Naar inhoud springen

Erle Stanley Gardner

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Erle Stanley Gardner
Erle Stanley Gardner
Erle Stanley Gardner
Algemene informatie
Geboortedatum 17 juli 1889
Geboorteplaats Malden
Overlijdensdatum 11 maart 1970
Overlijdensplaats Temecula
Werk
Beroep schrijver,[1][2] advocaat, romanschrijver, sciencefictionschrijver, jurist[1]Bewerken op Wikidata
Bekende werken Perry Mason
Studie
School/universiteit Palo Alto High School
Familie
Vader Charles Walter Gardner
Moeder Grace Adelma Waugh
Persoonlijk
Talen Engels
Moedertaal Engels
Schrijftaal Engels
Diversen
Prijzen en onderscheidingen The Grand Master (1962)[3]
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata.
U kunt die informatie bewerken.

Erle Stanley Gardner (Malden (Massachusetts), 17 juli 1889Temecula, 11 maart 1970) was een Amerikaans schrijver en advocaat, vooral bekend door de reeks misdaadromans rond de fictieve advocaat Perry Mason.[4] Gardner publiceerde daarnaast talrijke andere romans, korte verhalen en non-fictiewerken, met name reisverslagen van zijn tochten door Baja California en andere delen van Mexico.

Ten tijde van zijn overlijden gold Gardner als de bestverkopende Amerikaanse auteur van de 20e eeuw. Hij schreef ook onder meerdere pseudoniemen, waaronder A. A. Fair, Carl Franklin Ruth, Carleton Kendrake, Charles M. Green, Charles J. Kenny, Edward Leaming, Grant Holiday, Kyle Corning, Les Tillray, Robert Parr en Stephen Caldwell. Eén verhaal verscheen onder de naam van Perry Masons secretaresse Della Street (The Case of the Suspect Sweethearts). Daarnaast publiceerde Gardner drie verhalen anoniem: A Fair Trial, Part Music and Part Tears en You Can't Run Away from Yourself (ook bekend als The Jazz Baby).

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

Gardner werd geboren in Malden, Massachusetts, als zoon van Grace Adelma (Waugh) en Charles Walter Gardner.[5][6] In 1909 behaalde hij zijn diploma aan Palo Alto High School in Californië en schreef zich vervolgens in aan de Valparaiso University School of Law in Indiana. Hij werd na een maand geschorst wegens zijn buitensporige belangstelling voor boksen. Gardner zette zijn juridische opleiding zelfstandig voort en slaagde in 1911 voor het toelatingsexamen van de Californische balie.

Na drie jaar als typist bij een advocatenkantoor begon hij zijn loopbaan als advocaat. Hij verdedigde voornamelijk kansarme cliënten, onder wie veel Chinese en Mexicaanse immigranten. Deze ervaring inspireerde hem in de jaren veertig tot de oprichting van The Court of Last Resort, een organisatie die zich inzette voor mensen die ten onrechte waren veroordeeld of geen eerlijk proces hadden gekregen. The Court of Last Resort wordt gezien als de eerste in een reeks organisaties die opkomen voor onterecht veroordeelden.

In 1912 trouwde Gardner met Natalie Frances Talbert, met wie hij een dochter kreeg, Grace.[7] In 1917 opende hij een advocatenpraktijk in Merced, maar sloot deze weer toen hij een baan in de verkoop accepteerde. Vanaf 1921 werkte hij in Ventura bij het kantoor Sheridan, Orr, Drapeau & Gardner. Hij bleef daar tot het verschijnen van zijn eerste Perry Mason-roman in 1933.

Gardner had plezier in het procederen en in het ontwikkelen van processtrategieën, maar raakte verder snel verveeld door de dagelijkse praktijk van de advocatuur. In zijn vrije tijd begon hij verhalen te schrijven voor pulpmagazines. Zijn eerste verhaal, The Police in the House, verscheen in juni 1921 in Breezy. Voor de pulps creëerde hij verschillende terugkerende personages, waaronder de vindingrijke Lester Leith, een parodie op de gentleman thief in de traditie van A.J. Raffles (een karakter van E.W. Hornung), en de advocaat Ken Corning, een strijdlustige raadsman en speurder, die model zou staan voor zijn meest succesvolle creatie: Perry Mason.

Perry Mason pocketboek
Raymond Burr en Barbara Hale als Perry Mason en Della Street, 1958

De figuur Perry Mason was geïnspireerd door Earl Rogers, een toentertijd befaamde procesadvocaat die in 77 moordzaken slechts drie keer verloor. Rogers stond bekend om zijn gebruik van visuele hulpmiddelen tijdens processen, wat in die tijd ongebruikelijk was. Hij is vooral beroemd door zijn verdediging van en meningsverschil met mede-advocaat Clarence Darrow, die in 1912 werd aangeklaagd wegens poging tot juryomkoping.

Hoewel de Perry Mason-romans zelden diep ingingen op het persoonlijke leven van de personages, waren de verhalen rijk aan plotdetails, vaak gebaseerd op werkelijkheid en op Gardners eigen ervaringen. In zijn vroege jaren als schrijver voor pulpmagazines stelde Gardner zichzelf een productienorm van 1.200.000 woorden per jaar. Aanvankelijk typte hij zijn verhalen zelf met twee vingers, maar later dicteerde hij deze aan een team van secretaresses.

