De stem (hoorspel)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De stem is een hoorspel van Marie Luise Kaschnitz. Die fremde Stimme werd op 17 september 1952 door de RIAS (Rundfunk im amerikanischen Sektor Berlins) uitgezonden. Op zondag 18 oktober 1964 zond de AVRO het uit. De vertaling was van Erna van de Beek, de regisseur was Bert Dijkstra. Het duurde 43 minuten.

Rolbezetting[bewerken | brontekst bewerken]

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

De ik-figuur/vertelster bericht bij het begin over een lokkende vreemde stem, waarin ze het raadselachtige vreemde geslacht leert kennen. Het kind hoort de roep voor het eerst in de stem van de vader en in die van een speelmakker uit het naburige huis. Voor het jonge meisje is de "vreemde" stem die van een student in de bus die haar dagelijks naar de handelsschool brengt, en dan die van een soldaat aan het einde van de oorlog, aan wie ze zich voor het eerst helemaal geeft. Ten slotte ontmoet haar de stem van een rijpe man die zijn en haar toekomst kent. Hij spreekt over zijn groeiende levensonlust en over haar levensvreugde, die hij zal vernietigen opdat voor haar de wereld even donker en zinloos zou worden als voor hemzelf. Op Maria's hoopvolle opmerking dat ze dan alleen nog maar "mens" zullen zijn, zegt de man dat hij haar daarvoor niet dankbaar zal zijn. Deze man trouwt met haar en op het einde hoort men Maria haar dochtertje roepen, die ook Maria heet en wier vader de soldaat is. Het kind leert echter net voor het eerst "de vreemde stem" kennen.