Borelmaat

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

In de maattheorie, een onderdeel van de wiskunde, is de borelmaat een maat die aan alle open verzamelingen een niet-negatief, eventueel oneindig getal als maat van die verzameling toekent die overeenkomt met de gewone afmeting.

Oorspronkelijke definitie[bewerken | brontekst bewerken]

De borelmaat is de unieke maat op de borelstam die aan ieder interval zijn eigen lengte toekent.

Generalisatie[bewerken | brontekst bewerken]

Een borelmaat is een maat op de borelstam van een topologische ruimte.

Opmerkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Meestal wordt geëist dat de onderliggende topologische ruimte lokaal compact en Hausdorff is.

Een borelmaat heet regulier als elke borel-meetbare verzameling tegelijkertijd inwendig regulier en uitwendig regulier is, uitdrukkelijk:

  • de maat van is de grootste ondergrens (het infimum) van de maten van alle open verzamelingen die omvatten;
  • de maat van is de kleinste bovengrens (het supremum) van de maten van alle compacte deelverzamelingen van .

Reguliere borelmaten treden op in de context van de representatiestelling van Riesz.