Bocholtzer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
- HET LIMBURGS TAALLANDSCHAP -
Het zuidelijk Maas-Rijnlandse (Limburgs-Nederrijnse) dialectcontinuüm

Het Bocholtzer is het dialect dat gesproken wordt in de dorpen Bocholtz en Bocholtzerheide. Daarnaast kan ook Baneheide tot de groep gerekend worden. Het wordt, samen met onder meer het Keuls en Kerkraads, ingedeeld bij het Ripuarisch, al delen de sprekers zelf hun dialect het liefste bij het Limburgs in, zie Zuidoost-Limburgs.

Klinkers[bewerken | brontekst bewerken]

Een eigenaardigheid van de klinkers in het Bocholtzer is dat de Limburgse oo (corresponderend met de Nederlandse oe) er vaak verkort wordt tot ó: vgl. Nederlands goed, Limburgs good, Bocholtzer jód. Hetzelfde geldt voor de umlautvariant: de Limburgse eu (eveneens corresponderend met een Nederlandse oe, en met de Brabantse uu) wordt een u, met als gevolg (Algemeen) Nederlands groen, Brabants gruun, Limburgs greun, Bocholtzer jrun.

Classificatie[bewerken | brontekst bewerken]

Gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

In het dagelijks leven[bewerken | brontekst bewerken]

Het Bocholtzer dialect wordt in de meeste gevallen verkozen boven het Nederlands. Bij de jongeren varieert het tussen wel verstaan maar niet spreken en wel verstaan en wel spreken. In het onderwijs wordt het niet gewaardeerd als er Bocholtzer gesproken wordt, maar in het verenigingsleven en informele situaties is het Bocholtzer de voertaal.