De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Samenzwering van Claudius Civilis
De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis
Kunstenaar Rembrandt van Rijn
Jaar 1661-1662
Techniek Olieverfschilderij
Afmetingen 196 × 309 cm
Museum Nationalmuseum
Locatie Stockholm
RKD-gegevens
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur
Tekening van het schilderij, achterop een uitnodiging uit oktober 1661

De samenzwering van de Bataven onder Claudius Civilis is een schilderij van de Nederlandse kunstschilder Rembrandt van Rijn dat hij maakte tussen 1661 en 1662.

Het schilderij hangt in het Nationalmuseum in Stockholm. Het was ooit het grootste, en volgens het Rijksmuseum meest prestigieuze schilderij van Rembrandt van Rijn, maar de schilder heeft slechts een klein deel behouden.[1]

Onderwerp[bewerken | brontekst bewerken]

Het schilderij was bestemd voor de galerij van het nieuwe stadhuis op de Dam, dat nu het Paleis op de Dam is. Historische schilderijen stonden hoog in aanzien in de zeventiende eeuw. Rembrandt was gevraagd het verhaal van Julius (Claudius) Civilis af te beelden. Hij kwam in opstand tegen de Romeinse bezetter. Kort na het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog tegen Spanje wilde Amsterdam met dit kunstwerk een vergelijking trekken.

In 1612 was er een boekwerk uitgegeven over de opstand met passages uit Tacitus, dat geïllustreerd was met zesendertig gravures van de Italiaan Antonio Tempesta, naar tekeningen van Otto van Veen, de leermeester van Peter Paul Rubens. Ze vormden het uitgangspunt voor de schilderijenreeks in de grote zaal van het stadhuis. Rembrandt leidde zijn eedaflegging echter direct af van Tacitus' Historiae, inclusief het ene oog van de leider en de barbaarse riten, barbaro ritu. In de gravuren was Claudius Civilis en profil afgebeeld, zodat niet te zien was dat hij een oog miste. Ook de eedaflegging verliep er volgens de Romeinse rite: elkaar de rechterhand geven. Volgens de barbaarse riten werden zwaarden verenigd boven een gouden kelk, waaruit vervolgens iedereen dronk.

Afwijzing[bewerken | brontekst bewerken]

Al na enkele weken werd het schilderij weer verwijderd uit het stadhuis en aan Rembrandt geretourneerd om wijzigingen aan te brengen. Over welke wijzigingen werden gewenst is veel gespeculeerd. Genoemd worden de te fel-realistische uitbeelding (het ene oog van Claudius Civilis[2]), de kroon, die in republikeinse ogen misstond, of de donkere en 'lege' achtergrond, waardoor het schilderij in stijl erg afweek van de meer conventionele schilderijen eromheen.

De 'Hollandse nouveaux riches' (de machtige regentenstand) zouden zich niet hebben kunnen herkennen in dit ruwe beeld van hun voorouders. Rembrandt ging de strijd aan met de 'toen geldende classicistische normen, volgens welke het ongepast was om een held of beroemdheid af te beelden met lichamelijke afwijkingen of verminkingen'.[3] Rembrandt kon het vervolgens niet meer eens worden met zijn opdrachtgevers en behield het schilderij.[4][1][5][6] Het werd vervangen door een onvoltooid werk van Govert Flinck, die eerst de opdracht had gekregen, maar onverwachts was overleden, dat door Jurriaen Ovens werd afgeschilderd.

Uitsnede[bewerken | brontekst bewerken]

Oorspronkelijk was het schilderij ongeveer 5,50 bij 5,50 meter groot. Omdat het doek bedoeld was om op een grote hoogte te hangen en van een afstand bekeken te worden is het schilderwerk in vergelijking met andere werken van Rembrandt minder gedetailleerd. Het paste goed op de plaats van bestemming in het stadhuis, maar op de markt was het niet te verkopen in die omvang. Daarom sneed de schilder het meest verhalende deel uit het doek en gooide de rest (75%) weg. Het resterende schilderij meet 196 bij 309 centimeter. Er is een getekende voorstudie bewaard gebleven waaruit blijkt hoe het origineel eruit moet hebben gezien.[1]

Zie de categorie The Conspiracy of Claudius Civilis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.