Georgische Communistische Partij

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
საქართველოს კომუნისტური პარტია
Коммунистическая партия Грузии
Communistische Partij van Georgië
Georgische Communistische Partij
Geschiedenis
Opgericht 25 februari 1921
Opheffing 26 augustus 1991
Algemene gegevens
Actief in Georgië
Richting Extreemlinks
Ideologie Communisme
Marxisme-leninisme
Kleuren Rood
Portaal  Portaalicoon   Politiek

De Georgische Communistische Partij (Georgisch: საქართველოს კომუნისტური პარტია; Russisch: Коммунистическая партия Грузии) was sinds haar oprichting in 1921 de communistische partij die de Georgische Sovjetrepubliek bestuurde tot aan de eerste vrije verkiezingen in 1990. De Eerste Secretaris van de partij was feitelijk tevens de leider van de Sovjetrepubliek. In augustus 1991 werd de partij door de eerste Georgische president Zviad Gamsachoerdia verboden en opgeheven.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De partij werd op 25 februari 1921 opgericht nadat het Rode Leger de Democratische Republiek Georgië binnen was gevallen en de hoofdstad Tbilisi had veroverd. Het riep de Georgische Socialistische Sovjetrepubliek uit en installeerde een bolsjewistisch communistische regering onder leiding van Filip Macharadze met een marxistisch-leninistische signatuur.[1] Vanaf 1922 was de Uitvoerend Secretaris, en vanaf 1924 de Eerste Secretaris van het Centraal Comité van de Communistische Partij verantwoordelijk voor het leiderschap over de Sovjetrepubliek. De Georgische Sovjetrepubliek werd in maart 1922 opgenomen in de Transkaukasische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek en werd via deze federatie onderdeel van de Sovjet-Unie. In 1924 werd de Augustusopstand van de Georgiërs tegen het Sovjetbewind hard neergeslagen door Grigori Ordzjonikidze en de Georgische Sovjetautoriteiten onder leiding van de communistische partij.

De communistische partij begon in de jaren 1980 aan gezag en populariteit in te boeten. Door het glasnost-beleid van Sovjet-leider Michail Gorbatsjov ontstond er vanaf 1986 ruimte binnen de Sovjetrepublieken voor burgerbewegingen en uiteindelijk politieke partijen. In 1990 werden voor het eerst vrije verkiezingen georganiseerd voor de Opperste Sovjet van de Georgische Sovjetrepubliek, die de communistische partij verloor van de alliantie rond de nationalistische dissident Zviad Gamsachoerdia.

Nadat Gamsachoerdia in mei 1991 als eerste president van Georgië werd gekozen werd de Communistische Partij op 26 augustus 1991 per decreet verboden naar aanleiding van de staatsgreep in Moskou een week eerder, die Gamsachoerdia steunde.[2] Na de staatsgreep tegen Gamsachoerdia begin 1992 werd een nieuwe "Communistische Partij van Georgië" opgericht die zich net als de Verenigde Communistische Partij van Georgië erfgenaam van de Sovjetpartij noemt.[3]

Verkiezingen 1990[bewerken | brontekst bewerken]

In oktober 1990 vonden de eerste vrije meerpartijenverkiezingen voor de Opperste Sovjet van de Georgische Sovjetrepubliek plaats. Hierbij werd de Georgische Communistische Partij met 29,6% van de stemmen verslagen door de 'Ronde Tafel - Vrij Georgië' partij-alliantie van de nationalistische oppositieleider Zviad Gamsachoerdia die 54% van de stemmen kreeg.[4] De partij kreeg daarmee 64 van de 250 zetels in het parlement, verdeeld over 44 via de proportionele lijststem en 20 via meerderheidsdistricten.

Lijst van Eerste Secretarissen[bewerken | brontekst bewerken]

Lavrenti Beria met Jozef Stalin vlak voor bij leider van de Georgische SSR zou worden (1931)
Edoeard Sjevardnadze zou eind jaren 1980 met Michail Gorbatsjov het gezicht worden van het einde van de Koude Oorlog (1987).

Tussen 1921 en 1991 had de Georgische Communistische Partij 17 leiders, die als Eerste Secretaris feitelijk de Georgische SSR leidden. Hieronder bevonden zich voorname namen uit de Sovjetgeschiedenis zoals de beruchte Lavrenti Beria en de latere sovjet-buitenlandminister Edoeard Sjevardnadze. De langst dienende Eerste Secretaris was Vasili Mzjavanadze die de rol 19 jaar vervulde van 1953 tot 1972.

# Naam Van Tot Duur
Uitvoerend Secretaris van het Centraal Comité
1 Mamia Orachelasjvili augustus 1921 april 1922 9 maanden
2 Micheil Okoedzjava april 1922 22 oktober 1922 6 maanden
3 Besarion Lominadze 25 oktober 1922 augustus 1924 1 jaar, 10 maanden
Eerste Secretaris van het Centraal Comité
4 Micheil Kachiani augustus 1924 6 mei 1930 5 jaar, 9 maanden
5 Levan Gogoberidze 6 mei 1930 20 november 1930 6 maanden, 11 dagen
6 Samson Mamoelia 20 november 1930 12 september 1931 9 maanden, 23 dagen
7 Lavrenti Kartvelisjvili 12 september 1931 14 november 1931 2 maanden, 2 dagen
8 Lavrenti Beria 14 november 1931 31 augustus 1938 6 jaar, 9 maanden, 17 dagen
9 Kandid Tsjarkviani 31 augustus 1938 2 april 1952 13 jaar, 7 maanden 2 dagen
10 Akaki Mgeladze 2 april 1952 14 april 1953 1 jaar, 12 dagen
11 Alexander Mirtschoelava 14 april 1953 19 september 1953 5 maanden, 5 dagen
12 Vasili Mzjavanadze 20 september 1953 29 september 1972 19 jaar, 9 dagen
13 Edoeard Sjevardnadze 29 september 1972 6 juli 1985 12 jaar, 9 maanden, 7 dagen
14 Dzjoember Patiasjvili 6 juli 1985 14 april 1989 3 jaar, 9 maanden, 8 dagen
15 Givi Goembaridze 14 april 1989 7 december 1990 1 jaar, 7 maanden, 23 dagen
16 Avtandil Margiani 7 december 1990 20 februari 1991 2 maanden, 13 dagen
17 Dzjemal Mikeladze 20 februari 1991 26 augustus 1991 6 maanden, 6 dagen
Bronnen: Handbook of the history of the Communist Party,[5] World Statesmen.[1]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]