Douai
Gemeente in Frankrijk ![]() | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Regio | Hauts-de-France | ||
Departement | Noorderdepartement (59) | ||
Arrondissement | Douai | ||
Kanton | Douai | ||
Coördinaten | 50° 22′ NB, 3° 5′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 16,88 km² | ||
Inwoners (1 januari 2020) |
39.842[1] (2.360 inw./km²) | ||
Hoogte | gemiddeld: 27 m laagste: 16 m hoogste: 38 m | ||
Burgemeester | Frédéric Chéreau (PS) 2020-2026 | ||
Overig | |||
Postcode | 59500 | ||
INSEE-code | 59178 | ||
Detailkaart | |||
![]() | |||
Foto's | |||
![]() | |||
|
Douai (in historische context in het Nederlands: Dowaai[2][3]) is een stad in het Franse Noorderdepartement, zo'n 50 km ten zuiden van Kortrijk en ca. 40 km ten zuidoosten van Rijsel. De gemeente telde 39.842 inwoners op 1 januari 2020.[1]
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
In de 16e eeuw was Dowaai een van de belangrijkste steden in de Nederlanden. In 1667 werd ze ingenomen door Frankrijk en in de 19e eeuw verloor ze aan betekenis ten voordele van het nabije Rijsel.
Vlaamse tijd[bewerken | brontekst bewerken]
Douai werd voor het eerst vermeld in 930, als Duacum. Al omstreeks 950 lag er een grafelijke burcht. In deze tijd kwam het stadje te liggen aan de Scarpe, dankzij de verbinding van de Atrechter en de Dowaaise Scarpe. Dit vergrootte het debiet van de Dowaaise Scarpe enorm en dus werd Dowaai beter bereikbaar per boot, wat de economie bevorderde.
Dowaai werd tevens hoofdplaats van een der drie kasselrijen in Rijsels-Vlaanderen. Hoewel deze streek in de 12e eeuw Franstalig was, waren de inwoners Vlaamsgezind; in de aanloop van de Guldensporenslag van 1302 riep men er "Tos Flamens, tos Flamens estons! Par Dieu, Fouquart, por nient en parleis, car tos summes et serons Flamens!" ("Wij zijn allen Vlamingen, Fouquaert, en wij zullen Vlamingen blijven ongeacht welke taal we spreken!")
Met het Verdrag van Pontoise (1312) stond Vlaanderen Rijsels-Vlaanderen af aan Frankrijk, maar het keerde al in 1369 terug naar Vlaanderen door het huwelijk tussen Margaretha van Male en Filips de Stoute. De Vlaamse en Habsburgse overwinning onder leiding van de aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk van 1479 bij de Slag bij Guinegate werd er uitbundig gevierd; dit is de oorsprong van de jaarlijkse optocht van de stadsreuzen, plaatselijk Gayants genoemd.
Filips II van Spanje stichtte in 1562 de Universiteit van Dowaai, de tweede in de Zeventien Provinciën na de Universiteit Leuven. Ze werd een bolwerk van de contrareformatie. Dowaai nam daarom deel aan de Unie van Atrecht (1579), die gedurende de Tachtigjarige Oorlog de partij van de koning koos. In Dowaai lag ook een abdij voor Schotse jezuïeten.
De Dowaaise jezuïeten brachten in 1573 de Congregatie der Heilige Maagd (gesticht te Rome in 1563) naar Dowaai. De Mariaverering verspreidde zich weldra over alle colleges en via oud-studenten ook onder de bevolking. In 1614 stichtten de Dowaaise jezuïeten een college in Namen. Een ander belangrijk klooster was dat van Engelse benedictijnse nonnen. Het werd opgericht in 1607 door de abt van de abdij van Sint-Vaast. In 1613 ontving het, op aanbeveling van het aartshertogelijk hof, de Engelse recollecten. Verder trof men er Britse kloosters aan zoals te Rijsel.
Franse tijd[bewerken | brontekst bewerken]
Tijdens de Devolutieoorlog werd Dowaai ingenomen door Lodewijk XIV van Frankrijk (6 juli 1667). De Vrede van Aken (1668) liet de stad aan Frankrijk. Onder leiding van Vauban werd ze uitgebouwd tot vestingstad, met onder meer een arsenaal, kazernes en een kanonnengieterij. Spoedig werd een nieuw hooggerechtshof opgericht, het Parlement de Flandre, dat vanaf 1713 in Dowaai zetelde. Nog altijd bevindt er zich een hof van beroep.
Gedurende de Spaanse Successieoorlog bereikten Brits-Staatse troepen Dowaai (1710). De stad werd ingesloten op 4 mei en gaf zich op 25 juni over. Ook Betun, Ariën-aan-de-Leie en Papingem werden ingenomen. Al deze plaatsen werden bij de Vrede van Rastatt (1714) echter weer afgestaan aan Frankrijk.
Bij de oprichting van het Noorderdepartement werd Dowaai de hoofdplaats (1790), maar deze functie moest het al snel afstaan aan Rijsel (1803). Wel behield het zijn hof van beroep. Ook de universiteit verhuisde naar Rijsel (1887). Tijdens de 19e eeuw vestigden zich er belangrijke industrieën waaronder de steenkoolwinning. De wereldoorlogen vernielden veel gebouwen.
Recente geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
In maart 2015 werden de kantons van Douai, waar de gemeente daarvoor was opgedeeld, opgeheven. Douai werd in zijn geheel de hoofdplaats van een nieuw kanton Douai.
De stad[bewerken | brontekst bewerken]
De oude gebouwen in het centrum (belfort, kerken, herenhuizen) staan in contrast met arbeiderswijken. In het Musée de la Chartreuse wordt het Jacobus en Stefanusaltaarstuk bewaard, een groot veelluik dat Jan van Scorel in 1540 schilderde in opdracht van de abdij van Marsenne.
De stad ligt aan de snelweg Lens-Valenciennes en de waterweg Duinkerke-Schelde. De rivier de Scarpe stroomt door de stad.
Het wapen van de stad is volledig keel; het bevat geen stukken.
Geografie[bewerken | brontekst bewerken]
De oppervlakte van Douai bedroeg op 1 januari 2020 16,88 vierkante kilometer; de bevolkingsdichtheid was toen 2360.3 inwoners per km².
De onderstaande kaart toont de ligging van Douai met de belangrijkste infrastructuur en aangrenzende gemeenten.
Demografie[bewerken | brontekst bewerken]
De onderstaande figuur toont het verloop van het inwonertal (bron: INSEE-tellingen).
Verblijf der Tempeliers
Atrechter Poort
Geboren[bewerken | brontekst bewerken]
- Guillaume Caoursin (ca. 1430-1501), schrijver
- Giambologna (1529-1608), beeldhouwer
- Floris van Montmorency (1580-1659), edelman, geestelijke, hoge bestuurder van de Jezuïeten in de Nederlanden
- Marceline Desbordes-Valmore (1786-1859), dichteres
- Ferdinand Dutert (1845-1906), architect
- Henri-Edmond Cross (1856-1910), pointillistisch kunstschilder
- Charles Catteau (1880-1966), pottenbakker en ontwerper
- Félix Labisse (1905-1982), surrealistisch kunstschilder
- Antoinette Labisse (1908-1992), beeldhouwster
- Christian de Chalonge (1937), film- en televisieregisseur
- Anthony Rokia (1972), wielrenner
- Romain Pitau (1977), voetballer
- Cédric Betremieux (1982), voetballer
Overleden[bewerken | brontekst bewerken]
- Auguste Baudin (1800-1877), Frans admiraal en koloniaal bestuurder