schoenoprasum L. (1753) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Bieslook op ![]() | |||||||||||||||||
|
Bieslook (Allium schoenoprasum) (ook: pijpgras) is een plant uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae). De plant is verwant aan bolgewassen als ui, prei, daslook en knoflook.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
Bieslook is een vaste plant die afkomstig is uit Europa en Noord-Azië. De plant bloeit in juni en juli met blauw-roze-violette schermen. In België en Nederland komt nog wilde bieslook voor.
Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]
Bieslook zorgt voor een voedselvoorraad onder de grond die de winter overleeft, zodat deze in de lente heel snel op kunnen komen en kunnen bloeien en zaad produceren. Iedere 'bol' vormt een nieuwe bol, maar dikwijls ook meerdere broedbollen aan de wortels. Dit is de ongeslachtelijke vorm van voortplanting. Bovendien is er ook geslachtelijke voortplanting, door zaadvorming.
De plant is pollenvormend en heeft in de familie de kleinste bolletjes, die echter vergelijkbaar zijn met de grote bollen van Hippeastrum.
Bieslook wordt bezocht door bijen.
- Bieslook
Teelt en gebruik[bewerken | brontekst bewerken]
Bieslook groeit steeds weer aan als de bladen regelmatig wordt afgeknipt. Zaaien kan rond eind maart en eind augustus, maar scheuren is eenvoudiger: graaf de plant uit, deel de kluit in tweeën en plant deze opnieuw. Dit kan men het beste doen in de lente. Bieslook kan na vier jaar het best op een andere plaats worden gezet. Van de bieslook gebruikt men bij voedselbereiding vooral de jonge bladen. Ook de bloemen kunnen worden gegeten. Deze zijn geschikt als garnering van gerechten.
In de volksgeneeskunde wordt het kruid traditioneel gebruikt vanwege zijn vermeende bevorderende werking op eetlust en spijsvertering evenals vanwege zijn vermeende vochtafdrijvende werking.
Ook worden bloeiwijzen gebruikt in bloemstukken of gedroogd in droogboeketten. In de negentiende eeuw werd bieslook door Nederlandse boeren gevoed aan koeien om melk een bijzondere smaak te geven.[2]
Externe links[bewerken | brontekst bewerken]
- Bieslook (Allium schoenoprasum) op SoortenBank.nl (gebaseerd op de Heukels23, dit is de voorlaatste uitgave)
- Bieslook (Allium schoenoprasum), verspreiding in Nederland, volgens de verspreidingsatlas van de Nationale Databank Flora en Fauna.
- Voedingswaarde - USDA database
Bronnen, noten en/of referenties
|
Soorten van het geslacht Allium (look) | ![]() |
---|---|
... · A. altaicum · A. ascalonicum (sjalot) · A. carinatum (berglook) · A. cepa (ui) · A. fistulosum (bosui) · A. fistulosum var. bulbifera (sint-jansui) · A. fistulosum var. giganteum (stengelui) · A. oleraceum (moeslook) · A. paradoxum (armbloemig look) · A. porrum (prei) · A. sativum (knoflook) · A. schoenoprasum (bieslook) · A. scorodoprasum (slangenlook) · A. sphaerocephalon (kogellook) · A. tuberosum (Chinese bieslook) · A. ursinum (daslook) · A. vineale (kraailook) · ... |