Equijubus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Equijubus
Status: Uitgestorven, als fossiel bekend
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Superorde:Dinosauria (Dinosauriërs)
Orde:Ornithischia
Onderorde:Cerapoda
Infraorde:Ornithopoda
Superfamilie:Hadrosauroidea
Geslacht
Equijubus
You et al., 2003
Typesoort
Equijubus normani
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Equijubus is een geslacht van plantenetende ornithischische dinosauriërs, behorend tot de groep van de Euornithopoda, dat tijdens het vroege Krijt leefde in het gebied van het huidige China. De enige bekende soort is Equijubus normani.

Vondst en naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

You Hailu meldde in 2002 in een dissertatie de vondst in de zomer van 2000 door een Amerikaans-Chinese expeditie van een euronithopode in de Gobiwoestijn van de provincie Gansu in de streek Mazongshan. Hij benoemde die toen al als "Equijubus" maar deze nomen ex dissertatione was daarmee nog niet geldig gepubliceerd. Dat gebeurde in een artikel uit 2003 door You, Luo Zhexi, Neil Shubin, Lawrence Witmer, Tang Zhilu en Tang Feng. De geslachtsnaam is afgeleid van het Latijnse equus, "paard" en juba, "manen", een verwijzing naar de vondst in het Ma Zong-gebergte, letterlijk de "manen van het paard". De soortaanduiding eert de paleontoloog David Bruce Norman.

Het holotype, IVPP V.12534, is gevonden in lagen van de Middle Grey Unit Formation die dateert uit het Barremien-Aptien. Het bestaat uit een gedeeltelijk skelet met schedel. Naast de gave schedel met onderkaken is een aaneengesloten reeks van eenendertig wervels van de wervelkolom bewaard gebleven, met negen halswervels, zestien ruggenwervels en zes sacrale wervels. Staart en ledematen ontbreken.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Equijubus is een vrij groot geslacht. Gregory S. Paul schatte in 2010 de lichaamslengte op zeven meter, het gewicht op tweeënhalve ton.

De schedel, ongeveer 65 centimeter lang, heeft een wat rechthoekige vorm: hij is bovenop vrij plat en pas boven de neusgaten buigt de, smalle en zijdelings afgeronde, snuit vrij abrupt naar beneden. De oogkas mist de typische overschaduwing door een wenkbrauwbot dat de meeste verwanten wel hebben. De tanden in de onderkaak hebben geen hoofdrichel aan de binnenzijde, een basaal kenmerk.

Paul gaf in 2007 een opsomming van onderscheidende kenmerken. De snuit is ongeveer even lang als de lengte van de schedel achter de voorste rand van de oogkas. Het voorste deel van de onderkaak, voor de processus coronoides is minder dan vier keer zo lang als de minimale hoogte van de onderkaak. De praemaxilla steekt duidelijk beneden het niveau van de tandrijen uit; de achterste tak van de praemaxilla is laag. Het hoogste punt van de praemaxilla is tamelijk vooraan gelegen. De fossa antorbitalis is klein. Het traanbeen is lang en raakt het neusbeen niet. De voorste tak ervan steekt tussen de maxilla en de praemaxilla; de onderkant bevindt zich ter hoogte van de bovenkant van de maxilla. Het os palpebrale is afwezig. Het onderste slaapvenster is groot. De voorste tak van het jukbeen is lang en dun en splijt zich aan het uiteinde waarbij een aftakking naar boven in het traanbeen steekt. De achterste tak van het jukbeen is lang. Het quadratojugale is hoog. Het quadratum is hoog met een bijna rechte schacht en een lage zijdelingse opening en een vrij platte opstaande richel op de achterste bovenkant. De maxilla heeft drieëntwintig tandposities. Er is een duidelijk hiaat, van ongeveer zes centimeter, tussen de bovenste tandrij en de bovensnavel. De tanden zitten nauw opeengepakt in de tandbatterij; een tweede generatie vervangingstanden is in aanleg aanwezig. De voorste ruggenwervels hebben verkorte wervellichamen. Er zijn zes vergroeide sacrale wervels. Het blad van het darmbeen is hoog.

Fylogenie[bewerken | brontekst bewerken]

De beschrijvers voerden een exacte kladistische analyse uit met als resultaat dat Equijubus als het meest basale bekende lid van de Hadrosauroidea uitviel, een groep die de zustergroep zou zijn van een monofyletisch Iguanodontidae. Latere analyses hebben echter vaak een andere uitkomst gehad: Equijubus is dan wel een hadrosauroïde, maar één uit een lange reeks afsplitsingen boven Iguanodon.

Een mogelijk kladogram is het volgende:

Hadrosauroidea 

Altirhinus





Eolambia



Fukuisaurus





Equijubus




Probactrosaurus




Protohadros




Jintasaurus




Telmatosaurus



Bactrosaurus



Levnesovia



Tanius



Hadrosauridae









Levenswijze[bewerken | brontekst bewerken]

De tanden met voedselresten

In 2017 werd gemeld dat in de tanden van het holotype sporen te vinden waren van vroege grassen.