De ijzeren schelvis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De ijzeren schelvis
Stripreeks Suske en Wiske
Volgnummer 33
Scenario Willy Vandersteen
Tekeningen Willy Vandersteen
Lijst van verhalen van Suske en Wiske
Portaal  Portaalicoon   Strip

De ijzeren schelvis is het drieëndertigste stripverhaal uit de reeks van Suske en Wiske. Het is geschreven door Willy Vandersteen en gepubliceerd in De Standaard en Het Nieuwsblad van 27 september 1954 tot en met 7 februari 1955.

De eerste albumuitgave was in 1955, in de Vlaamse ongekleurde reeks met nummer 23. In 1967 verscheen het verhaal in de Vierkleurenreeks met albumnummer 76. De geheel oorspronkelijke versie is in 1996 heruitgegeven in Suske en Wiske Klassiek.

Personages[bewerken | brontekst bewerken]

  • Suske, Wiske, tante Sidonia, Lambik, Jerom, professor Barabas, Jan van Dieperdale, Nikki (zeemeermin), kapitein Hanker, stuurman Rhoer, matroos Zwabber, Sjam en Foeters, Soemarina en Krustax (de ouders van Nikki), Walrux (walvis), Akuwax (watergeest en verzorger van de oesterbank, bestaand uit kleine luchtbelletjes).

Voertuigen[bewerken | brontekst bewerken]

Locaties[bewerken | brontekst bewerken]

Verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Tijdens een kampeertrip zijn Suske, Wiske en Lambik getuige van een auto-ongeluk. Ze helpen de inzittende, die over een kist in zijn auto praat. De kist wordt gestolen en de vrienden bellen tante Sidonia. Zij haalt de vrienden op en op de weg vinden ze de kist toevallig. De dokter komt langs en vertelt dat de gewonde nog een tijd bewusteloos zal blijven.

Dan ontdekken de vrienden een zeemeermin die in de koffer van de man zat. Als de man wakker wordt, zegt hij dat zijn dagboek nog in zijn auto zit. Jerom gaat naar de auto en vindt ook een kaart, maar merkt niet dat hij in de gaten wordt gehouden door de mannen die de koffer wilden stelen. Op het dagboek staat dat de man Jan van Dieperdale heet. Als Jerom thuiskomt wordt Jan net naar het ziekenhuis gebracht.

De vrienden lezen het dagboek, waarin staat dat Jan een zeemeermin heeft gevonden in de Golf van Thessaloniki. Hij redde haar van een octopus en noemde haar Nikki. Hij ging langs kermissen en kapitein Hanker en stuurman Rhoer willen Nikki ontvoeren als hij naar de kermis van Kommersbonten vertrekt. De vrienden beseffen dat ze die dag in aanraking kwamen met Jan van Dieperdale, en de ontvoering hebben voorkomen. Nikki vertelt dat ze over de stad op de zeebodem heeft gesproken tegen kapitein Hanker, hij wil haar gebruiken om de stad te vinden. De vrienden lezen over de stad Atlanta, die afgezonken is naar de oesterbank waar de Parels van het Geluk verborgen zijn. Dan belt een werknemer van Sjam en Foeters, Internationale Financiering, en stelt voor de kaart of Nikki te geven in ruil voor geld voor een eigen expeditie naar de onderwaterstad. Ook krijgen de vrienden een bathyscaaf, die ze de IJzeren schelvis noemen en ze vragen professor Barabas te helpen met de inrichting ervan.

Lambik reist niet mee naar Griekenland omdat hij niet in de onderwaterstad gelooft, maar komt later toch zijn vrienden helpen. Lambik landt echter met zijn valscherm in het kamp van de tegenstanders, die hun bathyscaaf de Baracuda genoemd hebben. Jerom is opeens verdwenen en de vrienden starten zonder hem. Lambik verdwijnt dan ook, en Suske, Wiske, Nikki en tante Sidonia zetten de tocht alleen voort. Dan blijkt dat Zwabber zich vermomd heeft als Lambik en een bom in de bathyscaaf van de vrienden heeft achtergelaten. Jerom komt de echte Lambik redden, hij had al door dat het zaakje niet klopte en had zich in de machinekamer verborgen. Met duikpakken vertrekken ze samen naar de ijzeren schelvis, maar daar aangekomen ontploft de bom. De schroef is geblokkeerd en de benzinevlotter is lekgeslagen en hierdoor zinkt de bathyscaaf.

Nikki vertelt dat haar ouders haar verboden hadden de stad te verlaten, want een grote zeeslang, Serpentix, eet zeemeerminnen. Als de vrienden zonder zuurstof komen besluit Nikki naar Atlanta te zwemmen om hulp te halen. Ze wordt echter opgeslokt door een zeeanemoon die op een krab groeit en Suske en Wiske proberen haar te helpen. Ze ontmoeten een rog, een zwarte zwaardvis en Serpentix, maar bereiken toch veilig Atlanta. Daar ontmoeten ze de ouders van Nikki, Soemarina en Krustax, die met Walrux walvis de bathyscaaf naar de stad halen. In de stad kunnen de vrienden ademen, en ze overwinnen aanvallende zwaardvissen. Krustax mag de vrienden de oesterbank niet wijzen, en ze besluiten zelf op zoek te gaan. Maar opnieuw vallen de zwaardvissen aan en ze proberen de patrijspoorten te breken. Akuwax redt Lambik van de vissen en vertelt dat hij al eeuwen de oesterbanken van Atlanta verzorgt. Maar Akuwax vindt Lambik nog niet rijp genoeg om te vertellen waar de oesterbank zich bevindt, Lambik moet zelf maar zoeken.

