Duitse Christelijk-Sociale Volkspartij

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Duitse Christelijk-Sociale Volkspartij
Deutsche Christlich-Soziale Volkspartei
Německá křesťansko sociální strana lidová
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Personen
Partijleider Karl Hilgenreiner
Geschiedenis
Opgericht 2 november 1919
Opheffing Maart 1938
Algemene gegevens
Actief in Tsjecho-Slowakije
Hoofdkantoor Praag
Richting Rechts tot centrumrechts
Ideologie Katholieke sociale leer
Conservatisme
Kleuren Grijs
Afkorting DCVP
Portaal  Portaalicoon   Politiek

De Duitse Christelijk-Sociale Volkspartij (Duits: Deutsch Christlich-Soziale Volkspartei, DCVP; Tsjechisch: Německá křesťansko sociální strana lidová) was een politieke partij voor etnische Duitsers (Sudeten-Duitsers, Boheemse Duitsers) gedurende de Eerste Tsjecho-Slowaakse Republiek. De DCVP is de continuering van de Boheemse afdeling van de Christelijk-Sociale Partij (Christlich-Soziale Partei, CSP) in het toenmalige Cisleithanië.[1] De partij onderhield nauwe betrekkingen met de Tsjecho-Slowaakse Volkspartij (ČSL), een ideologische geestverwant.[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Opgericht in november 1919 als partij voor katholieke Duitse kiezers, verwierp de DCVP de Tsjecho-Slowaakse staat, maar bleef gedurende haar bestaan constructief ten opzichte van de Tsjecho-Slowaakse regering. De DCVP en de Duitse Sociaaldemocratische Arbeiderspartij (DSAP) waren een van de weinige partijen voor Duitse kiezers die ook deel uitmaakten van verschillende regeringen. Robert Mayr-Harting, een partijprominent, behoorde tot de groep vertrouwelingen rond president Tomáš Masaryk. Na de Anschluss van Oostenrijk (1938) namen rechtse elementen de macht over binnen de partij en ging de fractie van de DCVP over naar de fractie van de Sudeten-Duitse Partij (SdP).[1] De voornaamste leiders van de partij die zich steeds loyaal hadden opgesteld in de richting van de regering, Karl Hilgenreiner, Mayr-Harting, Erwin Zajiček spraken zich uit tegen de aanhechting van Sudetenland aan Duitsland na het Verdrag van München (1938). Na de Tweede Wereldoorlog werden Duitsers uit Tsjecho-Slowakije verdreven en als zodanig ontstonden er geen nieuwe partijen voor Sudeten-Duitsers.

De partij kende een eigen landbouworganisatie, de Rijksboerenbond (Reichsbauernbund) en een eigen vakvereniging, de Duitse Christelijke Arbeiders- en Handwerkersbond (Deutsch-Christlichen Gewerbe- und Handwekerbund).[1]

Ideologie[bewerken | brontekst bewerken]

De DCVP was conservatief en hing de katholieke sociale leer aan. In tegenstelling tot andere rechtse partijen voor de Duitse minderheid in Tsjecho-Slowakije, was de DCVP betrekkelijk gematigd.

Verkiezingsresultaten[bewerken | brontekst bewerken]

Kamer van Afgevaardigden[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar % Zetels +/-
1920 3,43%
10 / 281
NIEUW
1925 4,43%
13 / 300
Gestegen3
1929 5,8%
14 / 300
Gestegen1
1935 2%
6 / 300
Gedaald8
Bron: Bron: Nohlen, et al.[2]

Senaat[bewerken | brontekst bewerken]

Jaar % Zetels +/-
1920 2,7%
4 / 142
NIEUW
1925 4,7%
7 / 150
Gestegen3
1929 4,9%
8 / 150
Gestegen1
1935 2,1%
3 / 150
Gedaald5
Bron: Nohlen, et al.[2]

Verwijzingen[bewerken | brontekst bewerken]