Cladodie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ruscus hypoglossum met vruchten op de cladodiën.
stengel van Homalocladium platycladum
Cladodiën, die er uit zien als bladeren bij Phyllocladus alpinus

Cladodiën (enkelvoud: cladodium, synoniemen: cladofyl, fyllocladium[1]) zijn stengels die een sterk bladachtig uiterlijk hebben. De echte bladeren zelf zijn dan vaak zeer sterk gereduceerd in vorm. De cladodiën hebben vele functies van de bladeren overgenomen en zijn dus fotosynthetisch actief. Cladodiën zijn echter stengels, daar ze in staat zijn om bladeren, bloemen en vruchten te dragen, iets wat echte bladeren niet kunnen.

Er zijn in principe twee typen bladachtige stengels te onderscheiden. Een fyllocladium heeft een beperkte groei en bepaalde vorm, zoals bij muizendoorn (Ruscus spp.). Een cladodium heeft een onbeperkte groei en onbepaalde vorm, zoals bij Homalocladium platycladum

Voorbeelden:

  • Cactussen zijn bekende voorbeelden van planten met cladodiën. De groene bladachtige delen zijn eigenlijk gemodificeerde stengels, terwijl de bladeren gereduceerd zijn en snel afvallen, of gewoonlijk zelfs afwezig.
  • Muizendoorn (Ruscus) heeft bladachtige verbrede takjes, waarop zich de bloemen en vruchten ontwikkelen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]