Cornelis de Bruijn

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Algont (overleg | bijdragen) op 27 dec 2008 om 02:07. (fix DFS)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Cornelis de Bruijn op een gravure naar Godfrey Kneller.

Cornelis de Bruijn of Cornelis de Bruyn (Den Haag 1652 - 1727) was een Nederlandse schilder, reiziger en schrijver. Hij maakte twee grote reizen (1674-1693) en (1701-1708) en publiceerde een geïllustreerd boek na zijn eerste reis. Het was het eerste boek met gegraveerde prenten in kleurendruk ter wereld.

Biografie

Cornelis wilde reizen, maar werkte eerst op een schildersatelier in Den Haag. Gedurende zijn eerste reis trok hij door Duitsland naar Florence en Rome. Eind 1674 sloot hij zich aan bij de Bentvueghels en werd door zijn kunstbroeders Adonis genoemd. In 1678 reisde hij via Livorno naar Smyrna, een stad met een Hollandse kolonie. Het jaar daarop tekende De Bruijn in Istanbul Turkse dames met hoofddoek. In 1681 kwam hij aan in Egypte, waar hij de piramide van Cheops beklom, en op de top een handtekening achterliet. Als eerste tekende hij een deel van het binnenste. Door de smorende hitte der Zon, vermoeid en verbrand keerde hij 's avonds terug. De Bruijn tekende veel steden in het Ottomaanse rijk, zoals Jeruzalem en Bethlehem in Palestina, meestal illegaal en verbleef lange tijd in Aleppo. Hij tekende het door Aurelianus verwoestte Palmyra in Syrië, zonder daar te zijn geweest. Via Cyprus en Smyrna kwam hij in 1784 aan in Venetië en werkte samen met Johann Carlo Loth.

In 1693 was hij terug in Den Haag en verkocht meegebrachte of opgestuurde voorwerpen als souveniers. In 1698 publiceerde hij zijn eerste boek - een toeristische beschrijving met veel stadsgezichten - in eigen beheer, opgedragen aan Anton Ulrich van Brunswijk-Wolfenbüttel. Zijn tekeningen van Jeruzalem en van het binnenste van de piramide waren de eerste die gepubliceerd werden in Europa. De Bruijn, die ieder boek had gelezen in het Grieks of Latijn over die landen, spreidde een grote kennis ten toon, vaak humoristisch. Hij maakte o.a. gebruik van beschrijvingen door Olfert Dapper. Zijn boek was een succes; twee exemplaren hadden gekleurde illustraties, volgens een procedé uitgedacht door Johannes Teyler.

In 1699 werd hij hoofdman van het plaatselijke schildersgilde. In 1700 reisde hij naar Engeland. In 1701 begon hij aan zijn tweede reis. Hij bezocht Archangelsk en de Samojeden in Noord-Rusland. In Moskou aangekomen vroeg Tsaar Peter de Grote hem zijn nichtjes te schilderen. De Bruijn schilderde hun portretten die werden verstuurd aan mogelijke huwelijkskandidaten. De Bruijn kreeg als eerste buitenlander de gelegenheid diverse belangwekkende gebouwen in Moskou en elders in Rusland te beschrijven. Hij besteedde aandacht aan kleding, straffen, bruiloften, voedsel, de wodka en wijn, het weer en de manier van reizen. Twee jaar later trok hij door over de Wolga naar Astrakhan maakte kennis met de Tjserkassen en de Tataren in het zuiden. Hij tekende inheemse gewassen en dieren en stuurde gedroogde planten en zaden op. In Perzie maakte hij tekeningen van Isfahan en Persepolis, een stad waar hij drie maanden verbleef en ooit verwoest door Alexander de Grote. De Bruijn publiceerde tekeningen van het spijkerschrift. Het reisde in 1705 verder naar Ceylon en Java en bracht een bezoek aan de sultan van Bantam. Na een half jaar kwam De Bruijn via dezelfde route terug (1708). In Perzie kon hij beslag leggen op een kopie van het boek van Ferdowsi, genaamd Sjahnama en maakte het toegankelijk voor het Westen. In Polen wist De Bruijn ternauwernood te ontsnappen aan de legers, plunderend tijdens de Grote Noordse Oorlog. Hij reisde terug naar Moskou en verliet het land via Archangelsk.

Het is niet bekend hoe hij zijn reizen financierde, mogelijk met rentebrieven, een soort travellers cheques. Cornelis de Bruijn logeerde onderweg vaak bij de Nederlandse kooplieden. De Amsterdamse burgemeester Nicolaes Witsen hielp hem aan de juiste contacten en spoorde hem aan nauwkeurige tekeningen van de geruïneerde stad met veertig zuilen, Persepolis, te leveren. Zijn tweede, een meer wetenschappelijk boek was een minder groot succes en De Bruijn werd opnieuw beschuldigd van plagiaat, een veelvuldig voorkomend euvel in die tijd. De Bruijn woonde in Amsterdam, maar toen hij in de schulden raakte, vluchtte De Bruijn naar Vianen. Cornelis werd door een koopman uitgenodigd te komen wonen in zijn landhuis aan de Vecht.

Werken

  • Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste Deelen van Klein Asia etc. Verrijkt met meer als 200 kunstplaaten door den auteur zelf na het leven afgeteekend (1698)
  • Corneille le Brun, Voyage au Levant (Franse vertaling, 1700)
  • Corneille le Brun, A Voyage to the Levant: or Travels in the Principal Parts of Asia Minor (English translation, 1702)
  • Reizen over Moskovie, door Persie en Indie verrijkt met 300 kunstplaaten door den auteur zelf na 't leven afgeteekend (1711)
  • Aenmerkingen Over de Printverbeeldingen van de Overblijfzelen van het Oude Persepolis (1714)
  • Voyages de Corneille le Brun par la Moscovie, en Perse, et aux Indes Occidentales (French translation, 1718)
  • Corneille le Brun, Voyage to the Levant and Travels into Moscovy, Persia, and the East Indies (English translation, 1720)
  • C. le Brun, An Abstract of M.C. Le Brun's Travels through Russia (1722)
  • Puteshestvie cerez Moskouviju Kornelija de Brujna (Russian excerpt 1873)

Literatuur

  • Drijvers, J.W. & J. de Hond, H. Sancisi-Weerdenburg (eds.): "Ik hadde de nieusgierigheid". De reizen door het Nabije Oosten van Cornelis de Bruijn (ca. 1652-1727) (1997 Leiden and Leuven)
  • Hond, J. de "Cornelis de Bruijn (1652-1726/27). A Dutch Painter in the East". In: G.J. van Gelder, E. de Moor (eds.), Eastward Bound. Dutch Ventures and Adventures in the Middle East (1994 London/Atlanta), pp.51-81
  • Jurriaans-Helle, G. (ed.), Cornelis de Bruijn. Voyages from Rome to Jerusalem and from Moscow to Batavia (Catalogue of an exposition in the Allard Pierson Museum, Amsterdam, 1998)