Ernest Mandel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ernest Mandel
Ernest Mandel (1970)
Persoonsgegevens
Naam Ernest Ezra Mandel
Geboren Frankfurt am Main, 5 april 1923
Overleden Brussel, 20 juli 1995
Land Vlag van België België
Functie Econoom
Oriënterende gegevens
Stroming Trotskisme
Beïnvloed door Trotski, Marx en Lenin
Partij RAL / SAP
Levensbeschouwing Atheïsme
Portaal  Portaalicoon   Filosofie
Economie

Ernest Ezra Mandel (Frankfurt am Main, 5 april 1923 - Brussel, 20 juli 1995), ook bekend onder de pseudoniemen Ernest Germain, Pierre Gousset, Henri Vallin en Walter, was een Belgische econoom in de marxistische school en een leidende figuur in de trotskistische beweging. Hij was lange tijd professor in de economische wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Bij leven was Mandel een populaire intellectueel en de meest vertaalde Belgische schrijver na Simenon.[1]

Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Jeugd[bewerken | brontekst bewerken]

Mandel was kind van links georiënteerde (areligieuze) Joden.[2] Vader Henri Mandel had zijn orthodoxe omgeving in Oostenrijks Polen eerst verruild voor Antwerpen, daarna (wegens de Eerste Wereldoorlog) Den Haag. Na een verblijf in Berlijn (1919), waar hij in kringen van revolutionairen verkeerde, vestigde hij zich opnieuw in Antwerpen. Moeder Rosa Mateles was een ver familielid van haar man, die bij hun ontmoeting een succesvol zakenman was geworden. Op doktersvoorschrift beviel zij van haar zoon in een gespecialiseerde kliniek te Frankfurt. Na Ernest werd nog een jongen geboren, Michel.

De jonge Mandel was een begaafde leerling en een lezer. Op dertienjarige leeftijd was hij socialist geworden na het lezen van Les Misérables. Na de machtsovername van Hitler ontving het gezin-Mandel vluchtelingen uit Duitsland, met name Fritz Besser, die Mandels politieke bewustwording beïnvloedden. In reactie op de Spaanse Burgeroorlog en de Moskouse Processen sloten vader en zoon Mandel zich beiden aan bij de trotskistische Vierde Internationale.

Enkele maanden na de Duitse inval in mei 1940 richtten zij met kameraden uit de beweging (velen Joods) de verzetsgroep Vrank en Vrij op, die de verzetskrant Het Vrije Woord uitgaf. Henri en Ernest Mandel schreven het leeuwendeel van de kopij. Nadat in juni 1942 de Jodenster in bezet België verplicht was gesteld, dook het gezin onder, verspreid over Antwerpen, Brussel en de Ardennen. Ernest Mandel bleef in Antwerpen verzetswerk verrichten door o.a. informatie over de Slag om Stalingrad te verspreiden onder Duitse soldaten, om hen te demoraliseren.

Mandel werd twee maal opgepakt, één keer vrijgekocht[3] en één keer berecht. Wegens zijn activiteiten gericht op Duitse soldaten had hij het geluk als krijgsgevangene te worden behandeld in plaats van als Jood. Een reeks gevangenissen en werkkampen volgde, waarbij Mandel eenmaal tijdelijk wist te ontsnappen. In maart 1945 was hij geïnterneerd te Nieder-Roden toen dit kamp door de Amerikanen bevrijd werd. De rest van het gezin overleefde eveneens de oorlog, hoewel diverse familieleden in Auschwitz waren omgebracht.

Studie en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog hervatte Mandel zijn activiteiten voor de Vierde Internationale, evenals zijn studie aan de Vrije Universiteit Brussel, die hij in 1941 wegens sluiting van die universiteit had moeten staken. Hij formuleerde een program voor de algemene staking tegen de Eenheidswet (1961).

In 1972 publiceerde Mandel Het laatkapitalisme: Proeve van een marxistische verklaring, dat als zijn hoofdwerk wordt beschouwd. De Vrije Universiteit Berlijn accepteerde het als een proefschrift en verleende Mandel er de doctorsgraad voor.[4] Intussen had hij naam gemaakt als denker van de generatie van '68. Dit maakte hem voor diverse regeringen een verdachte figuur: in 1969 weigerden de Verenigde Staten hem de toegang en toen hij in 1972 zijn proefschrift wilde verdedigen te Berlijn, wees West-Duitsland hem uit zodat de ceremonie te Brussel moest plaatsvinden.[5][6][7]

Laatste jaren[bewerken | brontekst bewerken]

Mandel bleef altijd geloven in de mogelijkheid van revolutie. Hij verwelkomde (met enige reserves) de glasnost en perestrojka in de Sovjet-Unie en hoopte dat de omwentelingen in Oost-Europa rond 1990 een democratisch socialisme zouden brengen. Al in de jaren 80 waarschuwde hij voor de schuldenberg die zich in het kapitalistische westen werd opgestapeld.

Mandel overleed in 1995 te Brussel aan een hartaanval.[8]

Invloed[bewerken | brontekst bewerken]

Mandel werd bekend als een popularisator van het marxisme, vanwege zijn boeken over het laatkapitalisme en de langegolftheorie, en vanwege zijn actieve rol in de leiding van de Vierde Internationale, en de Belgische afdeling ervan, de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL), de latere Socialistische Arbeiderspartij (SAP). Buiten het trotskistische milieu was zijn invloed merkbaar in de kring van neomarxisten rond de New Left Review.[9] In Nederlandse universiteitssteden was zijn "Inleiding in de marxistische economie" (1964) bij linkse studenten zeer populair als eerste inleiding in het marxistisch denken.

