Cercle Artistique et Littéraire (Gent)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Cercle Artistique et Littéraire was een Gentse kunstenaarsvereniging uit de 19de en de 20ste eeuw.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Deze vereniging was in 1879 ontstaan uit de fusie van de ‘Société Littéraire’ (gesticht in 1835) en het ‘Kunstgenootschap’ (gesticht 1842). De bestuursleden behoorden nagenoeg allemaal tot de liberale, Franssprekende burgerij van Gent.

De Cercle had een overwegend conservatieve kunstsmaak maar in de tentoonstellingen die ze organiseerden was er plaats voor modernistische kunstrichtingen. In 1893 werd hun tentoonstellingszaal zelfs opengesteld voor ‘Les XX’, toen verreweg de meest avant-gardistische beweging in België.

In 1887 was er een afscheuring van jongere kunstenaars die zich hergroepeerden in de vereniging ‘Wij Willen’.

Ook nog in de 20ste eeuw bleef de Cercle belangrijk voor het Gentse kunstleven, zeker wat betreft de beeldende kunsten. De kring was officieel of officieus bij zowat elke kunstmanifestatie in Gent betrokken. Er was bovendien –gezien het gewicht van de bestuursleden- een goede verstandhouding met Gentse gemeentebestuur en zo kon de Cercle op jaarlijkse subsidies rekenen.

De manifestaties van de Cercle bestonden enerzijds uit het organiseren van tentoonstellingen van beeldende kunst. Daarin hadden kunstenaars uit Gent en omgeving het numerieke overwicht. Er waren individuele tentoonstellingen maar ook groepstentoonstellingen van 2, 3, 4 of meer kunstenaars. Ook jong talent kreeg ruim kansen. Anderzijds waren er lezingen, declamaties van poëzie en proza (vaak ook van eigen leden zoals de totaal vergeten Jeanne Plateau of zelfs door iemand als Emile Verhaeren), lied- en muziekrecitals (ook vaak met werk van eigen leden), toneelvoorstellingen (ook door het eigen gezelschap), er was een eigen bibliotheek met leeszaal en er werd balletles gegeven.

Het vestigingsadres was Sint-Jansvest 12; sedert 1921 Recolettenlei 3. Sedert 1979 is de vereniging “Koninklijk”.

Uit het tentoonstellingspalmares[bewerken | brontekst bewerken]