Charles Vander Straeten

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Charles Vander Straeten
Persoonsinformatie
Nationaliteit {{}}
Geboortedatum 10 juni 1771
Geboorteplaats Brussel
Overlijdensplaats 17 juni 1834
Beroep Elsene
architect, graveur
RKD-profiel
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde
De conische Leeuw van Waterloo
Vander Straeten dwarsdoorsnede voor het halfrond van de Staten-Generaal, nu de Kamer
Kariatidenzaal in de Waux-hall, nu gebruikt door de Cercle Royal Gaulois
Leuvense Kruidtuin
Het Paviljoen van Oranje (Tervuren)
Koepel van het paleis op de Korte Voorhout

Charles Vander Straeten, ook Karel van der Straaten (Brussel, 1771 - Elsene, 1834) was hofarchitect onder koning Willem I der Nederlanden. Zijn neoclassicistische gebouwen bevinden zich vooral in zijn geboortestad Brussel, maar hij was ook elders actief (Den Haag, Leuven, Brasschaat...). Vander Straetens markantste ontwerp was ongetwijfeld de Leeuw van Waterloo.

Loopbaan[bewerken | brontekst bewerken]

Het is niet bekend waar en hoe Vander Straeten zich bekwaamde in de bouwkunst. In 1816 verschijnt hij vrij plots op het toneel met een opdracht van hoog niveau. Hij moest het gebouw van de Staten van Brabant geschikt maken voor vergaderingen van de Staten-Generaal van het Koninkrijk der Nederlanden. In het centrale deel liet hij staatsietrappen construeren en vergaderzalen voor de Eerste en Tweede Kamer. Zijn kenmerkende rotonde met cassetteplafond definieert nog steeds het groene halfrond van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Later werd hij particulier architect van kroonprins Willem, de held van Waterloo. De prinselijke verblijven werden hoogtepunten van neoclassicistische architectuur. Het Paviljoen van Tervuren is vergeleken met het Kleine Paleis van Pavlovsk, eigendom van de keizerlijke Romanov-familie waartoe Willems echtgenote Anna behoorde. Voor het Brusselse paleis paste Vander Straeten de theoretische onderrichtingen van de Franse architect Jean-Nicolas-Louis Durand toe.

Vander Straeten trok de aandacht van de koning zelf, die hem 'Rijksbouwmeester der Koninklijke Paleizen en Landsgebouwen' maakte. Zijn benoeming gebeurde op 5 maart 1820, na het overlijden van Ghislain-Joseph Henry. Willem I vond dat hij nog te veel bezig was met het paviljoen voor zijn zoon in Tervuren en dreigde: "U bent niet de enige architect; een ander kan het werk afmaken". Vander Straeten antwoordde hierop: "Monseigneur, het is een beetje laat om me dat te zeggen".[1] Dit verhinderde niet dat zijn werkingsgebied, aanvankelijk beperkt tot de Zuidelijke Provinciën, werd uitgebreid tot het gehele Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Toch bleven er strubbelingen rond de bouw van het koninklijk paleis en in 1825 werd Vander Straeten vervangen door Tieleman Franciscus Suys.

Hij onderging dit met enige bitterheid, en ondervond meer en meer dat zijn sobere academisme in de verdrukking raakte door de triomferende Romantiek. Nochtans stond Charles Vander Straeten voor een levendig kleurenpalet door een oordeelkundig gebruik van Belgische natuursteen in verschillende kleuren in plaats van de voorgeschreven witgepleisterde gevels (bv. voor het Academiënpaleis: zandstenen pilasters vormen een aangenaam contrast met blauwe hardsteen van Ecaussines en Arquennes).

Vander Straeten maakte ook de plannen voor kastelen in Terhulpen en Schiplaken (vernield in de Eerste Wereldoorlog en nadien heropgebouwd), en was betrokken bij de aanleg van de Regentlaan. Hiervoor hertekende hij het tracé en plande hij de omliggende tuinen en hôtels.

Waardering[bewerken | brontekst bewerken]

Paul Saintenoy noemde Vander Straeten in de Biographie Nationale een getalenteerd architect maar kwalificeerde dit verderop: "Zijn kunst was koudweg correct. Hem mankeerde de vlam van het genie." De architectuurhistoricus Antoine-Guillaume-Bernard Schayes beschouwde hem daarentegen als een van degenen die de "vulgaire" rococo achter zich hadden gelaten om terug te keren naar les beautés simples et sévères de l'art des Vitruve et des Palladio. De Fransman Urbain Vitry wijdde in zijn populaire Le propriétaire architecte (1827) een lovende bespreking aan Vander Straetens Kruidtuin.

Realisaties (selectie)[bewerken | brontekst bewerken]

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Charles was de zoon van François van der Straeten en Catherine de Hertogh.

Zijn eigen zoon Charles Vanderstraeten (1802-1868) was ook architect en inspecteur te Brussel. De cirkel die hij in 1840 trok op het Plan Général d'Alignement des Faubourgs (doorsnede: 6.087 m) was van vroege betekenis in de stadsplanning. Later werd hij burgemeester van Elsene (1846-1861).

Ook de architect Jean-Frédéric Van der Rit was verwant aan Vander Straeten.[3]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dirk van de Vijver, Les relations franco-belges dans l’architecture des Pays-Bas meridionaux, 1750-1830 (Proefschrift Université de Paris I – Panthéon-Sorbonne), 2000
  • Anne van Ypersele de Strihou, "Le sculpteur François Rude et les architectes Charles vander Straeten et Tilman-François Suys au Palais royal de Bruxelles", in: Maisons d'hier et d'aujourd'hui, nr. LXXXI, 1989
  • Colette Delvoye, Le Palais des Académies. Esquisse historique, Bruxelles, Le Palais, 1980
  • Victor Gaston Martiny, Charles Vander Straeten. Architecte des palais royaux, 1771-1834, Bruxelles, Fédération des industries belges, 1972, 55 blz.
  • Ulrich Thieme en Felix Becker (eds.), Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler. Von der Antike bis zur Gegenwart, Leipzig, Seemann, 1907-1950
  • Paul Saintenoy, Straeten (Charles VANDER), in: Biographie Nationale, vol. 24, kol. 110-114

Archieven[bewerken | brontekst bewerken]

  • KBB, "Charles Vander Straeten", Collection de dessins: élévations, plans, projections, etc., dessins originaux. Album de 48 planches (Prentenkabinet, II 21701 D)

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Anne van Ypersele de Strihou, "Le sculpteur François Rude et les architectes Charles vander Straeten et Tilman-François Suys au Palais royal de Bruxelles", in: Maisons d'hier et d'aujourd'hui, nr. LXXXI, 1989, blz. 10
  2. Twee keer werd de rotonde met het halfrond geteisterd door brand. In 1820 overzag Vander Straeten zelf de herstellingswerken; in 1883-86 gebeurde dit door Hendrik Beyaert, die wijzigingen doorvoerde aan de galerijen.
  3. Jos Laporte, "Les architectes de l'église Saint-Josse", in: L'église Saint-Josse et son histoire, Sint-Joost-ten-Node, 1991, blz. 20
Zie de categorie Charles Vander Straeten van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.