Carl Gottlieb Reißiger

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Carl Gottlieb Reißiger
Carl Gottlieb Reißiger
Algemene informatie
Volledige naam Carl Gottlieb Reißiger
Geboren 31 januari 1798
Geboorteplaats Bad BelzigBewerken op Wikidata
Overleden 7 november 1859
Overlijdensplaats DresdenBewerken op Wikidata
Land Vlag van Duitsland Duitsland
Werk
Genre(s) Klassiek
Beroep Componist, muziekpedagoog, dirigent
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Carl Gottlieb Reißiger (soms ook: Carl Gottlob) (Belzig, 31 januari 1798Dresden, 7 november 1859) was een Duits componist, muziekpedagoog en dirigent. Zijn vader Christian Gottlieb Reißiger was cantor in Belzig. Ook zijn broer Friedrich August Reißiger, een leerling van Siegfried Dehn, was componist.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Geboortehuis van de componist Carl Gottlieb Reißiger

Reißiger kreeg zijn basisopleiding aan de Thomasschule te Leipzig. Aldaar was hij een leerling van Johann Gottfried Schicht, componist, Gewandhauskapelmeester en cantor aan de Thomaskerk. In 1821 vertrok hij naar Wenen en studeerde, net als Ludwig van Beethoven en vele anderen, bij Antonio Salieri. In 1822 was hij leerling bij Peter von Winter in München.

Aan de Universiteit Leipzig studeerde hij theologie. Zijn muzikale studie zette hij voort in Frankrijk en vooral in Italië (1824), dat hij in opdracht van het ministerie van binnenlandse zaken van Pruisen, bereisde.

In 1826 was hij voor korte tijd zanger en lid van de "Sing-Akademie" te Berlijn, die toen geleid werd van Carl Friedrich Zelter. In Dresden kon hij directeur aan de Hofopera worden, en was ook twee jaar in deze functie. In 1828 werd hij opvolger van Carl Maria von Weber als hofkapelmeester in Dresden. Verder was hij daar ook directeur van het Conservatorium. In deze functie bleef hij tot zijn overlijden in 1859. Een van zijn leerlingen was Hermann Berens.

Het graf van Carl Gottlieb Reißiger op de Trinitatis begraafplaats te Dresden

Reißiger is op de Trinitatis begraafplaats in Dresden-Johannstadt begraven.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

Reißiger heeft een omvangrijk oeuvre. Hij schreef negen opera's, een oratorium, negen Latijnse en vier Duitse missen. Op 20 oktober 1842 dirigeerde hij de première van de opera Rienzi van Richard Wagner met veel succes. Zijn missen schreef hij voor de Rooms-katholieke Hofkerk te Dresden.

Composities[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor orkest[bewerken | brontekst bewerken]

  • Concert in f-klein, voor hoorn en orkest
  • Concertino in D-groot, voor dwarsfluit en orkest, op. 60
  • Elegie und Rondo, voor hoorn en orkest, op. 153
  • Ouverture tot de opera "Der Ahnenschatz", voor orkest
  • Ouverture tot de opera "Die Felsenmühle zu Etalières", voor orkest

Werken voor harmonieorkest[bewerken | brontekst bewerken]

  • Concertino in Es-groot, voor klarinet en harmonieorkest, op. 63

Missen, oratoria en gewijde muziek[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1837-1838 Requiem in d-klein
  • 1851 David, oratorium in twee delen - tekst: Bijbel
  • Christnacht-Chor "Sei willkommen, schöner Stern", voor gemengd koor, strijkorkest en orgel
  • Dankend erheben lasst uns die Hände, voor gemengd koor - tekst: Josef Seiler
  • Gradualien, voor gemengd koor a capella, op. 210
    1. "Ave Maria"
    2. "Domine, miserere mei"
    3. "In die angustiae"
    4. "Lauda Sion"
    5. "O bone Jesu"
    6. "Veni sancte spiritus"
  • Lamm und Haupt, voor gemengd koor, strijkorkest en orgel
  • Mache dich auf, werde Licht, voor gemengd koor, strijkorkest en orgel
  • Missa X in D-groot, voor solisten, gemengd koor en orkest
  • Missa solemnis in d-klein, voor solisten, gemengd koor en orkest
  • Weihnachtsgesang, voor gemengd koor

Muziektheater[bewerken | brontekst bewerken]

Opera's[bewerken | brontekst bewerken]