Een groot deel van de eerste Perry Mason-roman, The Case of the Velvet Claws (1933), speelt zich af in het historische Pierpont Inn, nabij Gardners voormalige advocatenkantoor in Ventura, Californië. In 1937 verhuisde Gardner naar Temecula, Californië, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen. Met het succes van de Mason-reeks, die uiteindelijk meer dan tachtig romans omvatte, verminderde Gardner geleidelijk zijn bijdragen aan de pulpmagazines totdat dit medium in de jaren vijftig verdween.

In de jaren dertig produceerde Warner Bros. een reeks Perry Mason-speelfilms, met verschillende acteurs in de rol van Mason: Warren William in de eerste vier films, gevolgd door Ricardo Cortez en Donald Woods elk in één film. Warner stopte met de serie in 1937, maar Gardners roman The Case of the Dangerous Dowager werd pas in 1940 verfilmd. De filmversie, Granny Get Your Gun, behield de verhaallijn van Perry Mason, maar het personage Mason werd volledig verwijderd.

Het radioprogramma Perry Mason liep van 1943 tot 1955. In 1954 stelde CBS voor om Perry Mason om te zetten in een televisiesoap. Toen Gardner zich hiertegen verzette, creëerde CBS The Edge of Night, met John Larkin — die Mason in de radioserie van stem voorzag — als een licht gemaskeerde imitatie van het Mason-personage.

In 1957 werd Perry Mason een langlopende rechtbankserie op CBS, met Raymond Burr in de titelrol. Burr had aanvankelijk auditie gedaan voor de rol van officier van justitie Hamilton Burger, maar vroeg vervolgens om de rol van Mason te mogen lezen. Zijn vertolking van Mason was zo overtuigend dat Gardner, terwijl hij de screentest in een projectiekamer bekeek, naar het scherm wees en zei: "Dat is Perry Mason." Gardner zelf verscheen in een ongenoemde gastrol als rechter in The Case of the Final Fade-Out (1966), de laatste aflevering van de serie.

Andere werken

[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1937, met de roman The D. A. Calls It Murder, schreef Gardner een reeks die de formule van de Mason-boeken omkeerde. De protagonist was de vastberaden openbaar aanklager Doug Selby, die in de rechtszaal de strijd aanging met de sluwe advocaat Alphonse Baker Carr. Officier van justitie Selby wordt afgebeeld als een moedige en vindingrijke misdaadspeurder, terwijl zijn tegenstander Carr een sluwe oplichter is wiens cliënten steevast “as guilty as hell” zijn.

In 1939 lanceerde Gardner onder het pseudoniem A. A. Fair een reeks romans over het privédetectivebureau Cool and Lam.

Na de Tweede Wereldoorlog publiceerde Gardner ook enkele korte verhalen voor de zogenaamde “glossies”, tijdschriften zoals Collier’s, Sports Afield en Look, maar het merendeel van zijn bijdragen aan tijdschriften na de oorlog bestond uit non-fictieartikelen over reizen, westerse geschiedenis en forensische wetenschap. Zijn lezerskring was breed en internationaal, waaronder de Engelse romanschrijver Evelyn Waugh, die Gardner in 1949 beschreef als de beste nog levende Amerikaanse schrijver. Gardner creëerde tevens personages voor diverse radioseries, waaronder Christopher London (1950), met Glenn Ford, en A Life in Your Hands (1949-1952).

Persoonlijke interesses en maatschappelijke inzet

[bewerken | brontekst bewerken]
Voorplat van de stofomslag van Erle Stanley Gardners non-fictieboek The Court of Last Resort. Dit werk leverde Gardner zijn enige Edgar Award op en vormde de inspiratie voor de NBC-televisieserie The Court of Last Resort (1957-1958).

Gardner had een grote fascinatie voor Baja California, waar hij talloze expedities ondernam per boot, vrachtwagen, vliegtuig en helikopter. Zijn ervaringen legde hij vast in meerdere reisboeken.

Gardner besteedde duizenden uren aan The Court of Last Resort, in samenwerking met vele vrienden uit de forensische, juridische en onderzoekswereld. Het project had tot doel om gerechtelijke dwalingen te herzien en, waar mogelijk, te corrigeren. Het richtte zich op zaken waarbij verdachten waren veroordeeld door gebrekkige rechtsbijstand, misbruik of verkeerde interpretatie van forensisch bewijs, of door onzorgvuldig of kwaadwillig optreden van politie of openbaar ministerie. Het gelijknamige boek uit 1952 leverde Gardner zijn enige Edgar Award op, in de categorie Best Fact Crime, en werd later bewerkt tot de televisieserie The Court of Last Resort.

In 1912 trouwde Gardner met Natalie Frances Talbert (1885-1968). Samen kregen zij een dochter, Natalie Grace (1913-2004). Het echtpaar leefde vanaf de jaren dertig gescheiden, maar bleef gehuwd. In 1968 hertrouwde Gardner met zijn secretaresse Agnes (Jean) Bethell (1902-2002).[8]

Gardner overleed op 11 maart 1970 aan kanker, op zijn ranch in Temecula, Californië. Hij werd gecremeerd en zijn as werd uitgestrooid boven Baja California.

In 2003 werd in Temecula de Erle Stanley Gardner Middle School naar hem vernoemd. In 2016 verscheen postuum de roman The Knife Slipped, een verloren gewaande Cool and Lam-detective die Gardner in 1939 had geschreven maar die destijds was geweigerd door zijn uitgever.

Het Harry Ransom Center van de Universiteit van Texas in Austin bewaart Gardners manuscripten en persoonlijke bezittingen. Van 1972 tot 2010 was daar een reconstructie van zijn werkkamer ingericht.