Dirk III van Loon-Heinsberg

Diederik van Heinsberg (° begin 14e eeuw - † jan. 1361) was tussen 1336 en 18 juni 1361 graaf van het graafschap Loon. Hij eiste reeds in 1336, na het kinderloos overlijden van zijn neef, Lodewijk IV van Loon, de titel op. Verzet kwam er van het kapittel van Sint-Lambertus en zijn benoeming werd geweigerd. Diederik was gehuwd met Cunegundis van der Marck, een zuster van de Luikse prinsbisschop Adolf. De prinsbisschop zag in zijn zwager wel een valabele opvolger. Diederiks enige zoon sneuvelde in 1342.

De paus verleende zijn steun aan het kapittel terwijl de keizer Diederik steunde. De pretendent kon de hertog van Brabant aan zijn kant krijgen, een vijand van het prinsbisdom. Zo verzeilde hij bij een groep van vorsten, de Anglofielen, die de Engelse koning steunden in zijn oorlog tegen Frankrijk.

Hij overleed te Stokkem tussen 17 en 21 januari 1361. Alhoewel de abdij van Herkenrode sinds 1194 de officiële begraafplaats van de graven van Loon was weigerde de abdis, Beatrijs van Loobosch, hem in de abdij te begraven gezien hij in de kerkelijke ban was geslagen. Daarop moest de lijkstoet de abdij verlaten en werd de graaf in kerk van de Augustijnenklooster in Hasselt begraven.

Ook Diederik overleed kinderloos. Toen zijn neef, Godfried van Dalembroek, de titel van graaf van Loon opeiste, was de maat voor Luik vol. De Loonse successieoorlogen hadden als eindresultaat dat het graafschap werd geannexeerd.

Diederiks vader, Godfried van Heinsberg, was gehuwd met Mathilde, dochter van Arnold V van Loon.

Heinsberg

Met Gozewijn van Heinsberg verschijnt voor het eerst deze plaats in de geschiedenis. Gozewijn was reeds een rijk man die al bezittingen had in het Geuldal. Hij was waarschijnlijk de heer die een kasteel op de Heunsberg (nu Hulsberg?) in het huidige Valkenburg liet bouwen.

In 1122 verwoestte Godfried I van Leuven reeds het kasteel in opdracht van de Duitse keizer Hendrik V nadat Gozewijn zich zijn ongenade op de hals had gehaald. Het kasteel werd heropgebouwd en in de loop van de geschiedenis nog vaak belegerd. Gozewijns vrouw Oda erfde van haar nicht Guda het domein Valkenburg in 1125. De heren van Heinsberg gingen zich dan de heren van Valkenburg noemen.

Stadhouder Willem III van Oranje-Nassau gaf in 1672 troepen uit Maastricht opdracht om het kasteel in te nemen en op te blazen. Het resultaat van hun actie is nu (2004) nog altijd te zien.