Met gedoofde lichten achtervolgen de vrienden Akuwax en komen tegelijk met de Baracuda bij de oesterbank. Tante Sidonia en Jerom lokken de Baracuda weg, Lambik en Suske en Wiske komen tegelijk met Rhoer en Hanker bij de oesterbank. Maar Nikki zit in de grootste schelp, die zich voor eeuwig zal sluiten als er een oester wordt weggenomen. De boeven houden de vrienden onder schot, maar willen het pistool weg doen in ruil voor Zwabber. Jerom en Sidonia laten hem naar zijn maten gaan, en dan gooit Nikki parels naar buiten. De boeven ontsnappen zonder parels. Nikki wordt opgesloten in de grote schelp en ook Lambik en Jerom komen klem te zitten. Verdrietig en boos om het verlies van haar vrienden gooit tante Sidonia parels kapot. Dan verschijnt de boodschap: men vindt het geluk niet door het te zoeken, doch door het te geven. Wiske gaat de boeven achterna, en geeft ze wat parels. De kapitein keert later terug naar de grot en brengt de parels terug, dan kunnen Jerom, Lambik en Nikki uit de schelp kruipen. Iedereen heeft zijn lesje geleerd over ware rijkdom. Thuisgekomen blijkt Sjam en Foeters failliet te zijn en Nikki gaat samen met haar ouders mee op kermisronde met Jan van Dieperdale, die weer genezen is.

Achtergronden bij het verhaal[bewerken | brontekst bewerken]

  • De naam van de onderwaterstad Atlanta is een woordspeling op Atlantis. Er zijn in het verhaal meer woordspelingen: Hanker (anker), Rhoer (roer), Walrux (walrus). Sjam en Foeters is een verwijzing naar "sjamfoeter", Antwerps dialect voor een bedrieger. Soemarina en Crustax verwijzen naar Franse woorden: "sous-marin" (onderzeeër) en "crustacé" (schaaldier).
  • Kommersbonten is een woordspeling op Bommerskonten.
  • Jerom draagt in dit verhaal het gedicht De Pruimenboom van Hieronymus van Alphen voor aan een oud en bijziend vrouwtje. Zijn versie is echter wel een bijzonder ingekorte versie, voorgedragen in Jeroms typische telegramstijl.
  • De zoektocht naar de parels van het geluk heeft een grote gelijkenis met de zoektocht naar de heilige graal of de steen der wijzen, ook objecten die voor rijkdom en geluk kunnen zorgen.
  • De Zwitser Auguste Piccard ontwierp de bathyscaaf Trieste in 1953. Het toestel werd in 1958 door de Amerikaanse Navy aangekocht en in 1960 doken Jacques Piccard en Don Walsh met de Trieste tot 10 916 meter, een record dat pas in maart 2012 geëvenaard werd door James Cameron.
  • Als Nikki ten tonele wordt gevoerd, spreekt ze een taal die de hoofdpersonen niet verstaan. In de oorspronkelijke versie was dat Nederlands, geschreven in Griekse letters. Omdat veel lezers dat niet begrepen, werd haar bij latere dialogen achterstevoren geschreven Nederlands in de mond gelegd. Deze truc herhaalde Vandersteen kort daarna in De brullende berg.
  • Nikki en haar ouders doken later weer op in De bonkige baarden.
  • De IJzeren Schelvis komt opnieuw voor in De apekermis en veel later nog in Het oog van Ra, een verhaal uit 2013 van Peter van Gucht en Luc Morjaeu.

Uitgaven[bewerken | brontekst bewerken]

Publicaties
Krant of tijdschrift Nummer Publicatiedatum Voorganger Opvolger
De Standaard / Het Nieuwsblad 26 27 september 1954 - 7 februari 1955 De speelgoedzaaier De kleppende klipper
Het Nieuwsblad van het Zuiden 8 5 februari 1955 - 17 juni 1955 De speelgoedzaaier De witte uil
Albumuitgaven
Stripreeks of collectie Nummer Eerste druk Voorganger Opvolger
Vlaamse ongekleurde reeks 23 1955 De speelgoedzaaier De kleppende klipper
Hollandse ongekleurde reeks 14 1955 De speelgoedzaaier De kleppende klipper
Gezamenlijke tweekleurenreeks 60 1965 De dolle musketiers De apekermis
Vierkleurenreeks 76 november 1967 Het mini-mierennest De apekermis
Suske en Wiske Collectie 3 1987
Rode klassiek reeks 28 6 juni 1996 De speelgoedzaaier De kleppende klipper
Speciale mini-uitgave 1997
Originele Verhalen 8 november 2000
Uitgave voor Albert Heijn 10 19 mei 2003 Het mini-mierennest De apekermis
Uitgave VUM-groep 23 2005 De speelgoedzaaier De kleppende klipper

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]