Devlaligetal

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

In de getaltheorie, een onderdeel van de wiskunde, is een Devlaligetal een positief geheel getal dat niet geschreven kan worden als de som van een positief geheel getal en de cijfers waaruit dat getal bestaat.

Deze som is voor het getal bijvoorbeeld .

Voorbeelden
  • Het getal is geen Devlaligetal, want kan met geschreven worden als .
  • Het getal is wel een Devlaligetal want voor is en voor zijn de bedoelde sommen kleiner. Voor zijn de sommen groter of gelijk aan .

Devlaligetallen werden voor het eerst in 1949 beschreven door de Indiase wiskundige D.R. Kaprekar.[1] Devlali (India) was de woonplaats van Kaprekar. Engelse namen zijn ook: self number en Colombian number.

Devlaligetallen tot 500[bewerken | brontekst bewerken]

De eerste Devlaligetallen met het grondtal 10 zijn:[2]

1, 3, 5, 7, 9, 20, 31, 42, 53, 64, 75, 86, 97, 108, 110, 121, 132, 143, 154, 165, 176, 187, 198, 209, 211, 222, 233, 244, 255, 266, 277, 288, 299, 310, 312, 323, 334, 345, 356, 367, 378, 389, 400, 411, 413, 424, 435, 446, 457, 468, 479, 490