Decreet Lokaal Bestuur

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Decreet Lokaal Bestuur
Titel Decreet Lokaal Bestuur
Toepassingsgebied Vlag Vlaams Gewest Vlaams Gewest
Rechtsgebied Publiekrecht
Goedkeuring en inwerkingtreding
Ingediend op 30 oktober 2017 door regering-Bourgeois
Aangenomen door Vlaams Parlement op 21 december 2017
Ondertekend op 22 december 2017
Gepubliceerd op 15 februari 2018
Gepubliceerd in Belgisch Staatsblad
In werking getreden op 1 januari 2019, met afwijkingen
Geschiedenis
Opvolger van Gemeentedecreet, OCMW-decreet, decreet intergemeentelijke samenwerking en decreet vrijwillige samenvoeging van gemeenten
Portaal  Portaalicoon   Mens & maatschappij

Het 'Decreet over het Lokaal Bestuur' - kortweg Decreet Lokaal Bestuur - is het Vlaams decreet van 22 december 2017 dat de werking van de gemeenten en de OCMW's bepaalt en integreert. Het vervangt en integreert grotendeels het Gemeentedecreet, het OCMW-decreet, het decreet intergemeentelijke samenwerking en het decreet vrijwillige samenvoeging.

Het is grotendeels van kracht gegaan op 1 januari 2019, wanneer de nieuwe legislatuur van de gemeenteraden startte, volgend op de lokale verkiezingen van oktober 2018.

Totstandkoming[bewerken | brontekst bewerken]

Het doel van de regering-Bourgois (zoals bepaald in het regeerakkoord van 2014) was een volledige integratie van gemeente en OCMW, maar omdat de rechtspersoonlijkheid van de OCMW's federaal vastgesteld is en niet tijdig kon worden afgeschaft, werd het decreet aangepast.

Op 24 februari 2017 keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp een eerste keer principieel goed, en op 30 juni 2017 een tweede keer. Op 27 oktober 2017 volgde de definitieve goedkeuring, waarna de parlementaire procedure kon beginnen. Het Vlaams Parlement gaf zijn goedkeuring op 21 december 2017.

Het Decreet Lokaal Bestuur vervangt de volgende decreten:

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Naast deel 1 (Algemene bepalingen), deel 5 (Wijzigingsbepalingen) en deel 6 (Slotbepalingen: opheffingsbepalingen, overgangsbepalingen en inwerkingtreding) zijn er drie inhoudelijke delen.

Deel 2. Het bestuur van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn[bewerken | brontekst bewerken]

  • Titel 1. De politieke organisatie van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
  • Titel 2. De ambtelijke organisatie van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
    • De algemeen directeur, de adjunct-algemeendirecteur en de financieel directeur
    • Het managementteam
    • Het personeel van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
    • Organisatiebeheersing en audit
  • Titel 3. De extern verzelfstandigde agentschappen (EVA)
    • Het autonoom gemeentebedrijf
    • Het gemeentelijke extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm (EVA privaat)
    • Het autonoom gemeentelijk havenbedrijf (havenbedrijven in de zin van het Havendecreet van 2 maart 1999)
  • Titel 4. De beleids- en beheerscyclus van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
    • De beleidsrapporten (meerjarenplan en jaarrekening)
    • Andere rapporteringen
    • De ontvangsten- en uitgavencyclus
    • Bijzondere bepaling over het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
    • Nadere uitwerking door de Vlaamse Regering
  • Titel 5. De werking van het lokaal bestuur
  • Titel 6. Participatie van de burger
  • Titel 7. Het bestuurlijk toezicht
  • Titel 8. Vrijwillige samenvoeging van gemeenten
  • Titel 9. Samenvoeging van gemeenten op initiatief van de Vlaamse Regering

Deel 3. Deelname in rechtspersonen en samenwerking[bewerken | brontekst bewerken]

  • Titel 1. Deelname van de gemeente in rechtspersonen
  • Titel 2. Overeenkomsten tussen gemeenten
  • Titel 3. De intergemeentelijke samenwerking
    • Samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid: de interlokale vereniging
    • Samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid: de projectvereniging, de dienstverlenende vereniging of de opdrachthoudende vereniging
    • Bestuurlijk toezicht op de intergemeentelijke overheid
  • Titel 4. De verenigingen of vennootschappen voor maatschappelijk welzijn
    • de welzijnsvereniging
    • de autonome verzorgingsinstelling
    • de ziekenhuisvereniging
    • de vereniging voor sociale dienstverlening of de vennootschap voor sociale dienstverlening
    • de woonzorgvereniging of de woonzorgvennootschap

Deel 4. Specifieke bepalingen ten behoeve van de gemeente Voeren en de zes randgemeenten[bewerken | brontekst bewerken]

Dit deel heeft als structuur dezelfde negen titels als deel 2, plus een tiende titel die overeenkomt met deel 3, telkens verwijzend naar welke artikelen in de overeenstemmende delen van toepassing zijn op de specifieke situatie van de zeven faciliteitengemeenten met speciaal statuut, namelijk de gemeente Voeren en de gemeenten, vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 (dit zijn de zes faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand, de "randgemeenten": Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem).

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]