Dieplader

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dieplader

Een dieplader is een soort oplegger die gebruikt wordt voor het vervoer van hoge ondeelbare voorwerpen.

Constructie[bewerken | brontekst bewerken]

De laadruimte bevindt zich tussen de nek van de oplegger en de achterste assen. Deze ruimte is verlaagd, zodat een hogere lading meegenomen kan worden. Indien deze hoge lading op een gewone oplegger wordt vervoerd, is het transport meestal hoger dan toegelaten door het verkeersreglement en kunnen er problemen optreden bij het onderdoorrijden van bruggen. Diepladers worden o.a. ingezet bij het vervoer van machines voor de wegenbouw.

Een nadeel van een dieplader is dat hij niet overdekt is. Een dieplader kan daarom alleen ingezet worden voor het transport van voorwerpen die geen hinder ondervinden van wind of water. Een dieplader zal daarom ook veelal leeg terugrijden omdat er geen terugvracht voorhanden is.

Verkeersbord bij spoorwegovergang

Spoorwegovergangen (Nederland)[bewerken | brontekst bewerken]

Door de kleine bodemvrijheid tussen de onderkant van de dieplader en het wegdek kan dit tot gevaarlijke situaties leiden bij drempels of spoorwegovergangen. Daarom staat bij een aantal spoorwegovergangen een speciaal verkeersbord dat de noodzakelijke bodemvrijheid aangeeft. Dit staat ook allemaal in het diepladerboekje dat men kan downloaden vanaf de website van ProRail.

Producenten[bewerken | brontekst bewerken]

Diepladers worden o.a. geproduceerd door Broshuis, Nooteboom, Goldhofer, Faymonville, Scheuerle, Nicolas en Gheysen & Verpoort.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Een gelijkaardig type oplegger is de semi-dieplader, waarbij de laadvloer achter het oplegpunt van de oplegger verlaagd is tot het niveau net boven de achterste assen.