Celadhesie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Celadhesie is de binding van een cel met behulp van celadhesie-moleculen als selectinen, cadherinen en integrinen en leden van de immunoglobuline-superfamilie aan een oppervlak, extracellulaire matrix of andere cel.

Proces[bewerken | brontekst bewerken]

Eerst vindt hydrolyse van de celadhesiemoleculen door middel van extracellulaire enzymen plaats.

Eukaryoten[bewerken | brontekst bewerken]

Eukaryotische protozoa scheiden allerlei adhesiemoleculen af. Een voorbeeld van een ziekmakend protozoön is de malariaparasiet (Plasmodium falciparum), die zich met behulp van het adhesiemolecuul circumsporozoïet aan levercellen bindt en met behulp van een ander adhesiemolecuul, het merozoïet-oppervlakte-eiwit, aan de rode bloedcellen. Defecten in de celadhesie zijn meestal het gevolg van een verstoorde afscheiding van adhesiemoleculen.

Prokaryoten[bewerken | brontekst bewerken]

De adhesiemoleculen van prokaryoten zijn adhesinen. Adhesinen kunnen voorkomen op de pilus, het zweepstaartje of het celoppervlak. Adhesie van bacteriën zorgt onder meer voor tropie bij planten.

Virussen[bewerken | brontekst bewerken]

Ook virussen beschikken over adhesiemoleculen om zich aan gastcellen te binden. Zo heeft het influenzavirus een oppervlak dat is bedekt met hemagglutinine. Hierdoor kan dit virus sialisch zuur aan het oppervlak van andere moleculen herkennen. Hiv heeft het adhesiemolecuul gp120 dat een verbinding met het door lymfocyten afgescheiden eiwit CD4 aangaat.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Cell adhesion van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.