Binnen de economische wetenschap was Mandel een exponent van de hedendaagse golventheorieën. In combinatie met onder meer zijn visie op de tendentiële daling van de winstvoet heeft Mandel een belangrijke plek ingenomen in het debat destijds. Ook was hij een drijvende kracht achter de voortdurende uitdieping van de arbeidswaardeleer, en trachtte hij nieuwe visies over waardecreatie, zoals die van Robert Langston, te populariseren.

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Hendrik De Man: een intellectuele tragedie, 1959
  • Inleiding in de marxistische economie, 1964 — Belangrijk werk
  • De bureaucratie, 1965-67 — Belangrijk werk
  • De theorie van Marx over de oorspronkelijke accumulatie en de industrialisering van de Derde Wereld, 1967
  • Internationaal kapitalisme en "supranationaliteit", 1967
  • Emancipatie en wetenschap bij Karl Marx, 1967
  • Een revolutionaire strategie in het huidige kapitalisme, 1968
  • Wie was Roman Rosdolsky (1898-1967), 1968
  • De EEG en de rivaliteit Europa-Amerika. Een economische en politieke analyse, 1968
  • Latijns-Amerika: imperialisme en nationale bourgeoisie, 1970
  • Wordt de Sovjet-Unie kapitalistisch?, 1970
  • Arbeiderscontrole, arbeidersraden, arbeiderszelfbeheer, 1970
  • De marxistische vervreemdingstheorie, 1970
  • Kapitalisme vandaag, 1970
  • Lenin en het probleem van het proletarisch klassenbewustzijn, 1970 — Belangrijk werk
  • Beginselen en toepassing van de marxistische economie, 1972 — Belangrijk werk
  • Permanente inflatie en de crisis van het internationaal muntstelsel, 1972
  • Over arbeiders en bedienden, 1972
  • Antwoord op het Vlaams Marxistisch Tijdschrift: kritiek en "kritiek, 1973
  • De tweede val van de dollar, 1973
  • De strategie der overgangseisen, 1973
  • Systeemconforme vakorganisaties?, 1973
  • De marxistische opvatting over de staat, 1973
  • Het socialisme dat wij willen, 1973
  • Het BSP-Congres en de fundamentele problemen van het socialisme, 1974
  • De crisis: hun antwoord en het onze, 1975
  • Mao is dood, 1976
  • De revolutionaire crisis, 1976
  • Tien stellingen over de sociaal-economische wetmatigheden van de overgangsmaatschappij tussen kapitalisme en socialisme, 1976
  • De kapitalistische economie in het begin van 1977: massale en blijvende werkloosheid, 1977
  • Van een toenemende instabiliteit naar een revolutionaire opgang, 1977
  • De kapitalistische economie vandaag: een marxistische visie, 1978
  • 1979-1980: een nieuwe veralgemeende recessie? De internationale kapitalistische economie, 1978
  • Kritiek op het eurocommunisme, 1979
  • Trotski: zijn bijdrage tot het marxisme, 1979 — Belangrijk werk
  • Het 11de wereldcongres van de Vierde Internationale, 1980
  • Inleiding tot het marxisme, 1980 — Belangrijk werk
  • De bewegingswetten van de Sovjet-Economie, 1980
  • Methodologische problemen bij het bepalen van de klassennatuur van de burgerlijke staat, 1980
  • Vijftig jaar geleden greep Hitler de macht, 1982
  • De arbeidersbeweging en de crisis, 1982 — Belangrijk werk
  • Functies en limieten van de Europese eenheidsmarkt, 1984
  • Ricardo, Marx, Sraffa: The Langston Memorial Volume (editor), 1984
  • Draagwijdte en beperkingen van de hervormingen van Gorbatchov, 1987
  • Naar een nieuwe economische recessie, 1987
  • Getuigenis van Ernest Mandel, 1988
  • De opkomende "Vierde stand" in de burgerlijke omwenteling van de Zuidelijke Nederlanden (1565-1585, 1789-1794, 1830), 1988
  • De marxistische opvatting over revolutie en contrarevolutie, 1989
  • Trotski's opvatting over zelforganisatie en voorhoedepartij, 1989
  • Socialisme en vrijheid, 1990
  • Het lange golven debat: de inzet, 1991
  • De lessen uit het BCCI-schandaal, 1991
  • Europa: heropleving en besparingsbeleid, 1992
  • Economische crisis veroorzaakt tegengestelde impact, 1993
  • Een ander Europa! Een andere wereld!, 1993
  • De lange golven van de kapitalistische ontwikkeling, 1995
  • De opheffing van de schuld van de Derde Wereld, 1995
  • Crisis van het socialisme en vernieuwing van het marxisme, 1995

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

Noten[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Stutje (2004:125).
  2. De informatie in deze paragraaf is grotendeels ontleend aan Stutje (2004).
  3. Mandel zelf beweerde na de oorlog dat hij was ontsnapt door de openstaande deur van een gevangenenwagen, wat Stutje (2004:138) onwaarschijnlijk acht.
  4. Stutje (2004:147).
  5. Dr. Ernest Mandel mag VS niet in. Algemeen Handelsblad (28 november 1969).
  6. Voorstander van klasseloze maatschappij met arbeidersraden. Limburgsch Dagblad (18 maart 1972).
  7. Ernest Mandel gepromoveerd. NRC Handelsblad (26 augustus 1972).
  8. Persoonlijk. De Volkskrant (21 juli 1995).
  9. John Molyneux, Contradictory states. Socialist Review 189 (1995). Gearchiveerd op 2 oktober 2022.