Charoiet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Charoiet
Charoiet
Mineraal
Chemische formule (K,Na)5(Ca,Ba,Sr)8Si6O15Si6O16(OH,F)·H2O
Kleur Licht- tot donkerviolet, soms blauw-violet
Streepkleur Wit
Hardheid 5-6
Glans Glasglans, zijdeglans
Opaciteit Doorschijnend, doorzichtig
Breuk Ruw
Splijting Zeer goed
Kristaloptiek
Brekingsindices Np1,550, Nm 1,553, Ng 1,559
Dubbele breking 0,009
Dispersie Geen
Luminescentie Geen
Pleochroïsme Duidelijk, roze tot kleurloos
Overige eigenschappen
Veredeling Niet bekend
Bijzondere kenmerken Kattenoogeffect
Lijst van mineralen
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Het mineraal charoiet (eigenlijk: tsjaroiet, van het Russische чароит) is een gehydrateerd kalium-calcium-silicaat met de chemische formule (K,Na)5(Ca,Ba,Sr)8Si6O15Si6O16(OH,F)·H2O. Het behoort tot de inosilicaten.

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Het lichtbruine, lila of paarse charoiet heeft een glas- tot parelglans, een witte streepkleur en een goede splijting volgens onbekende kristalvlakken. De gemiddelde dichtheid is 2,56 en de hardheid is 5 tot 6. Het kristalstelsel is monoklien en de radioactiviteit van het mineraal is nauwelijks meetbaar. De gamma ray waarde volgens het American Petroleum Institute is 154,18.

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De naam van het mineraal charoiet is afgeleid van de rivier Tsjara in Siberië.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Het mineraal charoiet komt voor in een syeniet-massief waar door contactmetamorfose van ongeveer 200 - 250 graden Celsius kalksteen is omgezet. De typelocatie is het Moeroengebergte, Tsjara-riviergebied, Aldan-schild, Zuidwest-Jakoetië. Charoiet komt hier voor samen met donkergroene aegiriennaalden, gele tenaksiet en groenwitte nefelien.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Charoite van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.