Voltooid in titel aktes première libretto
1821 Das Rockenweibchen De uitvoering werd door censuur verboden
1823 Didone abbandonata 2 bedrijven 31 januari 1824, Dresden, Königlich Sächsische Hofoper Pietro Metastasio
1825 Der Ahnenschatz onvoltooid niet uitgevoerd Georg Christian Döring
1827 Yelva 2 aktes 1827, Dresden, Königlich Sächsische Hofoper Theodor Hell naar Augustin Eugène Scribe
1828 Libella 2 aktes 4 januari 1829, Dresden, Königlich Sächsische Hofoper Theophania, pseudoniem van: Paulina Marie Julie von Brochowska
1831 Die Felsenmühle von Estalières 2 aktes 10 april 1831, Dresden, Königlich Sächsische Hofoper Carl Borromäus von Miltitz
1834 Turandot 2 bedrijven 22 januari 1835, Dresden, Königlich Sächsische Hofoper Carlo Gozzi, Friedrich von Schiller
1841 Adèle de Foix 4 aktes 26 november 1841, Dresden, Königlich Sächsische Hofoper Karl Ludwig Blum
1846 Der Schiffbruch der Medusa 4 bedrijven 16 augustus 1846, Dresden, Königlich Sächsische Hofoper Hans-Georg Kriete naar Charles Théodore Cogniard en Jules Hippolyte Cogniard

Vocale muziek[bewerken | brontekst bewerken]

  • Der wandernde Waldhornist, voor tenor, hoorn en piano - tekst: E. Vogt
  • Heimweh - Abendständchen an die Geliebte, voor zangstem en piano
  • Mit geheimnisvollem Dunkeln, voor sopraan, hoorn en harp
  • Rolandseck, voor zangstem en piano
  • Vier Gesänge, voor sopraan, hoorn en piano, op. 117

Kamermuziek[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1833 Strijkkwintet nr. 1, voor 2 violen, altviool en 2 cello's, op. 90
  • 1857 Kwintet in F-groot, voor viool, altviool, cello, contrabas en piano, op. 209
  • Duo brillant, voor klarinet (of cello) en piano, op. 130
  • Duo en forme de sonate in e-klein, voor viool (of dwarsfluit) en piano, op. 94
  • Fantasie, voor klarinet en piano, op. 146
  • Kwartet nr. 2, voor viool, altviool, cello en piano, op. 70
  • Kwartet nr. 5, voor viool, altviool, cello en piano, op. 141
  • Pianotrio in d-klein, op. 25 nr. 1
  • Pianotrio in fis-klein, op. 25 nr. 2
  • Pianotrio in Es-groot, op. 77
  • Pianotrio in E-groot, op. 85
  • Pianotrio in G-groot, op. 164
  • Pianotrio in d-klein, op. 175
  • Sonate in h-klein, voor viool en piano, op. 45
  • Trio brillant in g-klein, voor viool, cello en piano, op. 181

Werken voor piano[bewerken | brontekst bewerken]

  • Danses brillantes, voor piano, op. 26

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Manfred Fensterer: Thematisches Verzeichnis der geistlichen Werke von Carl Gottlieb Reißiger (1798-1859), Köln-Rheinkassel, Dohr, 2002. 188 S., ISBN 3-925366-97-0
  • Jürgen Hering, Kerstin Hagemeyer: Die Kunst leidet keinen Stillstand : Carl Gottlieb Reißiger (Königlicher Hofkapellmeister in Dresden von 1827 bis 1859) zum 200. Geburtstag, eine Ausstellung in der Sächsische Landesbibliothek - Staats- und Universitätsbibliothek Dresden (SLUB) vom 30. Juni bis zum 12. September 1998, Dresden : SLUB, 1998. 61 S.
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Kurt Kreiser: Carl Gottlieb Reißiger. Sein Leben nebst einigen Beiträgen zur Geschichte des Konzertwesens in Dresden, Dresden, Dissertation, 1918.
  • M. Fürstenau: Karl Gottlieb Reißiger in: Allgemeine Deutsche Biographie (ADB). Band 28, Duncker & Humblot, Leipzig 1889, S. 145–149.
  • Carl Freiherr von Ledebur: Tonkünstler-Lexicon Berlin´s - von den ältesten Zeiten bis auf die Gegenwart, Berlin: Verlag von Ludwig Rauh, 1861.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]