Deze grote, sterk gewelfde soort heeft een brede, met glimmende knobbeltjes bezette gordel en wordt 9 cm lang. Op het middengedeelte van de rugschilden bevinden zich talrijke rechte ribbeltjes, die aan de top meestal zijn afgesleten. Het kop- en staartschild bevatten meestal grovere, uitwaaierende ribben.
Deze soort komt voor aan de westkust van Zuid-Amerika op rotsen in de getijdenzone.
Bronnen, noten en/of referenties
David Burnie (2001) - Animals, Dorling Kindersley Limited, London. ISBN 90-18-01564-4 (naar het Nederlands vertaald door Jaap Bouwman en Henk J. Nieuwenkamp).